Michel Serres: Biogea
Ineens zit ik, al lezend, helemaal op 1 lijn met Michel Serres. Is niet altijd zo geweest. Biogea is autobiografie, filosofie van de ecologie, poëzie – en gaat over de wereld, de ‘kosmos’, en wetenschap.
Ineens zit ik, al lezend, helemaal op 1 lijn met Michel Serres. Is niet altijd zo geweest. Biogea is autobiografie, filosofie van de ecologie, poëzie – en gaat over de wereld, de ‘kosmos’, en wetenschap.
Dun boekje. Je hebt het zo uit. De boodschap is helder en pregnant. Zoals de ondertitel luidt: “How to Reinvent our Lives and Future “.
Uitgelezen? Nee, dat niet – daarvoor ben ik toch niet geïnteresseerd genoeg in pagina’s lange economische analyse. Ongeveer tot de helft helemaal gelezen – daarna gebladerd en de stukken die me interesseerden gelezen. Ik hoef hier niet te zeggen hoe belangrijk dit boek is, en wat voor waterscheiding Piketty’s boek is (markeert?).
(Empirische economie na de decennia-lange dictatuur van economie als pure calculatie, sommetjes, wiskunde – waarbij ik altijd moet denken aan mijn leraar economie van de middelbare school die de meest basale wiskundige vergelijkingen zo beroerd wist uit te leggen dat zelfs de wiskunde-jongens-en-meisjes uit de klas er niks meer van begrepen).
Ik las het ook als complement van Moretti’s studie The Bourgeois, Between History and Literature. (Het is andersom).
(In de LA Review of Books stond laatst een essay over Piketty en de literatuur van de ‘second gilded age’ (lareviewofbooks.org/essay/literature-second-gilded-age)– en wat er in Piketty ontbreekt (die hedendaagse literatuur), is ook wat er ontbreekt in Moretti’s boek – let wel, als ik het me goed herinner, een ‘ontbreken’ dat door Moretti zelf vrij uitgebreid wordt aangehaald).
Een heel belangrijk boek.
Long overdue. In twee opzichten. Het boek was al jaren aangekondigd, kwam in 2013 eindelijk uit, ik bestelde het meteen, en drie weken geleden las ik het pas. Verzameling zeer geïnformeerde artikelen over de allereerste artistieke experimenten met computers – van James Tenney tot Nanni Balestrini en alles daartussenin. (Jackson MacLow, John Cage, Theo Lutz, Georges Perec – enzovoorts).
Bestel hier: www.ucpress.edu/book.php?isbn=9780520268388
Zou ik dit boek gelezen hebben als ik niet begin jaren negentig bij Perdu (Amsterdam) had rond gehangen, en als ik niet ‘ns een paar woorden had gewisseld met Jan Kostwinder – die bevriend was met mensen die ik kende?
Afdaling naar het verleden – voor het ‘internet’. ‘s Middags met thee of een biertje in de zon voor Perdu in de Kerkstraat. Rob B. die nachten lang Police Quest speelde op een toen al aftandse IBM. Dommelsch bier. Sigarettenrook. De kelder met de witte klapstoeltjes.
Zeker is: Kostwinder’s essay over Raymond Carver is schitterend, en pijnlijk persoonlijk.
Ik hou niet van het werk van Raymond Carver.
Adem was destijds het uiterst sympathieke literaire tijdschrift waarvan Jan Kostwinder redacteur was. De ‘derde weg’ tussen Maximalen (terecht volledig vergeten – tenminste als dichter-bende) en euh, wat eigenlijk, ‘Mallarmé’? Sympathiek – maar erg spannend was het niet. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit werkelijk geïnteresseerd was in één van de stukken die in Adem werden gepubliceerd.
In al die oude Rasters viel veel meer spannends te ontdekken.
(En later op gopher, en het WWW).
In de woede die er uit sommige stukken van Kostwinder spreekt, kan ik me wel vinden. Maar over literatuur… het graaft toch niet heel diep.
Toch is het tragisch. Hij heeft het net niet gehaald. (Ja, wat dan? Wat heeft-ie niet gehaald?) Hij overleed in 2001. Alweer 13 jaar geleden.
Er staan drie polemieken in dit boek, alle even fel. Gericht tegen Zwagerman (nou en), Adriaan Morriën (wie? who cares?) en JP Rawie (pfff). Het zou wat. Het stuk waarin Kostwinder zijn poetica uiteen zet, zit vol met persoonlijke geschiedenis – en al heeft hij volledig gelijk, over literatuur gaat het niet echt.
Ik blijf maar die studentenflat in Diemen voor me zien. (Had hij daar nou gewoond?)
Maar het stuk over Carver is ontzettend goed.
(Ok, ik zal zijn gedichten eens lezen).
Het nieuwste, lang aangekondigde boek van Douglas Kahn, ik las het van het weekend eindelijk uit. Long overdue. Fundamenteel.
Lees de introductie hier: http://www.thewire.co.uk/in-writing/book-extracts/read_introduction-to-douglas-kahn_s-earth-sound-earth-signal
Kopen: http://www.ucpress.edu/book.php?isbn=9780520257559
Disclosure of interest: ik word, samen met Lucas van der Velden van Sonic Acts, bedankt in de ‘acknowledgements’.
Schelmenroman. (Maar echt gebeurd). (En aangezet). (Berlijn 1995 – 2007, in het kunst- en hippe wereldje). Vrolijk makend leesvoer. (En leeg… – de leegte die er ook door het werk van Christian Kracht waart).
Goed werk van Leesmagazijn: http://leesmagazijn.wordpress.com/28-2/boeken/het-witte-boek-raphael-horzon/
(Inhalen, inhalen, inhalen – en dus lees ik alles te snel. Nu weer Thomas Metzinger’s De egotunnel, omdat ik het toch niet kan laten om ook te willen weten hoe het ervoor staat in de filosofie die door empirisch hersenonderzoek wordt geïnformeerd. Goed boek, helder – maar op mij komt het allemaal een stuk minder baanbrekend en schokkend over als Metzinger doet voorstellen. Maar dat zal komen omdat ik bijvoorbeeld mn portie Churchland gelezen heb, en te veel postmodernistische en avant-garde literatuur, en Burroughs, en ook de maatschappelijke implicaties van een door technologie bij- en aangestuurd bewustzijn (o.a. psychofarmaca) voor mij niet nieuw zijn (en inderdaad uiterst belangrijk).) (Veel te snel gelezen om kritiek te kunnen leveren – in de laatste twee hoofdstukken ontspoort Metzinger wel een beetje. Hij heeft groot gelijk dat hij de maatschappelijke kwesties aan de orde stelt, – neuro-ethiek wordt, nee is, belangrijk – maar de nuance schiet er daar wel een beetje bij in. (Ik moet dan altijd weer denken aan het profwielrennen als de grote experimenteertuin voor de nabije samenleving: trainingstechnieken, farmacie, strikte regelgeving, totale surveillance). En trouwens, de vraag hoe je je bewustzijn stuurt en bijstuurt – via media en technologie – is altijd al een kwestie geweest. Tot in het meest banale en simpele aan toe: dwing ik mezelf een boek te lezen? ga ik wat surfen? Probeer ik in heldere zinnen te schrijven? Enz. Enz. Enz. Ik zei toch: ik heb het boek te snel gelezen. Voor filosofische kritiek op Metzinger: zie dit artikel van Graham Harman.