Manieren van lezen

1.
Ik las Oorlog met de salamanders van Karel Capek (1936) (… met accent op de C, maar kan de toetscombinatie niet vinden) in de nieuwe Nederlandse vertaling (2011). Het is een klassieker, anti-utopische SF met een bijtende politieke inslag. Ik begon bij het begin, en las de eerste 100 pagina’s, toen begon ik stukken over te slaan, las het einde en vanaf het einde de hoofdstukken in omgekeerde volgorde, sloeg hier en daar iets over, besloot dan later om een stuk alsnog te lezen en begon soms ook weer net voor de helft. Uiteindelijk het ik het boek ‘uitgelezen’. Toch. Capek’s boek leent zich voor een dergelijke leeswijze. Hij gebruikt allerlei tekstvormen, en het boek moet het – wat mij betreft – niet hebben van de chronologische opbouw. Het is wel duidelijk waar het naar toe gaat, zoals het ook al heel snel duidelijk is waar het om te doen is. Daarom ging ik stukken overslaan, vooral de verhalende. Het pleit voor de kracht van het boek, en voor Capek’s schrijfvermogen, dat je (ik) vervolgens toch zo’n beetje alles leest – vooral de voetnoten en passages uit (fictieve) academische studies.

2.
Ik begon ook in Jay Parini’s The Passages of Herman Melville (2010), maar hield heel snel op. Afknapper: de doorsnee romantoon – waardoor het boek vast op een redelijke lezersschaar kan rekenen – die past absoluut niet bij Melville. Alles was stekelig en weerbarstig is wordt gladgestreken (ja, ook als er in die doorsneestijl beschreven wordt dat Melville – de persoon – moeilijk en lastig is). Ik las de motto’s van de hoofdstukken, citaten van Melville, uit Pierre, Mardi etc. Ze overtuigen je er meteen van dat je (ik) niet dit boek moet lezen, maar Melville zelf. (Ik heb Pierre, een van de vreemdste boeken uit de wereldliteratuur, nog steeds niet uit). Overigens is Parini zonder enige twijfel uitstekend thuis in het werk van Melville – maar ik lees daarover dan liever in non-fictie-vorm.

3.
Ik kon het niet laten en leende laatst ook Alain Finkelkraut’s (l-l-l-l-l) Een intelligent hart. Hoe romans je helpen in het leven van de bibliotheek. Lange besprekingen van Kundera, Roth, Camus, Conrad, James en nog zo wat. Ik las er een paar, voor de helft – die over Camus en die over Kundera. Zinnig, nuttig, weldoordacht. Typische filosofen-beschouwing van literatuur, waar ik niets tegenin weet te brengen, maar waar ik ook een zekere afkeer toe voel. (Is het vooral omdat er altijd van die conventionele romans worden besproken, waar een morele keuze het scharnierpunt van het werk is?)

4.
En dan De verzwegen Boon van Pol Hoste. Pol Hoste, wiens boeken ik vroeger maar niet kon lezen – ik probeerde het en probeerde het, immers een schrijver die verder probeert te komen, onderzoekt, experimenteert, etc. Tot ik Hoste hoorde voorlezen bij Perdu. Sindsdien ben ik ‘om’. Montreal is een grandioos boek. In De verzwegen Boon lijkt Hoste niet helemaal ‘to the point’ te kunnen komen, al is dat natuurlijk ook precies ‘het punt’, en onderdeel van het boek. Maar het pakte me – vooralsnog – niet. Spinoy schrijft in zijn recensie – http://www.dereactor.org/home/detail/of_uw_eigen_kleine_oorlog_zin_heeft/ – dat de kwaliteiten van boek zich pas bij herhaalde lezing ontsluiten. Ik zal nog proberen / blijven.

5.
Een vorm van herlezen: bladeren in een “Guide to”. Zo herlas ik, nee herleefde ik, stukjes uit GR, door te lezen in Steven Weissenburger’s A “Gravity’s Rainbow” Companion: Sources and Contexts for Pynchon’s Novel.

6.
Ik herlas een paar verhalen van Borges. Mooi. Om daarna een paar verhalen van Cortázar te herlezen. Weer ‘wint’ Cortázar het – voor mij. Borges’ werk is de ‘flight of fancy’ van een bibliothecaris – en dat bedoel ik niet negatief. Cortázar’s werk is de ‘flight of fancy’ van een levensgenieter. Beide houden evenveel van literatuur, beide staan met het ene been in de literatuur en met het andere in het leven (Borges ook), beide hebben humor. Terwijl Cortázar zijn dromen in het leven plaatst, situeert Borges ze meestal ergens in een oud manuscript, en hoe leuk ik dat tweede ook vind, ik prefereer het eerste.

leesvoer,nl,reading matter,ubiscribe,uitgelezen | July 9, 2011 | 20:15 | Comments Off on Manieren van lezen |

Eric Fottorino: Petit éloge de la bicyclette

Twaalf korte stukjes over het wielrennen door journalist, ex-baas van Le Monde en amateurwielrenner Eric Fottorino. Deeltje in de 2 euro reeks van Folio. Vorig jaar gekocht. Toen was het me net te moeilijk. Nu is mijn Frans blijkbaar op een niveau dat ik redelijk kan volgen wat hij schrijft. De reportage over de Midi Libre van 2001 waarin hij zelf ‘meerijdt’ (als journalist, met toestemming en met 1 uur eerder vertrek dan de profs) is leuk, verder veel herkenbaars voor wie zelf veel fietst.

(Ook gegrasduind in een uitgave waar ik in eerste instantie razend jaloers op was – ik had dat boek willen maken – Slipstroom, een kleine geschiedenis van schrijven en wielrennen van Arthur van den Boogaard. Een verzameling mini-essays gewijd aan boeken over wielrennen, van Stijn Streuvels’ Mijn rijwiel en Alfred Jarry via Uwe Johnson (lof!) tot Benjo Maso. Ja, mooi, uitstekende keuze. De meeste boeken heb ik gelezen, ook een stuk of 10 voor op de lijst ‘te lezen’. Maar Van den Boogaards stijl van schrijven ligt me niet).

fr,leesvoer,nl,uitgelezen | June 28, 2011 | 22:38 | Comments Off on Eric Fottorino: Petit éloge de la bicyclette |

Jacqueline Oskamp: Onder stroom

Jacqueline Oskamps geschiedenis van 60 jaar Nederlandse elektronische muziek, met portretten van Ton Bruynel, Jan Boerman, Edwin van der Heide, Anne La Berge, Dick Raaijmakers en Michel Waisvisz. Voor zover ik kan beoordelen goed geïnformeerd, journalistiek opgezet en daardoor zeer leesbaar. 240 pagina’s, maar wat mij betreft waren dat er 10x zo veel geweest, alles wordt zo kort aangestipt…

(Natuurlijk kun je vragen stellen bij sommige van haar keuzes, nadrukken die ze legt, aspecten die ze juist wel of juist niet uitdiept, maar dat lijkt me meer iets voor een uitputtende academische studie, die, inderdaad, 2400 pagina’s lang zou moeten zijn. Ikzelf zou voor 90% exact dezelfde onderwerpen en materie hebben behandeld, mocht ik dit boek hebben mogen en kunnen schrijven).

(Het sterke punt van het boek is ook het zwakke punt: de journalistieke opzet. Het leest lekker, zit vol anekdotes, zal daardoor een flink publiek bereiken, maar graaft niet heel diep en mist musicologische analyses.)

leesvoer,music,nl,uitgelezen | June 12, 2011 | 13:32 | Comments Off on Jacqueline Oskamp: Onder stroom |

Tara Rodgers: Pink Noises

Uitgelezen, alle interviews in Tara Rodgers Pink Noises, Women on Electronic Music and Sound (2010) — Eliane Radigue, Pauline Oliveros, Annea Lockwood, AGF, et cetera. Boek voortgekomen uit de website pinknoises.com (nu offline) & wat me er erg aan bevalt is dat in elk interview de vraag wordt gesteld naar de (technische) set-up.

leesvoer,music,nl,reading matter | June 7, 2011 | 22:55 | Comments Off on Tara Rodgers: Pink Noises |

Vakantielectuur

Drie weken zomervakantie in mei en er ging een doosje boeken mee.

(Er ging ook een laptop mee, niet om de ‘connectiviteit – die had ik niet – maar om leesvoer in pdf-formaat – daarvan las ik alleen 2 essays van Ricoeur).

Dit las ik (in boekvorm):

Adolfo Bioy Casares: De droom van de helden
Roman van mijn op 1-na-favoriete Argentijnse schrijver, uit 1954. Vertaling uit 1978. Morel’s uitvinding heb ik lang geleden gelezen, en herlezen. Na De droom van de helden wil ik echt ook zijn andere werk lezen. Tweedehands matig verkrijgbaar, verdwenen van de schappen van de openbare bibliotheek.

(Curieus, enige plaatje dat ik kan vinden staat op de Italiaanse ebay… een afgeschreven bibliotheekexemplaar).

Ivo Michiels: Mag ik spreken? Journal brut – een reconstructie
Dit jaar uitgekomen herschrijving en inkorting van Michiels tiendelige Journal brut-cyclus. In Zuid-Frankrijk las ik per dag 100 pagina’s, met groot plezier. (Ik heb elk deel van de cyclus al ‘ns in huis gehad, geleend van de Openbare Bibliotheek – waar de meeste nu trouwens uit het bestand zijn verdwenen – maar kan niet zeggen dat ik elke pagina van elk deel heb gelezen.) Indrukwekkend en wisselend. Om zijn werk – en mijn leeservaring – recht te doen, zou ik een essay moeten schrijven. Daarvoor ontbreekt me de tijd. Het schrijfwerk, woordwerk, taalwerk, leeswerk dubbel en dwars waard. (Laat ik het daarbij houden. Voor nu.)

Sigrid Bousset: Meer dan ik mij herinner. Gesprekken met Ivo Michiels
Ook dit jaar uitgekomen – een portret en biografie van Michiels in 17 hoofdstukken, 17 gesprekken. Ik ben geen Michiels-kenner (hoeveel ik ook van zijn werk heb gelezen), dus voor mij veel nieuws en veel verhelderende context. Zo wist ik niet dat Michiels een (opstandig) rechts-katholiek verleden heeft, en zo meer. Onmisbaar omdat Michiels zelf aan het woord is. Kan me voorstellen dat Michiels-vorsers er niet omheen kunnen, en er ook wel een en ander aan mis kunnen vinden?

Jorge-Luis Borges: De geschiedenis van de eeuwigheid en andere essays
Dus niet mijn favoriete Argentijnse schrijver. Hoe goed die paar klassieke verhalen ook zijn, ik kan zijn essays niet hebben. Ik heb het weer geprobeerd, ditmaal vanwege de artikelen over ‘tijd’. Maar nee. Op z’n best zijn de teksten perfect qua stijl en zeer vermakelijk, op z’n slechts zijn het essays in lege eruditie met een vleugje irritante ironie. (Kwestie van smaak, temperament, gevoel voor humor? Arno Schmidt’s essays zijn ongetwijfeld slechter, onzinniger, eigenwijzer, irritanter en idioter, maar ik geniet er van). Ah, ik overdrijf.

Barry Cunliffe: Europe Between the Oceans 9000 BC – AD 1000

Eindelijk uitgelezen. Geschiedenis van de Longue Durée – naar het voorbeeld van Braudel. Op z’n best in de hoofdstukken over de prehistorie. Ben er erg enthousiast over. Cunliffe laat zien hoe ‘culturen’ zich over Europa verspreiden – vooral fascinerend om te zien hoe vroeg er al handelscontact geweest moet zijn tussen het Atlantische (Ierland, Bretagne, Noord-Spanje) en de Middellandse zee.

Marcel Schwob: Coeur double
Nee, niet helemaal gelezen – wel de ‘presentation’, Schwob’s ‘Preface’ en een stuk of tien verhalen. Allemaal in het Frans. Ging best. Vreemde schrijver.



La grande histoire du Tour de France, 1961-1962, La “machine” Anquetil

Uit de serie L’Equipe raconte. Omvang van een stripboek, mooi beeldmateriaal en het verhaal van de tour van 1961 en 1962 vrij simpel verteld, maar voor mijn kennis van het Frans is dat precies goed.

Tenslotte ook nog Boek II van Herodotus Historiën, oftewel Het verslag van mijn onderzoek. Ah, en aardig wat uit deel twee van Braudel’s De Middellandse Zee. De samenleving en de staat. (Ik dacht deel 1 bij me te hebben…)

leesvoer,nl,uitgelezen | May 31, 2011 | 22:34 | Comments Off on Vakantielectuur |

Antoine-François Prévost: De geschiedenis van ridder Des Grieux en Manon Lescaut

Nog eentje van de stapel, Manon Lescaut van Abbé Prévost, in een Nederlandse vertaling. Het exemplaar van de ‘Klassieken’ reeks van Het Spectrum komt uit de boekenkast van mijn vader. Hij kocht ze tweedehands. Aardig om te lezen, ik meen dat Flaubert er wel over te spreken was, maar omdat beschrijvingen missen en de vertelling chronologisch is, op den duur wat ‘saai’. Saaier dan bijvoorbeeld Smollett. De laatste 20 pagina’s zijn dan weer ‘action-packed’. Etc. Maar al dat valt elders wel te achterhalen, dat hoef ik niet op te schrijven.

leesvoer,nl,uitgelezen | April 26, 2011 | 18:20 | Comments Off on Antoine-François Prévost: De geschiedenis van ridder Des Grieux en Manon Lescaut |

Samuel R. Delany: The Jewel-Hinged Jaw

Essays van Samuel Delany over SF – de ondertitel van deze ‘revised edition’ is Notes on the Language of Science Fiction. Uitgelezen? Min of meer. Nog steeds kan ik mijn gedachten er slecht bijhouden als ik lees.

(Uitzondering is The Pale King, dat ik ook aan het lezen ben, maar dat is zo ongeloofelijk goed, en op allerlei indirecte en misschien oneigenlijke manieren pijnlijk om te lezen dat het me niet altijd lukt om me er in te verdiepen).

Daarom probeer ik me maar te ontdoen van boeken die al een tijdje op de stapel ‘nog uit te lezen’ liggen. Zoals deze Delany. Ik lees graag de opstellen van Delany, om het schijnbare ‘schrijfgemak’ dat er uit spreekt, om zijn belezenheid en enthousiasme – en als hij te wijdlopig wordt ligt dat nooit aan de stijl. Maar ik ben geen SF-lezer (ja, ik heb Gibson gelezen, Ballard, maar op de romans van Delany na vrijwel geen genregebonden SF), en dus komt Delany in deze bundel vaak op terrein waarin ik weinig interesse heb. Zestig pagina’s nauwgezette analyse van Ursula K. LeGuin’s The Dispossessed is dan wel heel veel gevraagd. Maar ik weet zeker dat wie ze leest, leert hoe je kunt of moet lezen (of een verhaal schrijven).

(Andere uitzondering is de theorie en filosofie die ik zou willen lezen, maar die ik natuurlijk alleen als pdf tot mijn beschikking heb. Ik wil juist graag een boek lezen in de zon – in plaats van weer naar een computerscherm te staren).

leesvoer,nl,uitgelezen | April 25, 2011 | 22:07 | Comments Off on Samuel R. Delany: The Jewel-Hinged Jaw |

nY#9 / Overtalig

Treinlectuur, het nieuwe nummer van nY. Met veel meertalige poëzie – (Samuel Vriezen valt aan, en laat in een paar tientallen pagina’s zien dat de poëzie de aansluiting met ‘het heden’ geenszins blijkt te hebben gemist) // een vertaling van Franco Moretti’s controversieële/baanbrekende artikel over wereldliteratuur uit 2000, en nog meer lezenswaardigs.

(Meer lectuur: een erg mooi en persoonlijk stuk van Jonathan Franzen in the New Yorker over de roman, Robinson Crusoe, een bezoek aan een vrijwel onbewoond eiland en DFW. Alleen in de digitale editie: http://www.newyorker.com/reporting/2011/04/18/110418fa_fact_franzen. (Vorige week gratis toegankelijk via Facebook als je thumbs up deed voor TNY. Pfff. En nu vast wel ergens anders te vinden) –– waaruit impliciet valt op te maken waarom DFW er wel in geslaagd is om de ‘pijn’ van het hedendaagse ‘Amerikaanse’ bestaan te vatten, en Franzen niet – hoe tragisch ook voor David Foster Wallace).

leesvoer,nl,uitgelezen | April 20, 2011 | 16:29 | Comments Off on nY#9 / Overtalig |

Jean Bobet: Lapize… Now there was an Ace

Jean Bobet’s mooie biografie van Octave Lapize. 150 pagina’s wielerhistorie, een portret van een van de eerste grote kampioenen. Winnaar van de Tour van 1911, waarin Lapize toonde te kunnen klimmen. Hattricks in Parijs – Roubaix, Parijs – Brussel en het Frans kampioenschap. Kampioen op de baan, in zesdaagses, achter de tandem, de grote motoren en in de sprint. Neergeschoten tijdens een luchtgevecht in 1917. (Lapize was vliegenier). Voor het tijdperk Coppi werd Lapize wel gezien als de grootste wielrenner aller tijden – want veelzijdig. Zijn naam leeft voort als merk voor toeclips en toeclip-riempjes. Ik stel me voor dat er fixie-afficionados zijn die van witte Lapize-riempjes houden… helaas voor hen was Lapize juist de kampioen van het freewheel – een van de eerste die daarvan het voordeel onderkende en uitbuitte. (Petit-Breton bijvoorbeeld bleef veel langer met een fixed wiel rijden). Leuk boek, uitgegeven door de Mousehold Press: http://www.mousehold-press.co.uk/.

leesvoer,nl,uitgelezen | April 11, 2011 | 22:10 | Comments Off on Jean Bobet: Lapize… Now there was an Ace |

Thomas Mann: Der Zauberberg

Thomas Mann: Der Zauberberg, of okee, laat ik eerlijk zijn, de vertaling ervan, De Toverberg. Uitgelezen? Nee. Gestrand in de derde poging, en besloten het niet meer en niet langer te proberen. Waarom een boek uitlezen dat geen plezier meer oplevert, terwijl zwaarwegende redenen om juist dit boek te lezen en andere te laten liggen, ontbreken. Je kunt niet alles lezen. Der Zauberberg wordt weggezet naast Der Mann ohne Eigenschaften. Ik zal het niet meer proberen. Ik weet min of meer waar het over gaat, ik zal het met plezier oppakken als er een reden is om een bladzijde of twintig te lezen, maar de hele bijna 1000 pagina’s? Nee.

Het was de derde poging. De eerste vond lang geleden plaats. Toen kwam ik er niet doorheen omdat de beelden van de televisieserie, die ik niet lang voordien gezien had, me te levendig voor ogen stonden. Ik las de zinnen van ‘de tovenaar’ maar zag de televisieserie. De tweede keer was een jaar of wat geleden – exact weet ik het niet, en aangezien mijn tijdsgevoel stevig is ontregeld kan het evengoed vorig jaar zijn geweest als vijf jaar geleden. Dit jaar de derde poging: omdat ik mn tanden in een grote roman wilde zetten, omdat ik op mn treinreizen naar en van Rotterdam wel een grote romanwereld wilde meenemen. Gestrand op de helft. Het laatste hoofdstuk – waarin de vertelde tijd plots versnelt – wel gelezen; en hier en daar wat uit de tweede helft.

Ik heb geen goed antwoord waarom het met Der Zauberberg niet lukt. Te lang, te saai, te langdradig. Ik heb niet veel interesse voor sanatoria en gezondheidszorg, de intellectuele discussies met Settembrini weten met niet echt te boeien. Het lukt niet tussen mij en romans over de cultuur van midden-Europa voor de Eerste Wereldoorlog.

Liever zou ik Doktor Faustus herlezen, of Felix Krull. De Buddenbrooks las ik met genoegen op het strand van Rügen – en zal ik niet herlezen.

Waarom precies besluit je om een roman niet uit te lezen? Waarom besluit je bepaalde schrijvers ‘links’ te laten liggen die anderen, veel anderen, hoogachten (en welke zijn dat? – in mijn geval bijvoorbeeld Nabokov, Dickens, Dostojevski, Updike). Waarom zijn er periodes die je niet liggen (en welke zijn dat?), genres die je maar niet weten te boeien?

leesvoer | April 11, 2011 | 21:44 | Comments (2) |
« Previous PageNext Page »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.5 License. | Arie Altena