“Calling Facebook a big social experiment implies that the network opens up new possibilities for the service’s users to change society, when in fact those opportunities rest with the site’s administrators and the minions who can access the whose of the data trove. Rather than crack society open and make it open to experiment, it helps preserve existing social relations and make them more supple and instrumental for those who already are in power. This really shouldn’t be news to anyone: Facebook is not an experiment; it’s a jail.”
From: http://thenewinquiry.com/blogs/marginal-utility/facebook-as-experiment/
Leesvoer voor de zomer? JR? Opschieten, voor volgende week de eerste 150 pagina’s lezen om mee te doen met OccupyGaddis. Ik niet, ik zit net enorm te genieten van Ulixes de nieuwe Nederlandse vertaling van Ulysses door Henkes & Bindervoet.
“When, as a critic, I call something literature, I mean that it expands the field of what literature can be. David Foster Wallace is literature. Jonathan Franzen just tried to write a literary novel.” Stuart Kelly in his review of Eagleton’s The Event of Literature, www.guardian.co.uk/books/enz.
Next week there’s a so-called book-sprint at V2_, and a team with a.o. Michael Dieter, Nat Muller and David Berry will have a week to write a book on, I think, politics and the new aesthetics.
I might in turn report on it, and in preparation I get entangled in the recent discussion on the a-politicalness of OOO. See for instance these posts:
Alex Galloway on Graham Harman: itself.wordpress.com/2012/06/03/a-response-to-graham-harmans-marginalia-on-radical-thinking/,
David M. Berry on OOO and politics:
stunlaw.blogspot.no/#!/2012/06/new-bifurcation-object-oriented.html, and
stunlaw.blogspot.no/#!/2012/05/uses-of-object-oriented-ontology.html
Interesting, but I’m not sure I agree with either of them. Harman is clearly not a political philosopher – did anybody assume he was? OOO is very much hardcore ontology (in the hands of Meillasoux or Harman), and sometimes pretty hard to grasp in its theoretical rigour (for a non-professional who hasn’t got a proper understanding of, for instance, Husserl) – and that is where it becomes interesting. It’s made easy-going and simple sometimes, especially on all the blogs, but that is where I get uncomfortable…
Something like that… I’d need a day to properly explain. And well, I do not have that day.
Ah, a good response to Galloway is in the comments: http://itself.wordpress.com/2012/06/03/a-response-to-graham-harmans-marginalia-on-radical-thinking/#comment-27766.
Etc.
Weinig geconcentreerde leestijd. Veel half gelezen, veel voor een kwart, soms een heel boek. Onder andere Silas Marner van George Eliot, Wessex Tales van Thomas Hardy (en stukjes uit verschillende van zijn romans), Robert Kaplan’s geschiedenis van nul, The Nothing that is, en Nothing, A very Short Introduction van Frank Close, het grootste deel van Geert Lovink’s boek over social media, Collapse VII, de nY (en nog wat tijdschriften zoals de DeBug), wat Daniel Defoe, stukjes Philip K. Dick – en de rest herinner ik me nu niet. Oh, ja, wat uit Isabelle Stengers (Cosmopolitics II), en natuurlijk het gewoonlijke gegrasduin…
Ik meld het maar, om het mezelf in de toekomst te herinneren.
But I don’t feel like keeping accounts.
… ik zie dat OMC ‘t citeert – & ik vind ‘t een klassieker:
“Jarry was no Bois de Boulogne buff. He belonged to the avant-garde community of writers and artists. For these people cycling was more than just a pleasure, and a cycle ride could be just as beautiful or radical as a poem or a painting. They were often passionate cyclists, undaunted by Paris traffic, and many of them enjoyed the sweaty pleasures of strenuous long distance riding. They saw the bicycle as a liberator, a machine to extend the potentialities of the human being. Jarry described it as an ‘external skeleton’ which allows mankind to outstrip the process of biological evolution.”
— Alfred Jarry: a Cyclist on the Wild Side by Jim McGurn
Eindelijk gelezen: Timothy Morton’s tweede boek The Ecological Thought, (en daarvoor het begin van Ecology Without Nature). Dark ecology, niet het groene-let’s-preserve-the-environment-denken, maar een radicaler uitgaan van de verbondenheid van alles met alles. Ik weet niet zeker of ik het in alle opzichten eens ben met Morton, maar zijn filosofisch voorstel brengt ons veel verder dan de traditionele ‘groene’ politiek (in het voorstellen van de wereld, en een toekomst).

Tim Morton – as you might know – blogt en zet lezingen en lessen online: ecologywithoutnature.blogspot.com/
Een aantal maanden geleden was ik er ook al eens aan begonnen, toen was mijn reactie – weet ik al, weet ik al, weet ik al, niets nieuws – en las ik het niet uit. (Ook vanwege een totale desinteresse in Flying Lotus-type-of-pop.) Een paar dagen geleden pakte ik het boek weer op, en begon het laatste hoofdstuk te lezen. Dit keer wekte het mijn interesse – vooral vanuit de gedachte aan hauntology als uitbanning of bezwering van het verleden, en ik las alle hoofdstukken, teruggaand, door het boek, in omgekeerde volgorde. Reynolds blijft toch een van de beste schrijvers over popmuziek.

The New North heeft als ondertitel The World in 2050. Het is een populair wetenschappelijke studie – hier en daar wat Amerikaans in stijl (d.w.z. hoofdstukken beginnen met persoonlijke anekdotes), maar met nette en zeer uitgebreide noten die een kwart van het boek beslaan en waarin de verwijzingen staan naar de wetenschappelijke gegevens & artikelen.
Ik ga het hier niet samenvatten (recensies genoeg te vinden). Gebaseerd op data over klimaatverandering, demografie, economische ontwikkeling, energieverbruik en internationele wetgeving, schetst hij een overtuigend beeld van de nabije toekomst. Smith is geograaf en heeft veel onderzoek gedaan naar klimaatverandering in het Noordpoolgebied. The New North focust dan ook op de ontwikkeling van dit gebied. Het Noordpoolgebied bevat de grootste voorraad olie & aardgas (bij de huidige ontwikkeling blijft de economie daar in de komende jaren nog meer van afhankelijk dan we al zijn), door de opwarming worden scheepvaart en ontginning steeds minder moeilijk, en ten derde: er is een enorme politieke en culturele dynamiek in dit gebied, gevoed door de grotere onafhankelijkheid van Nunavut en Kalaallit Nunaat (sorry, ik kan het niet laten om dat te schrijven in plaats van Groenland). Nu staat Smith als geograaf eerder aan de ecologische kant dan aan de kant van de investeerders, maar hij schets zowel de negatieve als de positieve effecten van deze (onstuitbare) ontwikkeling.
Weinig in het boek was echt nieuw voor me (qua grote lijnen dan, details wel) – maar als geïntegreerde blik: erg goed.

Treinlectuur. Zo’n boek waarvan je eigenlijk niet zeker weet of je het nou ooit gelezen hebt, of toch niet. Je weet precies waar het over gaat, want het wordt allemaal vaak genoeg aangehaald, de 1.000 kilometerrace van de vijfmansfiets tegen de trein, enz. Maar nu kan ik echt zeggen: ik heb het gelezen. In de lekker bekkende vertaling van Gerrit Komrij. (Die voorziet de beschreven fiets wel van een terugtraprem, maar dat lijkt me sterk. De terugtraprem werd weliswaar in 1898 uitgevonden, maar in Jarry’s tijd reed men gewoonlijk op een doortrapper – er zal in het Frans wel iets hebben gestaan als ‘tegentrappen’).
(Tegentrappen is wat je doet als je te snel gaat op een doortrapper. De pedalen blijven voorwaarts gaan, maar jij zet kracht in tegenovergestelde richting).
Superman werd uitgegeven in die mooie Meulenhoffreeks van begin jaren zeventig, roze, met inleiding en achtergrond op de schutbladen.
