Nog steeds geen goede tijden om te lezen. Vooral als het wat ingewikkeld wordt kan ik mn aandacht er niet goed genoeg bijhouden. Ik dacht: laat ik als remedie de nieuwe Umberto Eco lezen. Dat werkte, tot omtrent pagina 300. Eco acht ik zeer hoog, vooral als semioticus en essayist, en ik lees zijn romanwerk nog altijd als een afgeleide van zijn theoretische onderzoekingen. Il cimitero di Praga (2010) is na Il Nome della Rosa denk ik z’n beste roman. Ik vond het geslaagd zo lang het vooral een verwerking is van en reflectie op de negentiende eeuwse feuilleton en avonturenroman (Sue, Dumas, en misschien ook Wilkie Collins? met z’n clichés, vooroordelen en antisemitisme). Spannend zolang de opstand van Garibaldi, de achterbuurten van Parijs en de Parijse Commune van 1870 onderwerp en achtergrond vormen. Ik haak af bij het occultisme en de vrijmetselarij (reden waarom Il pendolo di Foucault me indertijd maar matig interesseerde). De thematiek van samenzwering en paranoia zijn in de Amerikaanse roman veel beter neergezet (of intrigerender, voor mij). Ik mis de fascinatie voor die onderwerpen. (En de Dan Brown-crap interesseert me zelfs niet in meta-zin, zelfs niet als sociologisch verschijnsel). Ah, samenvattend: good read en interessant als roman-pendant van Eco’s theoretische werk. Herlezen zal ik het niet, wel zin om iets van Dumas te lezen en zin om wat essays van Eco te (her)lezen.
Geen foto van het omslag (te lelijk), wel eentje van Eco in regenjas:
Shepp. Voor mij een ‘acquired taste’. Naar het werk tussen 1962 en 1969 heb ik lang nauwelijks geluisterd, ik denk dat ik op tape alleen Ascension had en de opnames met Cecil Taylor. Pas later hoorde ik de Impulse platen. Oh en ik heb ergens een goedkope Italiaanse LP met Shepp anno 1975, maar die heb ik nauwelijks gedraaid.
(Ik was er bij toen Mengelberg in 1987 om een uur of half drie ‘s nachts in het BIMhuis korte metten met Shepp maakte nadat het Shepp (sax knetterhard van drie kanten over de PA) had bestaan om Curtis Clark achter de vleugel weg te sturen (wegens te impressionistische harmonische opvattingen?), zelf plaatsnam en didactisch vier-in-de-maat de akkoordjes van het thema ging pompen. Mengelberg kwam aansjokken met een kopje koffie. Keek verbaasd naar Curtis Clark, praatte even met hem, en schoof gezellig naast Shepp op het pianobankje aan. Shepp wist niet hoe hij het had. Pling. Mengelberg speelde netjes mee. Plonk. Boing voor Shepp langs. Shepp droop af naar de saxofoon. Soleerde lang. Mengelberg begeleidde netjes en pestte wat tussendoor. Tot het einde, Shepp haalde de sax uit zn mond, haalde adem voor een coda, zet de sax weer aan zijn mond en Mengelberg klapt knetterhard drie keer met de pianoklep. Sax valt Shepp uit de mond. Luid applaus. Mark Dresser baste die nacht, was Gerry Hemingway de drummer? Ik denk het wel. En ik meen dat Braxton ook op het podium stond. Het was een onaangekondigd concert, deel van de Oktober Meeting en Shepp deed alsof hij de saxofoon-god was, of de enig werkelije opvolger van Ben Webster en Coleman Hawkins (wat ie in zekere zin ook is). Er was geen sound check geweest en tijdens het eerste stuk liet Shepp nogal ongenuanceerd zijn microfoon drie keer zo hard zetten zodat zijn saxofoongeluid je van alle kanten tegemoet kwam. Wat ik me nog herinnerde was dat Shepp uiteraard Braxton kende, maar geen idee leek te hebben wie Hemingway en Dresser waren, laat staan wie die twee waren die elkaar op piano afwisselden.)
Heb nooit gehouden van Shepp’s saxofoon-aanpak. Maar zijn freejazz werk is wel degelijk indrukwekkend. De afgelopen jaren heb ik een en ander aan live concerten uit eind ’60, begin jaren ’70 gedownload die echt meeslepend zijn. Yasmina, A Black Woman is een van de BYG-platen die in 1969 in Parijs werden opgenomen. Mijn exemplaar is een goedkope Portugese persing die navenant klinkt. Eerste kant freejazz, kant twee standards. Kant één is vooral Shepp, Shepp, Shepp. Lester Bowie, Arthur Jones, Clifford Thornton en Roscoe Mitchell zijn alleen in de ensembles te horen. Aardigheidje is de aanwezigheid van Hank Mobley in Sonny’s Back, die fietst er fijn doorheen, maar met Malachi Favors en Philly Joe Jones als ritmetandem wil dat ook wel natuurlijk.
Nog een LP die ik vaak heb gehoord en hoop nog vaak te horen. Al vind ik Good Bait een vreselijk thema – de solo van Coltrane is meeslepend, heel wat meer chorussen lang dan je verwacht, en wijst vooruit naar de dingen die komen gaan. Ook deze opnames zijn met Chambers op bas. (De andere helft van de Amerikaanse dubbel-LP).
Terug naar vinyl. Deze LP is beter bekend als Traneing In, naar het eerste stuk waarin het trio van Red Garland eerst minutenlang sfeer maakt voor ‘Trane eindelijk invalt om te soleren. Eén van de Prestige albums van Coltrane uit 1957, vaak gedraaid en deze zal ik nog vaak draaien. Met Paul Chambers, bassist met prachtige toon, die schitterend kon soleren en bij Miles Davis wel eens Coltrane – die daar echt los ging – bijna (?) overtroefde. Ik heb overigens een Amerikaanse dubbel-LP heruitgave (met Soultrane), zonder de ‘originele’ cover.
Hmmm. Dat zijn van die aardige meldingen “U kunt dit programma niet openen omdat de Classic omgeving niet langer wordt ondersteund”. Ja, dat weet ik ook wel, OSX. Gelukkig kun je zo’n oud bestand ook gewoon vanuit BBedit of TextEdit openen.
Ik zocht iets uit 1991 of 1992. Ik heb dat gewoon op mijn laptop staan. Destijds had mijn computer een harddisk van 20MB, dus alles wat daarop paste, past ruimschoots op elke later gekochte computer.
Toch werd ik niet blij toen ik het tekstbestandje opende (in respectievelijk BBedit, TextEdit en OpenOffice). Het ging gewoon open – dat is je geraden, computer! – en de tekst was leesbaar – gelukkig – maar helaas zaten er aan het begin en einde van het bestand en hier en daar tussendoor ‘andere tekens’. Hmmphggrmmbl. Ik wil helemaal niet aan tekstarcheologie doen. Hmmmphgrmbl, had ik er dan 5 jaar geleden toch beter aan gedaan al die tekstbestanden om te zetten naar .txt?
Pfff, ik gebruikte Word 4, en heel soms MacWritePro. Ik zou eens moeten zoeken of ik niet op een bepaald moment alles heb geprint. (Ik meen van wel).
Maar waar het me om gaat: als programma’s uit 1991 al ‘troep’ achterlieten in je bestanden, hoe ontzettend veel ‘troep’ laten de programma’s die we nu gebruiken dan wel niet achter? Heel veel dus. Als je over 20 jaar nog wil lezen wat je vandaag schrijft…
Heel wat prettiger weer dan gisteren: iets openbrekend wolkendek, droog, 7 graden en gelijkmatige zuidenwind. Uitstekend fietsweer. 15.20 – 17.20. (Tekenen van lente: vogels fluiten weer – ook gisteren).
Marcusstraat – Amstel – Ouderkerk – Ronde Hoep West – Veldweg – Waverveense pad – Mijdrecht – Waver – Ronde Hoep Oost – Ouderkerk – Amstel – Marcusstraat
Heel vies weer. 6 graden, grijs, nevel, motregen en daarna regen. 16.15 – 18.00. Maar als ik wacht met fietsen tot het moment waarop ik weg kan èn het mooi weer is… Ik hou gewoon echt van fietsen. Heel veel modder en viezigheid, vooral op de Diemerzeedijk.
Marcusstraat – Diemerpark – Diemerzeedijk – Muiden – Muiderberg – Naardermeer – De Horn – Weesp – kanaal – Ringdijk – Marcusstraat
Bootstrappers is Elliott Sharpe samen met het fenomenale ritmetandem van The Minutemen en Firehose: Mike Watt en Geoff Hurley. Live was dat wel genietbaar, gewoon omdat het spel van Watt & Hurley genietbaar was. De LP komt uit de ramsj, en was niet voor niets in de ramsj terecht gekomen. Het is gewoon niet zo goed. Sharpe pielt en scheurt met zijn MIDI-gitaar (en basklarinet?) over de stevige ondergrond van Watt & Hurley, en c’est ca. Het komt niet echt bij elkaar. De aanpak is te simpel, ook voor ‘improvised songs’. Toch is het een stuk beter dan de dingen die Sharpe later maakte. Watt en Hurley hoor ik liever bij The Minutemen. Misschien dat het in 1989 als een uitvloeisel van de No Wave werd gezien? Objectief gezien zijn er vast wel wat positieve dingen over te zeggen, maar ik vind het vrij vervelend om naar te luisteren.
Ik pak de minder voordehandliggende LPs uit de kast. Wayne Horvitz No Place Fast is een afgeschreven exemplaar afkomstig uit de Amsterdamse bibliotheek. Waarschijnlijk 1 gulden voor betaald en niet vaker dan 2 keer naar geluisterd. Opnames uit 1979, quiet impro, een suite-achtig stuk en ook vooruitwijzingen naar Horvitz’ The President en het werk van Bobby Previtte. Robin Holcomb speelt piano en elektrische bas, zingt niet. Verder met de mij onbekende Mark Edward Miller, Carolyn Romberg en David Sewelson. Geen meesterwerk, maar het bevalt me beter dan verwacht. Er is een eigen signatuur. (Ik ben benieuwd wat ik nu van Horvitz werk uit de jaren tachtig vind, ooit hield ik er erg van, ik kan me voorstellen dat ik het nu vreselijk vind).
Je zou het een lunchrondje kunnen noemen, zij het dat het daar net te laat voor was. 14.30 – 15.30, grijs, mortregen, nauwelijks wind, 7 graden, later droog. Zin om langer te fietsen.
Marcusstraat – Weespertrekvaart – Duivendrecht – Buitensingel – Ouderkerkerplas – Ouderkerk – Amstel – Middenpolder- Amstel – Marcusstraat