Villon, Ibn Fadlan, Petrarca, Harman

Leesvoer, leesvoer. Nee, ik downloadde public domain-boeken via Amazon – ze sturen je daarvoor zelfs een factuur a 0,00 dollars of euro’s – e-pubs te lezen in je Kindle-reader-for-mac (of in the cloud), te tracken door Amazon. Maar goed, ik probeer weer eens een goede elektronische leesomgeving te vinden (of te maken) voor dat materiaal, maar ben nog altijd niet tevreden (en helemaal niet over de toegang van Amazon tot mijn computer).

Wat zegt het, een overzicht van uitgelezen boeken. De meeste leestijd besteedde ik aan onderzoek, van website naar pdf naar wiki, soms scannend, op zoek, soms artikelen lezend. Maar goed. Deze boeken las ik:

François Villon: Verzamelde gedichten, in de briljante vertaling van Ernst van Altena. Ik had wel eens een paar stukjes Villon gelezen, maar nooit ‘alles’. Misschien kwam het door alle boeken over de vroege jaren tachtig, waardoor ik gevoeliger was voor Villon’s toon en ‘outlook-on-life’? Ze zijn inderdaad scherp – die gedichten. Pfff.

Ik las ook wat Petrarca, uit het Liedboek, vertaling van Peter Verstegen, maar met het Italiaans ernaast. Om iets te begrijpen van het begin van de ‘subjectieve’ lyriek.

En ik las de Penguin Classis Ibn Fadlan and the Land of Darkness. Arab Travellers in the Far North, een bloemlezing met de volledige vertaling van Ibn Fadlan’s reis naar het ‘verre noorden’ (wat toch niet zo heel ver noordelijk is, Ibn Fadlan kwam tot Kazan). Dat is een belangrijke bron voor onze kennis over de Vikingen (ook wat betreft de Vikingen als getatoueerde, groepseks-bedrijvende woestelingen met vreselijke rituelen – dingen die zo goed als nergens in de saga’s voorkomen, en die veel doen denken aan duistere Vikingen uit computergames). (Ibn Fadlan is overigens in zijn tekst zeer objectief en feitelijk). Verder de reis van Abu Hamid al-Andalusi al-Gharnati, en fragmenten van veel, veel andere Arabische schrijvers.

Ah, en ik las eindelijk Graham Harman’s filosofische ‘mythes’ (over onder andere een reuzenrad en een boorplatform) waarmee hij zijn visie op het ‘object’ kracht probeert bij te zetten: Circus Philosophicus.

en,leesvoer,nl,reading matter,uitgelezen | April 5, 2012 | 17:06 | Comments Off on Villon, Ibn Fadlan, Petrarca, Harman |

Jaren tachtig boeken

Vier heb ik ervan achter elkaar gelezen, boeken die de (tegen)cultuur in het Nederland van eind jaren zeventig, begin jaren tachtig in beeld brengen. Ik zit nog te broeden op een langer stuk – hier alleen mini-impressies…, met ongecorrigeerde run-on-sentences.

Martijn Haas schreef de biografie van Dr. Rat, de inmiddels legendarische grondlegger van de Nederlandse graffiti. Gebaseerd op een enorme hoeveelheid interviews, voor zover ik kan overzien een voorbeeld van uitstekende journalistiek, niet alleen een biografie van Dr. Rat, maar ook een tijdsbeeld, de tijd van de vroege punk in Amsterdam. (Zo volstrekt anders dan de afgelopen 20 jaar, bijna onvoorstelbaar anders, vrijer, maar ook benauwender armer en nihilistisch – maar goed, dat zijn precies onderwerpen voor een langer stuk).

Martijn Haas schreef ook de biografie van Bibikov – die ik me vooral herinner van Rabotnik TV. Een opportunistische, nihilistische, ‘vreemde’ en in mijn ogen onaantrekkelijke figuur (maar met aantrekkingskracht). Ook dit boek is gebaseerd op interviews – uitstekend research (voor zover ik kan beoordelen). Fascinerend, maar ook een boek dat me niet echt doet terugverlangen naar de vroege jaren tachtig.

(Voor mij zijn beide boeken ook interessant omdat ze een deel van de Amsterdamse cultuur beschrijven net voor ik zelf in Amsterdam kwam wonen, een cultuur waar ik van een afstandje nog een staartje van meemaakte. Enkele van de geïnterviewden leerde ik veel, veel later kennen).

Ultra van Harold Schellinx is een biografie (ik denk dat dat de juiste term is) van de Ultra-beweging. Ultra was een benaming voor een serie concerten in de Amsterdamse Oktopus, met experimentele bands, tussen no-wave en new wave, met een vleugje synth-pop. (Gek, het waren bands waar ik op de radio naar luisterde – in de VPRO-programma’s – maar ik kan me niet herinneren ooit de term ‘ultra’ te hebben gehoord). Ook dit boek biedt een zeer gedetailleerde inkijk in de vroeg-jaren-tachtig postpunk, en is zeer rijk, maar het boek als geheel – als ik dan toch kritisch moet zijn – hinkt op teveel poten: deels reconstructie van ‘ultra’ (erg goed), deels muziekgeschiedenis (voor mij bekend), en deels autobiografie van Harold Schellinx die zelf een centraal figuur was in ultra (toch net iets minder interessant, hoe goed het ook is opgeschreven – het spijt me…). Maar: zeer gedetailleerd – en ook een (her)ontdekking, een reden om die muziek op te sporen en weer te beluisteren (soms met onverwacht plezier, soms met verwachte milde desinteresse – want gewoon ‘niet zo goed’). Verder sowieso fascinerend om te lezen over de bandjes van mensen die ik nu persoonlijk ken (Gdansk van de broers Van Weelden, Minioon met Joke Brouwer) – en trouwens, het heeft mijn blik op mn eigen bandje ook veranderd… enz. enz.

Tenslotte Leonor Jonker’s No Future Nu, over punk in Nederland van 1977 tot 2012. Meer een historie van de punk en de DIY-houding, in verschillende ‘velden’ – muziek, kraken, tegencultuur, mode, piratentelevisie, tot de internet-wereld (van Hacktic naar xs4all, en van V2 als ‘bezetter’ van de Nijmeegse universiteit (1981) naar V2_ als nieuwe media-instelling). Een boek dat veel te kort (of dun) is voor de hoeveelheid behandelde onderwerpen, maar wel een helder overzicht. (Waarbij je je kunt afvragen of alles wat behandeld wordt iets met ‘punk’ te maken heeft). (Maar ik las het boek te snel, leende het en moest het teruggeven).

Allemaal uitgaves van Lebowski – en verder is er veel aandacht voor deze periode, met een tentoonstelling in het Centraal Museum, verschillende concerten etc. Slim georkestreerde aandacht.

leesvoer,music,nl,reading matter,uitgelezen | April 5, 2012 | 16:42 | Comments Off on Jaren tachtig boeken |

Jan Brandt: Gegen die Welt

Ik vroeg Jan K. van wie ik weet dat hij in Leer is opgegroeid, ‘iets heel anders, heb jij eigenlijk Gegen die Welt van Jan Brandt gelezen?’, en hij zei iets als ‘natuurlijk, we zaten op dezelfde school’, en hij zei dat hij heel veel uit het boek herkende, sommige leraren bijvoorbeeld, en die feestjes, daar was hij ook geweest, en de plek langs de spoorbaan die in het boek beschreven wordt, die was precies zo, Jan Brandt woonde in een huis bij de spoorwegovergang en hij vertelde me hoe hij, Jan K., ooit met vrienden in de auto terugreed van een bandrepetitie, het was glad, ze zongen ‘always look on the bright side of life’ terwijl ze de auto lieten glijden van de ene kant van de weg naar de andere, en vlak voor de spoorwegovergang waren ze over de kop geslagen, de ouders van Jan Brandt waren er het eerste bij geweest en hadden de ambulance gebeld.

Ik las Gegen die Welt aan het begin van dit jaar en werd meegesleept. Natuurlijk, het boek was ‘de literaire sensatie’ in Duitsland, Jan Brandt al tien jaar of meer het talent dat nog steeds geen boek had gepubliceerd, de roman is 921 pagina’s lang, en als je dan recensies gaat zoeken dan vind je de te verwachten lofuitingen naast blogs waarin teleurstelling over de schijnbaar vlakke stijl van Brandt wordt geuit.

Ik vind het één van de meest meeslepende romans die ik de afgelopen jaren heb gelezen. Een schets van de middelbare schooltijd in Ost-Friesland, met metalbandjes, feestjes, fietsen naar school, hangplekken achter het spoor, de machtstructuren tussen leerlingen, het klein-dorpse gedoe. De ‘vervreemding’ van de middelbareschooltijd wordt haarscherp verwoord. En misschien is Jan Brandt dan geen Uwe Johnson – naar wiens werk hij nadrukkelijk verwijst –, maar tegenover de complexe zinsbouw van Johnson, die steeds de gedachtengang en de reflectie van de personages verwerkt in de taal en de complexe syntaxis, zet Brandt een slim en mooi gebruik van het motief van UFO-ontvoering en graancirkels, van complottheorie en gekte, om de vervreemding van opgroeien in het dorp te pakken.

Het dorp heet Jericho – verwijzing naar Johnson: http://www.gegendiewelt.de/jericho/.

Het is een rijk boek – waarin de schatplichtigheid aan Johnson ook blijkt uit het lange hoofdstuk waarin de gedachtengang van een machinist wordt weergegeven, en ook wel uit de verschillende perspectieven (of focalisatoren) in de roman. De paar typografische en vormgevings-dingetjes die hij toepast hebben veel aandacht gekregen, maar zijn in vergelijking niet zo heel belangrijk. Ze functioneren, eigenlijk zonder nadrukkelijk de aandacht naar zich toe te trekken.

Een tijdsbeeld is het, en het is tijdloos. Ik groeide op in Twente, ben 8 jaar ouder dan Brandt – en al was het toen niet Slayer en Naked City, maar Venom, Iron Maiden en Motorhead – het klopt allemaal (voor mijn gevoel).

de,leesvoer,nl,reading matter,uitgelezen | March 22, 2012 | 1:10 | Comments (2) |

Leesvoer (inhaalmanoeuvre)

Voor wie nieuwsgierig is (en zelf ben ik dat), een poging tot inhalen, een poging om alsnog een lijstje (ik haat lijstjes) te maken van gelezen boeken. Want ik heb het (door drukte, geen zin, vergeten) niet bijgehouden, al was ik dat van plan.

Het waren geen goeie leesmaanden. In mijn herinnering heb ik maar 1 boek (roman) gelezen: Jan Brandt’s Gegen die Welt.

Verder was het browsen, scannen, redigeren en eindredigeren, downloaden, inleiding en conclusie meepikken, inkijken – maar nauwelijks voor langere tijd geconcentreerd lezen. (Behalve dus in het geval van Gegen die Welt).

Zo’n lijstje uitgelezen boeken geeft mij een vaag houvast voor de herinnering aan wat ik las, waarvoor ik me interesseerde. Schrijf ik het niet op, dan ben ik een maand later de helft van de titels die ik las vergeten. Zo’n lijstje geeft echter nauwelijks inzicht – een groot deel van de ‘leestijd’ (beter: ‘informatieverwerktijd’) gaat op aan online lezen en pdfs inkijken en lezen. (En waarom zou je een boek uitlezen?)

Voor wat het waard is (en omdat ik zelf nieuwsgierig ben).

Boeken over wielrennen – dat lukte wel.

Herman Chrevolet’s Het feest van list en bedrog heeft een interessant uitgangspunt: hij benadert het wielrennen vanuit de verhaalanalyse. Helaas levert dat vooral veel bekends op, en een wat te simpele toepassing van modellen op de verhalen van het wielrennen. Eigenlijk vertelt Chevrolet de verhalen gewoon opnieuw zoals alle andere ze ook hervertellen. Wat evengoed aardig is – ik wil die verhalen best opnieuw horen. Hij voegt daar dan wat inzichten van Joseph Campbell of Propp aan toe. Leuk – maar dan begint het pas, en daar is hij opgehouden. Misschien valt er ook niet veel meer over te zeggen – tenzij je micro-analyse gaat doen van bepaalde verhalen en kijkt hoe ze via verschillende media ‘vermittelt’ worden. Jammer ook dat Chevrolet niet altijd even precies formuleert. Maar de verhalen zijn lezenswaardig, dat wel.

Een boekje over Teun van Vliet las ik uit, tot mijn verbazing, want het was nauwelijks een boekje over wielrennen, maar een boekje van ‘human interest’, van een moeilijk karakter en veel tegenslag.

Ik las Naar het land van water en zeep van Gijs Zandbergen, die een jaar lang Reinier Honig volgde, het jaar dat Honig voor Aqua e Sapone reed. Een jaar waarin eigenlijk bijna niks gebeurd, een mislukt jaar – en toch een goed boek.

En ik las Laurent Fignon’s autobiografie. Een klassieker vanwege de kijkjes achter de schermen van het wielrennen in de jaren ’80. Ik ben vergeten of ik de Nederlandse vertaling las of de Engelse… Wij waren jong en onbekommerd.

Benjo Maso’s Van Milaan naar Amsterdam, met opstellen over de Giro d’Italia in het buitenland. (Zelfs van dat uitgangspunt maakt Maso een goed boek).

Tot mijn verrassing blijkt Maso te zijn gepromoveerd op hoofse poëzie, Het ontstaan van de hoofse liefde, de ontwikkeling van fin’amors 1060 – 1230 is de handeleditie van zijn proefschrift. Goed.

Ik las James Gleick’s Information – of ik las het half want ik sloeg de hoofdstukken over onderwerpen die ik al goed ken grotendeels over.

Ik las Daniel Rovers’ Walter. Erg goed gedaan – een tijdsbeeld, dat wel heel ver van mij af staat.

Ik las Martijn Haas’ biografie van Dr. Rat. (Waarover later wellicht meer).

Ik las Blommaerts’ De heruitvinding van de samenleving. Nieuw links elan – en allemaal zo vanzelfsprekend dat het bijna te gek voor woorden is dat het opnieuw opgeschreven moet worden.

Ik las Maria Roso Menocals’ The Ornament of the World, over de interactie tussen de Arabische, Joodse en Christelijke cultuur in Al-Andalus.

Ik leende het Deleuze Compendium van de OBA – omdat ik het toevallig zag staan – las een groot deel van de essays en beschouwingen cursorisch, wat mijn ambigue houding t.a.v. Deleuze’s filosofie alleen maar versterkte.

Ik las HG Wells’ De tijdmachine – ja, in het Nederlands. Tussendoor, maar ook vanwege Sonic Acts XIV.

Ik las wat verhalen van De Maupassant, wat Hella Haasse, wat Jef Geeraerts, wat Ivo Michiels en de helft van Rob Young’s Electric Eden.

O, en verder een boek over Hans Haacke, een boek met interviews met internationally renowned curators waar ik weinig wijzer van werd, en een met curatoren van ‘nieuwe media kunst’ waar ik iets wijzer van werd. (Na Sonic Acts XIV wilde ik echt weten wat anderen te zeggen hebben over het ‘zorgdragen’ voor tentoonstellingen en festivals).

Ik las en herlas het boek dat ik samenstelde voor Sonic Acts – en heel veel daaromheen: Travelling Time.

En ik las dus Jan Brandt’s Gegen die Welt.

leesvoer,nl,reading matter,uitgelezen | March 21, 2012 | 13:33 | Comments Off on Leesvoer (inhaalmanoeuvre) |

Robert Darnton: The Case for Books

Essays van Robert Darnton over geschiedenis en toekomst van het boek, de helft over Google Book search – de meeste had ik al eens in een soms iets andere versie gelezen (in de NYTRB bijv.). Fijn om te (her)lezen, niets nieuws, wel alles weer eens op een rijtje, helder beargumenteerd. Een ‘quick read’ voor een uurtje in de trein en twee uurtjes thuis. Darnton combineert zeer specialistische kennis met een breed geïnformeerd, multiperspectivisch overzicht, en brengt de heikele issues (waar we nog steeds mee zitten) duidelijk voor het voetlicht.

en,nl,reading matter,ubiscribe,uitgelezen | March 21, 2012 | 12:19 | Comments Off on Robert Darnton: The Case for Books |

Hella Haasse: De tuinen van Bomarzo

Hella Haasse werd 93. Bij haar dood realiseerde ik me dat zij de enige van de ‘grote vier’ is wiens boeken ik met plezier lees en herlees. (Reve, Mulisch en Hermans hebben hun kwaliteiten maar ik heb me nooit persoonlijk verbonden gevoeld met één van hun boeken en voel me niet geroepen hun werk te herlezen). Misschien is het omdat ik Haasse op de middelbare school las: De verborgen bron (ik deed er een spreekbeurt over), Het woud der verwachting, De ingewijden. Maar het enige boekje dat ik in de kast heb staan is de Salamanderpocket van De tuinen van Bomarzo (1968) – en had ik die eigenlijk wel gelezen?

Ik las het vandaag – een lang essay waarin vooral de relatie tussen Rennaissance en voor-christelijk heidendom wordt nagegaan. Voor de precieze verwikkelingen tussen de Borgia’s en Orsini’s kan ik niet echt voldoende interesse opbrengen – maar de stijl is vlekkeloos en toch levendig. De eruditie vanzelfsprekend. Dat is een verademing.

leesvoer,nl,uitgelezen | October 1, 2011 | 22:01 | Comments Off on Hella Haasse: De tuinen van Bomarzo |

Jorge Luis Borges & Adolfo Bioy Casares: Kronieken van Bustos Domecq

Even vermakelijk. Borges en Bioy Casares verzinnen een reeks conceptuele schrijvers en kunstenaars, en laten hun fictieve alter ego – de veel te bloemrijk formulerende, slecht denkende en altijd door bewondering verblinde Bustos Domecq – er artikelen over schrijven.

leesvoer,nl,uitgelezen | September 12, 2011 | 11:15 | Comments Off on Jorge Luis Borges & Adolfo Bioy Casares: Kronieken van Bustos Domecq |

Jorge Luis Borges & Adolfo Bioy Casares: Zes raadsels voor Don Parodi

Parodieën op detectiveverhalen opgetekend door Bustos Domecq, fictief auteur, verzinsel van Borges & Bioy Casares. Zeer vermakelijk. Don Isidro Parodi lost vanuit de gevangeniscel misdaden op, luisterend naar de in opgezwollen taal opgediste verhalen van zelfingenomen personages. Vrolijk postmodernisme.

leesvoer,nl,uitgelezen | September 12, 2011 | 11:10 | Comments Off on Jorge Luis Borges & Adolfo Bioy Casares: Zes raadsels voor Don Parodi |

Carlo Emilio Gadda: De leerschool van het lijden

Maar 1 ding over zeggen: lezen!

Nieuwe vertaling van Gadda’s La cognizione del dolore door Frans Denissen. Briljant, meeslepend, barok, moeilijk en spetterend. Als ik spijt heb dat het me nooit is gelukt om écht goed Italiaans te leren (ik heb ooit Italiaans gestudeerd), dan is dat niet omdat ik Dante niet in het orgineel kan lezen (dat lukt nog redelijk, met aantekeningen en wat hulp), maar dat ik het moet doen met de schaarse vertalingen van het werk van Gadda. Ik zou alles van hem willen lezen.

Dít was het echte leeswerk van de afgelopen tijd. En ik ben nog bezig in N30+ van Jeroen Mettes en DFW’s The Pale King. Het eerste makkelijk te lezen (gewoon lezen, zin na zin na zin), het tweede van een Jamesiaanse moeilijkheid èn een pijnlijk boek.

leesvoer,nl,uitgelezen | August 31, 2011 | 13:05 | Comments Off on Carlo Emilio Gadda: De leerschool van het lijden |

Julien Green: Journaal 1946 – 1976

Tja, het eerste deel van de keuze uit Green’s dagboeken maakte me nieuwsgierig genoeg om ook het tweede deel van de bibliotheek te lenen. Hmmm. De stijl nog even smetteloos, maar de overvloedige passages over het geloof en de katholieke kerk gaan op den duur flink irriteren – vaak is er geen sprake van religiositeit, maar van een star geloof in de institutie Katholieke Kerk en de Lieve Heer. (Hiermee doe ik Green’s ‘zoeken’ vast onrecht, maar vanuit hedendaags perspectief kan ik er niets anders van maken). Het lezen van die passages confronteert je met een wereldbeeld dat in feite al vreemd is… (of: dat mij vreemd is). Interessanter zijn Green’s opmerkingen over politieke gebeurtenissen en ‘mei 1968’ – misschien ook omdat ze komen van zo’n gelovig katholiek. Eigenlijk was het uitlezen van dit boekje tijdverspilling – ah, allright, ook nog wel wat aardige observaties over literatuur – maar waarom verdiep ik me in hemelsnaam in Julien Green?

leesvoer,nl,uitgelezen | August 31, 2011 | 12:31 | Comments Off on Julien Green: Journaal 1946 – 1976 |
« Previous PageNext Page »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.5 License. | Arie Altena