Michel Houllebecq: De kaart en het gebied

Ik heb nooit begrepen waarom Houllebecq zo ongeloofelijk hoog staat aangeschreven. Ja, ik heb al zijn boeken gelezen – hoewel sommige eerder diagonaal dan intensief – en ik heb er geen spijt van. Ze zijn de moeite waard vanwege de cynische, realistische en bijtende maatschappijvisie, waarin de kernaspecten van de hedendaagse Westerse ideologie tot hun uiterste consequentie worden doorgedreven (procedé van de sociologische SF). Ontluisterend en hard. (En ik begrijp eigenlijk niet goed waarom er niet veel meer schrijvers zijn die dat doen…) Maar verder…

Houllebecq lijkt mij geen groot stilist, sterker, soms komt het op mij zelfs slordig en onhandig over. Humor heeft hij wel, zeker in deze roman. En zijn toekomstvisie voor Frankrijk, waarmee hij in de laatste pagina’s op de proppen komt, met een platteland bevolkt door goedwillende Chinezen en Russen die het cultureel erfgoed van Frankrijk nieuw leven inblazen, dat is mooi bedacht (en makkelijk bedacht natuurlijk, en als je ietsie harder nadenkt is het grappig bedacht maar mist het een werkelijke ‘bite’ – hij stelt zich voor de Afrikanen dan naar China en India vertrekken… sure). Er is een rijkdom aan ideeën en ideeetjes – maar dat verwacht ik sowieso van een goed boek. Maar heel opzienbarend, of heel goed gezien is het ook weer niet. Begrijp me goed, het is wel degelijk heel goed wat hij doet, maar het is niet opzienbarend en ik kan me niet voorstellen dat dit nou tot het allerbeste behoort de de hedendaagse literatuur heeft te bieden. Het is – anderzijds – ook precies een van de dingen die literatuur vermag te doen: een maatschappijvisie op de spits drijven in de vorm van een verhaal. En dat doet Houllebecq. Soi.

Zou het kunnen zijn dat Houllebecqs romans – en het succes ervan onder grote lezers – daarom toch nog steeds een stuk sterker zijn dan de rest van de hedendaagse literatuur is, al die ‘gewone’ romans (die ik niet lees, of wel eens probeer om heel snel af te haken), die op geen enkele manier een analyse of een beeld van onze wereld bieden, of dat op een te zwakke manier doen. (Althans, zo stel ik me voor, ik ken de boeken niet werkelijk, vertel me als ik het mis heb…)

Het blijft uitzichtloos en cynisch, dat proza van Houllebecq, en ik voel altijd iets van ressentiment, een ondertoon.

Ondertussen lees het wel lekker weg.

(Net als Céline).

((Ik vraag me wel af wat het betekent dat zowel Houllebecq als Grunberg op zoveel succes hebben bij het hedendaagse leespubliek. Grunberg heeft een even cynische kijk op het bestaan. In veel opzichten is zijn analyse vergelijkbaar met die van Houllebecq, zij het wat bij Houllebecq uitloopt op een kille aanvaarding van de wereld als markt en strijd (met enige ressentiment en daarin is dan weer kritiek te lezen, en ja, in deze roman zit een melancholische en conservatieve ondertoon), bij Grunberg doodslaat in een allesverstikkende ironie.))

(((Daarom was de wijn beter dan het boek, want eerlijker, zie de recensie op De Reactor.)))

Excuus voor dit chaotische tekstje…

… euh, ik kocht het boek dus vanwege de rol die Michelinkaarten spelen in het werk van de hoofdpersoon, de hedendaagse kunstenaar Jed Martin. Omdat ik ook zo van Michelinkaarten hou. En ja, ik vind het wel zijn beste boek sinds De wereld als markt en strijd.

nl,uitgelezen | June 10, 2011 | 22:46 | Comments Off on Michel Houllebecq: De kaart en het gebied |

Vakantielectuur

Drie weken zomervakantie in mei en er ging een doosje boeken mee.

(Er ging ook een laptop mee, niet om de ‘connectiviteit – die had ik niet – maar om leesvoer in pdf-formaat – daarvan las ik alleen 2 essays van Ricoeur).

Dit las ik (in boekvorm):

Adolfo Bioy Casares: De droom van de helden
Roman van mijn op 1-na-favoriete Argentijnse schrijver, uit 1954. Vertaling uit 1978. Morel’s uitvinding heb ik lang geleden gelezen, en herlezen. Na De droom van de helden wil ik echt ook zijn andere werk lezen. Tweedehands matig verkrijgbaar, verdwenen van de schappen van de openbare bibliotheek.

(Curieus, enige plaatje dat ik kan vinden staat op de Italiaanse ebay… een afgeschreven bibliotheekexemplaar).

Ivo Michiels: Mag ik spreken? Journal brut – een reconstructie
Dit jaar uitgekomen herschrijving en inkorting van Michiels tiendelige Journal brut-cyclus. In Zuid-Frankrijk las ik per dag 100 pagina’s, met groot plezier. (Ik heb elk deel van de cyclus al ‘ns in huis gehad, geleend van de Openbare Bibliotheek – waar de meeste nu trouwens uit het bestand zijn verdwenen – maar kan niet zeggen dat ik elke pagina van elk deel heb gelezen.) Indrukwekkend en wisselend. Om zijn werk – en mijn leeservaring – recht te doen, zou ik een essay moeten schrijven. Daarvoor ontbreekt me de tijd. Het schrijfwerk, woordwerk, taalwerk, leeswerk dubbel en dwars waard. (Laat ik het daarbij houden. Voor nu.)

Sigrid Bousset: Meer dan ik mij herinner. Gesprekken met Ivo Michiels
Ook dit jaar uitgekomen – een portret en biografie van Michiels in 17 hoofdstukken, 17 gesprekken. Ik ben geen Michiels-kenner (hoeveel ik ook van zijn werk heb gelezen), dus voor mij veel nieuws en veel verhelderende context. Zo wist ik niet dat Michiels een (opstandig) rechts-katholiek verleden heeft, en zo meer. Onmisbaar omdat Michiels zelf aan het woord is. Kan me voorstellen dat Michiels-vorsers er niet omheen kunnen, en er ook wel een en ander aan mis kunnen vinden?

Jorge-Luis Borges: De geschiedenis van de eeuwigheid en andere essays
Dus niet mijn favoriete Argentijnse schrijver. Hoe goed die paar klassieke verhalen ook zijn, ik kan zijn essays niet hebben. Ik heb het weer geprobeerd, ditmaal vanwege de artikelen over ‘tijd’. Maar nee. Op z’n best zijn de teksten perfect qua stijl en zeer vermakelijk, op z’n slechts zijn het essays in lege eruditie met een vleugje irritante ironie. (Kwestie van smaak, temperament, gevoel voor humor? Arno Schmidt’s essays zijn ongetwijfeld slechter, onzinniger, eigenwijzer, irritanter en idioter, maar ik geniet er van). Ah, ik overdrijf.

Barry Cunliffe: Europe Between the Oceans 9000 BC – AD 1000

Eindelijk uitgelezen. Geschiedenis van de Longue Durée – naar het voorbeeld van Braudel. Op z’n best in de hoofdstukken over de prehistorie. Ben er erg enthousiast over. Cunliffe laat zien hoe ‘culturen’ zich over Europa verspreiden – vooral fascinerend om te zien hoe vroeg er al handelscontact geweest moet zijn tussen het Atlantische (Ierland, Bretagne, Noord-Spanje) en de Middellandse zee.

Marcel Schwob: Coeur double
Nee, niet helemaal gelezen – wel de ‘presentation’, Schwob’s ‘Preface’ en een stuk of tien verhalen. Allemaal in het Frans. Ging best. Vreemde schrijver.



La grande histoire du Tour de France, 1961-1962, La “machine” Anquetil

Uit de serie L’Equipe raconte. Omvang van een stripboek, mooi beeldmateriaal en het verhaal van de tour van 1961 en 1962 vrij simpel verteld, maar voor mijn kennis van het Frans is dat precies goed.

Tenslotte ook nog Boek II van Herodotus Historiën, oftewel Het verslag van mijn onderzoek. Ah, en aardig wat uit deel twee van Braudel’s De Middellandse Zee. De samenleving en de staat. (Ik dacht deel 1 bij me te hebben…)

leesvoer,nl,uitgelezen | May 31, 2011 | 22:34 | Comments Off on Vakantielectuur |

Antoine-François Prévost: De geschiedenis van ridder Des Grieux en Manon Lescaut

Nog eentje van de stapel, Manon Lescaut van Abbé Prévost, in een Nederlandse vertaling. Het exemplaar van de ‘Klassieken’ reeks van Het Spectrum komt uit de boekenkast van mijn vader. Hij kocht ze tweedehands. Aardig om te lezen, ik meen dat Flaubert er wel over te spreken was, maar omdat beschrijvingen missen en de vertelling chronologisch is, op den duur wat ‘saai’. Saaier dan bijvoorbeeld Smollett. De laatste 20 pagina’s zijn dan weer ‘action-packed’. Etc. Maar al dat valt elders wel te achterhalen, dat hoef ik niet op te schrijven.

leesvoer,nl,uitgelezen | April 26, 2011 | 18:20 | Comments Off on Antoine-François Prévost: De geschiedenis van ridder Des Grieux en Manon Lescaut |

Samuel R. Delany: The Jewel-Hinged Jaw

Essays van Samuel Delany over SF – de ondertitel van deze ‘revised edition’ is Notes on the Language of Science Fiction. Uitgelezen? Min of meer. Nog steeds kan ik mijn gedachten er slecht bijhouden als ik lees.

(Uitzondering is The Pale King, dat ik ook aan het lezen ben, maar dat is zo ongeloofelijk goed, en op allerlei indirecte en misschien oneigenlijke manieren pijnlijk om te lezen dat het me niet altijd lukt om me er in te verdiepen).

Daarom probeer ik me maar te ontdoen van boeken die al een tijdje op de stapel ‘nog uit te lezen’ liggen. Zoals deze Delany. Ik lees graag de opstellen van Delany, om het schijnbare ‘schrijfgemak’ dat er uit spreekt, om zijn belezenheid en enthousiasme – en als hij te wijdlopig wordt ligt dat nooit aan de stijl. Maar ik ben geen SF-lezer (ja, ik heb Gibson gelezen, Ballard, maar op de romans van Delany na vrijwel geen genregebonden SF), en dus komt Delany in deze bundel vaak op terrein waarin ik weinig interesse heb. Zestig pagina’s nauwgezette analyse van Ursula K. LeGuin’s The Dispossessed is dan wel heel veel gevraagd. Maar ik weet zeker dat wie ze leest, leert hoe je kunt of moet lezen (of een verhaal schrijven).

(Andere uitzondering is de theorie en filosofie die ik zou willen lezen, maar die ik natuurlijk alleen als pdf tot mijn beschikking heb. Ik wil juist graag een boek lezen in de zon – in plaats van weer naar een computerscherm te staren).

leesvoer,nl,uitgelezen | April 25, 2011 | 22:07 | Comments Off on Samuel R. Delany: The Jewel-Hinged Jaw |

nY#9 / Overtalig

Treinlectuur, het nieuwe nummer van nY. Met veel meertalige poëzie – (Samuel Vriezen valt aan, en laat in een paar tientallen pagina’s zien dat de poëzie de aansluiting met ‘het heden’ geenszins blijkt te hebben gemist) // een vertaling van Franco Moretti’s controversieële/baanbrekende artikel over wereldliteratuur uit 2000, en nog meer lezenswaardigs.

(Meer lectuur: een erg mooi en persoonlijk stuk van Jonathan Franzen in the New Yorker over de roman, Robinson Crusoe, een bezoek aan een vrijwel onbewoond eiland en DFW. Alleen in de digitale editie: http://www.newyorker.com/reporting/2011/04/18/110418fa_fact_franzen. (Vorige week gratis toegankelijk via Facebook als je thumbs up deed voor TNY. Pfff. En nu vast wel ergens anders te vinden) –– waaruit impliciet valt op te maken waarom DFW er wel in geslaagd is om de ‘pijn’ van het hedendaagse ‘Amerikaanse’ bestaan te vatten, en Franzen niet – hoe tragisch ook voor David Foster Wallace).

leesvoer,nl,uitgelezen | April 20, 2011 | 16:29 | Comments Off on nY#9 / Overtalig |

Jean Bobet: Lapize… Now there was an Ace

Jean Bobet’s mooie biografie van Octave Lapize. 150 pagina’s wielerhistorie, een portret van een van de eerste grote kampioenen. Winnaar van de Tour van 1911, waarin Lapize toonde te kunnen klimmen. Hattricks in Parijs – Roubaix, Parijs – Brussel en het Frans kampioenschap. Kampioen op de baan, in zesdaagses, achter de tandem, de grote motoren en in de sprint. Neergeschoten tijdens een luchtgevecht in 1917. (Lapize was vliegenier). Voor het tijdperk Coppi werd Lapize wel gezien als de grootste wielrenner aller tijden – want veelzijdig. Zijn naam leeft voort als merk voor toeclips en toeclip-riempjes. Ik stel me voor dat er fixie-afficionados zijn die van witte Lapize-riempjes houden… helaas voor hen was Lapize juist de kampioen van het freewheel – een van de eerste die daarvan het voordeel onderkende en uitbuitte. (Petit-Breton bijvoorbeeld bleef veel langer met een fixed wiel rijden). Leuk boek, uitgegeven door de Mousehold Press: http://www.mousehold-press.co.uk/.

leesvoer,nl,uitgelezen | April 11, 2011 | 22:10 | Comments Off on Jean Bobet: Lapize… Now there was an Ace |

Portraits Polychromes (Bayle, Parmegiani, Chion, Ferrari)

Het GRM geeft een reeks portretten van componisten uit, boekjes van zo’n 150 pagina’s, 9 euro per stuk. Ik kocht er 5 toen ik in Parijs was voor Presences Electroniques. Die over Pierre Schaeffer is in het Engels. Daarover schreef ik al. Die over François Bayle, Bernard Parmegiani, Michel Chion en Luc Ferrari zijn in het Frans. De afgelopen 2 weken heb ik die alle vier ‘helemaal’ gelezen. ‘Helemaal’ tussen aanhalingstekens. Mijn kennis van het Frans is matig – maar bleek voldoende om de interviews grondig te lezen en aardig wat op te pikken van de rest. Het zijn uitstekende inleidingen op de Franse elektronische en ‘acousmatische’ muziek – ik begrijp de culturele context en geschiedenis ervan nu veel beter.

Veel inhoud staat ook online, met audio-analyses in Franse Flash – de moeite waard om door de interface heen te ploegen.

http://www.ina-entreprise.com/entreprise/activites/recherches-musicales/portraits-polychromes.html

fr,nl,reading matter,uitgelezen | April 8, 2011 | 15:33 | Comments Off on Portraits Polychromes (Bayle, Parmegiani, Chion, Ferrari) |

Polychrome Portraits: Pierre Schaeffer

Pierre Schaeffer is een grootheid in Frankrijk – radioman, oprichter en directeur van het GRM en van de ORTF, initiator van Les Shadoks en natuurlijk grondlegger van de akoesmatische muziek, de musique concrete. Zijn ‘hoofdwerk’ Traité des objets musicaux blijft onvertaald. Dit ‘polychrome portret’ is een uitgave van INA/GRM uit 2008 en bevat meer dan 20 korte teksten over Schaeffer, herinneringen, essays, interviews – in het Engels (hmm, soms matig vertaald). Het geeft een gefragmenteerd beeld van een fascinerende man. Misschien niet geschikt als inleiding op ‘Schaeffer’, maar een verrijking voor wie zijn werk al kent. Ook interessant om te zien hoe hij zijn instituten leidde… Goeie artikelen van John Dack, Brian Kane, Rolf Inge Godøy, mooi interview met euh… Jean Michel Jarre…

leesvoer,music,nl,uitgelezen | March 31, 2011 | 11:40 | Comments Off on Polychrome Portraits: Pierre Schaeffer |

Jean Bobet: Tomorrow, we ride

Engelse vertaling van Jean Bobet’s Demain, on roule (2004), een portret van hemzelf, zijn broer – kampioen en drievoudig Tour-winnaar Louison Bobet –, het profwielrennen van de jaren vijftig en de liefde voor het fietsen. Erg goed. Erg goed. (En inderdaad, nog zo’n uitgave van de Mousehold Press).

leesvoer,nl,uitgelezen | March 20, 2011 | 14:52 | Comments Off on Jean Bobet: Tomorrow, we ride |

Ernst Timmer: De Noordzeeopening

Ik lees vanalles door elkaar en tegelijkertijd. Tacitus Historiën in de weerbarstige vertaling van Vincent Hunink – waardoor je eindelijk begrijpt wat er wordt bedoeld met Tacitus’ onovertroffen compacte stijl; Jean Bobet’s Tomorrow we Ride; Abbé de Prevost’ Manon Lescaut; de derde serieuze poging om Thomas Mann’s Der Zauberberg te lezen (op 1/3 nu); en nog zo wel een en ander (briefwisseling Kerouac – Ginsberg, boek over de Eerste Wereldoorlog, boek over tweetaligheid).

Gisteravond las ik Ernst Timmer’s De Noordzeeopening (2010) uit. Klassieke roman, kundig en met vaart geschreven, over de revolutionaire jaren zeventig, met beklijvende portretten van een IRA-activist en een Nederlandse die verzeild raakt in extremistisch milieu – en nog veel meer. (Uitweiden en toelichten houdt in dat ik het hele bouwwerk van deze roman moet blootleggen en ontleden – en waarom? Belangrijkste: deze roman is een overtuigend portret is van een belangrijk aspect van “de jaren zeventig”, geeft inzicht, zoals alleen een roman inzicht kan geven.)

leesvoer,nl,uitgelezen | March 19, 2011 | 21:14 | Comments Off on Ernst Timmer: De Noordzeeopening |
« Previous PageNext Page »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.5 License. | Arie Altena