Albert Ayler made a couple of strange records, and this is by no means his strangest. No, I not so much into ‘kozmigroove’ and not into his last records. Love Cry sounds strange because Call Cobbs plays harpsichord, and Ayler is ululating as well. Most tunes are well-known and better – or more challengeing – versions can be found on other records. But allright, it’s an Impulse Record. I’ll keep it.
(Hmm, why am I now writing this in English?)
Met Abdul Wadud en Don Moye. Was nooit een van mijn favoriete Hemphill-platen, maar ben verrast na zoveel jaren. Fel, energiek, snel, helder. Poeh. Muziek waardoor je meteen weer gelooft in jazz – en in een toekomst voor jazz. (In jazz als iets anders dan een door-en-door gecodificeerde vorm van muziek – ook al is deze LP van 1977).
Eigenlijk Vol III. Zelfde sessie als Vol I. Number Eight en Booker’s Waltz staan op deze. Vinyl kocht ik – inclusief hoes – ooit op een koninginnedag, 1986 denk ik.
Moet ik hier iets over zeggen? Klassieke opnames, de altsax van Dolphy knispert netzoveel als het tweedehandse vinyl, destijds zonder hoes gekocht. Booker Little is subliem. Waldron dronet op de ontstemde piano. En dan Richard Davis & Ed Blackwell. Dolphy speelt heerlijk ‘out’.
Lacy’s klassieke groep, met Osie Johnson, Jean-Jacques Avenel, Bobby Few en Steve Potts, en, tja, met Irene Aebi. Teveel Irene Aebi naar mijn smaak. Opnames uit 1986, en het is gewoon niet Lacy’s beste plaat — zoveel beter werk, vooral van een jaar of tien eerder. Best aardig om deze plaat nog eens te horen, maar de volgende keer zet ik een van zijn releases uit de jaren zeventig op.
Nog zo’n goedkope Italiaanse persing, een eerlijk gezegd kraakt en ruist deze wel erg, en er zitten wel vier tikken op. Waarschijnlijk te vaak gedraaid. Kan zijn, ik heb wel een zwak voor de tenorstijl van Wardell Gray, een van de overgangsfiguren tussen swing en bebop, hoewel, meer bebop dan swing. Vroeg gestorven en nooit heel beroemd geworden. De sessie met Twisted, Southside en Sweet Lorraine uit 1949 is een juweeltje. Nu ik dit weer draai blijk ik alles mee te kunnen neurieën. Deze plaat kraakt omdat ik m vaak heb gedraaid.
Zo’n slechte Italiaanse persing uit de goedkope en wat slordig samengestelde serie ‘Giant of Jazz’. Maar het zijn wel een aantal van de klassiekers uit de periode ’45-’48, met D.B. Blues. Toch maar houden.
De vorige LP die ik draaide, dat was op 7 september. Die dag zette ik deze LP naast de draaitafel. Pas vandaag draai ik ‘m. Tweedehands gekocht, natuurlijk er is wat ruis, de plaat kraakt hier en daar, maar vergeleken met de mp3s die ik normaliter draai is de geluidskwaliteit.. directer, dieper, prettiger op mijn oren – en dat voor opnames uit 1943 en 1944. De ene kant speelt ‘Pres’ met een erg fijn kwartet, met Johnny Guarneri (piano), Slam Stewart – die natuurlijk ook meeneuriet als hij strijkt – en Sid Catlett. (Kan me herinneren dat ik dat vroeger mijn favoriete swingdrummer vond). De andere kant is met de Kansas City Seven (Clayton, Dickie Wells, Basie, Freddie Green, een zekere Rodney Richardson en natuurlijk Jo Jones). Was helemaal vergeten dat deze LP ook alternate takes bevatte – beter, het presenteert de ‘original masters’. Lester Young is in topvorm. Van de liner notes: ‘Lester Young, whose solutions to the problems of improvisation have always seemed both instantaneous and effortless’. Houden, en vaker draaien. Krijg er een goed humeur van. Vooral van de eerste kant.
Live opnames uit 1977. Grijsgedraaid ex-bibliotheek exemplaar. Deze plaat heeft nooit een vonk doen overslaan bij mij. Heeft misschien ook iets met de opnamekwaliteit te maken. Het klinkt gewoon niet zo goed. Tja, houden omdat ik die andere twee ook hou? (Of omdat Radu Malfatti en Evan Parker erop spelen?)
Grijsgedraaid tweedehands, opnames uit 1973 (? de LP is uit 1974), en jawel, met Evan Parker en ook met Radu Malfatti. Chaotisch, een heksenketel die bij elkaar gehouden wordt door het ritme van Louis Moholo, de repeterende basrifs van Harry Miller en de thema’s die je, als niemand van de band ze meer speelt, in je hoofd blijven klinken. Ik heb er nooit veel naar geluisterd, blijft toch een interessante, simpele big-band aanpak waar je een goed humeur van krijgt.