Keuvelende uiteenzetting van Earth Systems Science, degelijk wetenschappelijk waar het geologie betreft en wat amateuristisch (of wekt die indruk) op andere gebieden. Hmm. Heel goed bedoeld en veel intrigerends en behartenswaardigs, maar filosofisch wat naïef. Enz. Ja, ik heb t doorgelezen, en ook een en ander overgeslagen.
Uitgelezen. Twaalf hoofdstukken – en een slot – over de ontwikkeling van de cartografie. Vanuit twaalf kaarten die ieder een waterscheiding waren in de afbeelding van de wereld en onze verhouding daartoe. Uit 2012, de Nederlandse vertaling (die ik las) is van 2013. Erg goed en verhelderend overzicht – zelfs als je een deel al weet – met veel, heel veel context.
Om te vermelden, wat ik zoal las. Voor iets meer dan de helft gelezen: Agamben’s bundel Naaktheden, met o.a. een intrigerend essay over het contemporaine (mooi – maar dat is aan Agamben wel besteed). Wanneer het echt theologie of een 20/21e eeuwse versie van scholastiek wordt, haak ik af. En Eric Schlotter’s boek over het nucleaire tijdperk: Command and Control – verhalende onderzoeksjournalistiek, met focus op de nucleaire (bijna) ongelukken. Eerste helft aandachtig gelezen, tweede helft afgeraffeld – het is zo’n boek waarbij dat lijkt te kunnen.
Leesgedrag – niet een lijst uitgelezen boeken, zeker geen recensies. Losse notities die enkel proberen vast te houden wat ik deed. Dinsdagavond – ik ben naar de bibliotheek geweest. Leesavond. (Zeldzaam).
Rancière-vertaling, Het esthetische denken. Zo’n beetje helemaal doorgewerkt (plus soms wat moeizaam geschreven maar inzichtelijke uitleiding van Sudeep Dasgupta). Nee, ik zal nooit Rancière-liefhebber worden. Ik begrijp zijn punt, ik begrijp waarom anderen – vooral in de kunst – hem inspirerend vinden. Zelf blijf ik er nogal lauw onder. Dus ook geen zin om hier een betoog te houden over wat en waarom.
A.H.J. Dautzenberg: En dan komen de foto’s. Omdat ik geen tevee kijk, en verder ook nogal matig op de hoogte ben, heb ik het ‘fenomeen’ Dautzenberg gemist. Dit is het eerste boek van ‘m dat ik ‘lees’ (doorwerk, scan, een stuk of wat verhalen lees ik helemaal, andere blader ik door). (Ik heb het boek niet gelezen, maar niet gelezen heb ik het ook niet). Geen zin in meer – en toch weet ik dat ik al zijn andere boeken van de bibliotheek zal lenen en op zn minst deels zal lezen. Type: zweep (die d’r nodig ‘ns overheen moet). Geen psychologie: fijn. Onderwerpen waar ik niks mee heb: minder.
Roland Barthes: The Neutral. Gebladerd. College-aantekeningen. (Nauwelijks te lezen – maar vol interessante hints. Moet bestudeerd worden – maar niet door mij, denk ik).
Philip K. Dick: A Maze of Death. Eerste pagina’s. Zat er wel meteen ‘in’.
Z’n langverwachte boek over het ‘moving panorama’. Ik interviewde Huhtamo vorige maand (die tekst komt binnenkort op de Sonic Acts website). Las ook zn boek – wel, zoals dat gaat bij allerlei andere beslommeringen en verplichtingen: doorgewerkt, geracet, maar nog niet werkelijk, echt, hoofdstuk na hoofdstuk, zin voor zin, gelezen, en dus niet in staat om een echte recensie te schrijven. Wel genoeg om te zeggen: een boek om enthousiast van te worden.
Recensie van Jan Baetens & Arnoud van Adrichem: http://www.dereactor.org/home/detail/schateiland_van_het_bewegend_panorama/
http://www.faz.net/frankfurter-allgemeine-zeitung/enzensbergers-regeln-fuer-die-digitale-welt-wehrt-euch-12826195.html
Of, een simpele herinnering voor een algemeen lezerspubliek: hoezeer we veranderd zijn. (De regels zelf zijn al niet meer na te leven – niet alle 10 – zonder vrij radicaal afscheid te nemen van de huidige maatschappij). Neemt niet weg: het zijn 10 regels voor een beter leven.
Als verslag. Want anders ben ik het zelf binnen een week vergeten. Ik las zo’n 150 pagina’s uit Christa Wolf’s Ein Tag im Jahr, 1960 – 2000. Ieder jaar de 27e september nauwgezet beschreven. Boeide me aanvankelijk – vooral het dagelijks leven, opvoeden van de twee kinderen, de strijd om concentratie en tijd te vinden voor het schrijven. Christa Wolf’s werk heb ik verder nooit gelezen. Het boeide me niet. De DDR boeide me niet, de moeizame verhouding tot het ‘systeem’ boeide me niet, de vorm van engagement boeide me niet. Dat interesseert me nu meer. Maar na 150 pagina’s begon ik het op te geven. Las nog wat vooruit, las wat van de laatste jaren. Het boeide me niet meer. Wat een moeizaamheid, die problematiek, verstrikt in een systeem en toch willen blijven geloven in een maatschappijvorm die je (zo lijkt het toch) zelf geen goed doet. Moeilijke positie, zeker onterecht om het zo af te serveren, waarschijnlijk de moeite waard om echt door te denken en je in te verdiepen. Maar nee, dat is niet voor mij, dat is voor iemand anders. (En ergens ook een gevoel dat er fundamenteel iets mis is in dit boek – een onoprechtheid, een angstig verzwijgen – bij alle pogingen om eerlijk en oprecht te zijn).
Ook doorgelezen, de Open over autonomie. (‘In een tijd van ideologische en politieke crises, waarin mensen en dingen meer op zichzelf worden teruggeworpen, gaat van autonomie een hernieuwde aantrekkingskracht uit.’) Vooral om te zien of ik iets had gemist… Of niet. Niet echt. (Neemt niet weg dat het een mooi nummer is – en zo’n beetje alles wordt gecoverd).
Volgende week hoop ik daar te zijn (weersvoorspelling: 9 graden). Gisteren was het er 29 graden. Ver boven de poolcirkel.
http://barentsobserver.com/en/nature/2013/05/very-warm-welcome-barents-summit-31-05
Hertmans: ‘Nee. Ik denk eerder dat een grammatica de verhoudingen in de samenleving weerspiegelt. Constructies met lijdende en meewerkende voorwerpen drukken verhoudingen uit. Jongeren van nu worstelen met ingewikkelde zinsbouw. Terwijl complexiteit in de syntaxis begrijpen, ook helpt om andermans argumentatie te vatten. Ze legt de basis van je democratische weerbaarheid, zorgt ervoor dat je kunt antwoorden.’
(Via: http://www.knack.be/nieuws/boeken/reportage/proust-joyce-en-mann-dreigen-onleesbaar-te-worden-stefan-hertmans/article-4000282450347.htm)