Losse essays, die heel duidelijk de ontwikkeling van Moretti’s methodologie schetsen. Misschien zit er een oppervlakkige kant aan zijn gebruik van Wallerstein, netwerktheorie en kwantitatieve analyse – tenminste in strikt filosofische zin – het levert wel intrigerende inzichten op, en verrijkt het beeld van de literatuur. Erg goed. (Worm en Donder, de geschiedenis van de 18e eeuwse literatuur van o.a. Inger Leemans, is een ander voorbeeld van wat al dat onderzoek van de schaduwliteratuur, het sociale en economische veld, etc. oplevert: een overtuigend inzicht in de transformaties in literatuur en maatschappij).
In de Engelse vertaling gelezen – die had ik op mn e-reader, de Nederlandse niet. Geprezen roman, kundig gedaan, intelligent van structuur, intelligente manier om het verleden van het Pinochet-regime – het verleden van een generatie vóór Zambra – en de verdwijningen te benaderen, verwerken, erop te reflecteren. Maar wat is het toch met die stijl van simpele zinnen, vrijwel zonder bijvoegelijke naamwoorden en bijwoorden?
Een heel essay – van bijna romanlengte – over Stalker. Of een persoonlijke reflectie erop (en autobiografie). Stalker: ook mijn favoriete Tarkovski-film. Mooi hoe persoonlijke geschiedenis en filmbeschouwing worden verwoven. (Wat me definitief over de streep trok: dat Dyer niets moet hebben van Tarkovski’s laatste films – die als je het mij vraagt een ideologisch niet te harden conservatief-katholiek boodschap verpakken in pseudomystieke onzin en pretentieuze nep-poëtische beelden (voor zover ik kan oordelen, want ik heb Het Offer en Nostalghia nooit kunnen afkijken).)
Keuvelende uiteenzetting van Earth Systems Science, degelijk wetenschappelijk waar het geologie betreft en wat amateuristisch (of wekt die indruk) op andere gebieden. Hmm. Heel goed bedoeld en veel intrigerends en behartenswaardigs, maar filosofisch wat naïef. Enz. Ja, ik heb t doorgelezen, en ook een en ander overgeslagen.
Waarom heb ik dit boek eigenlijk gelezen? En nog wel in de Nederlandse vertaling – zodat er geen lol aan de Duitse taal bij was. Omdat zoveel mensen ‘m gelezen hebben. Ik las sneller en sneller – het is een boek waar je het ook met de samenvatting kunt doen. Het is een komedie. Misschien hou ik niet van komedies. (Enige sterke punt: dat er ook aardig wat doordeweekse en bekende cultuurkritiek in de mond van Hitler wordt gelegd).
Zeker een prachtig boek. Terecht geprezen. Een ‘doorvoeld boek’, waarin je als lezer volledig wordt opgenomen. Indrukwekkend, met beelden die je niet zomaar kwijtraakt. IJzergieterij, Eerste Wereldoorlog, loopgravenoorlog. Hertmans’ boeken lees ik sinds de jaren tachtig.
En toch… De perfecte stijl is soms wat ouderwets. Dat klopt wel met het verhaal en de thematiek, maar een zweem van sentimentaliteit komt dan sneller op. En een paar keer ontkomt Hertmans niet aan al te opgelegde literaire handigheidjes (herhalingsmotieven, een analogie tussen hier en daar, een opgelegd toeval e.d.). Toch bleef ik daar aan haken… Alsof het toch te gemakkelijk werd gladgemaakt.
Maar al met al toch (toch) indrukwekkend hoe hij de memoires van en zijn herinneringen aan zijn grootvader heeft weten te verwerken tot (gieten in) een roman.
Uitgelezen. Twaalf hoofdstukken – en een slot – over de ontwikkeling van de cartografie. Vanuit twaalf kaarten die ieder een waterscheiding waren in de afbeelding van de wereld en onze verhouding daartoe. Uit 2012, de Nederlandse vertaling (die ik las) is van 2013. Erg goed en verhelderend overzicht – zelfs als je een deel al weet – met veel, heel veel context.
Ik probeer al jaren Jean Paul te lezen. Dat lukt soms, voor een paar pagina’s, soms een kwart boek. Dan haak ik weer af. Jean Paul, favoriet van Arno Schmidt, verwant aan Fielding, Smollett – er zijn allerlei redenen om z’n boeken te lezen. Nieuwe poging tot begrip via de oude (herziene uitgave) biografie (1976) door DDR-schrijver Günter de Bruyn. Dat helpt – een biografie van te overziene omvang, erop gericht lezers voor Jean Paul te winnen. Ik heb nu in ieder geval wat fundamentele zaken op een rijtje.
Om te vermelden, wat ik zoal las. Voor iets meer dan de helft gelezen: Agamben’s bundel Naaktheden, met o.a. een intrigerend essay over het contemporaine (mooi – maar dat is aan Agamben wel besteed). Wanneer het echt theologie of een 20/21e eeuwse versie van scholastiek wordt, haak ik af. En Eric Schlotter’s boek over het nucleaire tijdperk: Command and Control – verhalende onderzoeksjournalistiek, met focus op de nucleaire (bijna) ongelukken. Eerste helft aandachtig gelezen, tweede helft afgeraffeld – het is zo’n boek waarbij dat lijkt te kunnen.
En dan leen je een boek waarvan je denkt: ik kijk ‘t in, ik lees 1 misschien 2 hoofdstukken – en dan lees je ‘t bijna helemaal. Marita Mathijsen’s Historiezucht, over het ontwaken van historisch besef in de negentiende eeuw. (In Nederland, Duitsland, Engeland, Frankrijk).
Uitgegeven door Vantilt.