André Gide: Het innerlijk blauw

Boh, en leende ook van de bibliotheek van André Gide Het innerlijk blauw. Een keuze uit het dagboek 1918 – 1939. Hmmm. Dacht: ik heb nooit iets van Gide (uit)gelezen, ik weet bijna niets over Gide. +600 pagina’s dik en nee, niet uitgelezen, maar wel zoveel uit gelezen dat ik er iets over wil zeggen. Hmmm. Altijd interessant om te lezen hoe het leven van een schrijver verloopt, hoe het werken aan de boeken is verweven met een dagelijks bestaan. Maar pfff, Gide komt er, als persoon, niet heel best van af – nog niet eens vanwege de seksuele omgang met minderjarigen, de zweem van pedofilie en het sekstoerisme waaraan hij doet (althans: zo zou het nu heten, toen golden andere ‘wetten’, heette het anders) – maar vooral omdat hij de mond vol heeft van oprechtheid en eerlijkheid en zelf aanvankelijk met de grootst mogelijke persoonlijke leugens leeft. (Of heb ik het allemaal verkeerd begrepen?). Pfff, daar zullen Gide’s biografieën wel vol over staan. Aan de andere kant dan weer: hoe ouder hij wordt, des te meer medeleven met sociaal achtergestelden. Etc. Het is vreemd: Gide’s streven naar oprechtheid lijkt steeds iets te verhullen. Misschien wordt dat anders zo na 1931 (tot daar gelezen)?

(twee dagen later)
Toch nog verder gelezen. Dit geschreven was Gide me meteen een stuk sympathieker. Zijn engagement voor de Sovjets (en daaropvolgende teleurstelling) is daar ook debet aan. Maar eens een roman van hem lezen. (Kwam er in het verleden nooit doorheen).

leesvoer,nl | August 31, 2011 | 12:51 | Comments Off on André Gide: Het innerlijk blauw |

Julien Green: Journaal 1946 – 1976

Tja, het eerste deel van de keuze uit Green’s dagboeken maakte me nieuwsgierig genoeg om ook het tweede deel van de bibliotheek te lenen. Hmmm. De stijl nog even smetteloos, maar de overvloedige passages over het geloof en de katholieke kerk gaan op den duur flink irriteren – vaak is er geen sprake van religiositeit, maar van een star geloof in de institutie Katholieke Kerk en de Lieve Heer. (Hiermee doe ik Green’s ‘zoeken’ vast onrecht, maar vanuit hedendaags perspectief kan ik er niets anders van maken). Het lezen van die passages confronteert je met een wereldbeeld dat in feite al vreemd is… (of: dat mij vreemd is). Interessanter zijn Green’s opmerkingen over politieke gebeurtenissen en ‘mei 1968’ – misschien ook omdat ze komen van zo’n gelovig katholiek. Eigenlijk was het uitlezen van dit boekje tijdverspilling – ah, allright, ook nog wel wat aardige observaties over literatuur – maar waarom verdiep ik me in hemelsnaam in Julien Green?

leesvoer,nl,uitgelezen | August 31, 2011 | 12:31 | Comments Off on Julien Green: Journaal 1946 – 1976 |

Heinrich Böll: Ansichten eines Clowns

Ook nog een en ander gelezen, tussendoor. ‘Tussendoortjes’, bijvoorbeeld een roman van een groot Duits schrijver die me altijd ‘te gewoon’ was. (Ten onrechte waarschijnlijk). Uit nieuwsgierigheid en als een soort test: zijn deze teksten het echt zoveel conventioneler? Leest het makkelijker? Lees ik zo’n roman uit? Heinrich Böll’s Ansichten eines Clowns (1963) heb ik min of meer uitgelezen. De eerste 150 pagina’s liet ik me meeslepen, daarna begon ik langzaamaan genoeg te krijgen van de jaren vijftig problematiek die Böll hier kundig en fel schetst. Terecht een klassieker.

Gedachte: hoeveel dapperder en maatschappelijk uitgesprokener Böll was, in vergelijking met sommige (veel?) hedendaagse schrijvers.

de,leesvoer,nl,uitgelezen | August 31, 2011 | 12:11 | Comments Off on Heinrich Böll: Ansichten eines Clowns |

Jean Echenoz: Hardlopen

Mooi portret van hardloper Emil Zátopek – de meest tot de verbeelding sprekende langeafstandsloper uit de geschiedenis van de atletiek. Door Jean Echenoz. (Oorspronkelijk Courir (2008)). Goed leesvoer voor zaterdagavond of zondagochtend.

leesvoer,nl,uitgelezen | July 31, 2011 | 22:14 | Comments Off on Jean Echenoz: Hardlopen |

Julien Green: Journaal

Geleend van de bibliotheek. Privé-domein boekje uit 1977. Keuze uit Green’s dagboeken uit de periode 1926 – 1945. (Ze zouden uiteindelijk 70 jaar beslaan, van 1926 tot 1996). Soms moet je een schrijver proberen te lezen waarvan je verwacht dat zijn werkt je niet ligt. Green werd zeer hoog geacht, vooral door lezers en schrijvers die net als Green worstelden met de combinatie van religiositeit en seksualiteit; de laatste 20 jaar duikt zijn naam nauwelijks nog op.

Ik las dit boek in korte tijd uit, in drie sessies. Het is dan ook in een heldere stijl geschreven en geeft een beeld van een culturele scene waar ik niet zo goed in thuis ben (Gide, Cocteau). Wat me vooral boeide was hoe Greens’s leven zich aftekent tegen de poltieke achtergrond – er staan in deze keuze veel tamelijk terloopse stukjes over politiek. (‘Veel’ omdat Green te boek staat als iemand die geen interesse had in politiek en zich er afzijdig van hield). Het is ook een angstaanjagend lectuur: de langzame opkomst van Hitler, de agitaties van ultrarechts in Frankrijk, het is allemaal ‘achtergrond’ en het leidt langzaam tot een oorlog die in Green’s dagboek al vanaf 1930 wordt voorspeld en verwacht. Green is inderdaad heel wat minder politiek geïnspireerd en actief dan andere schrijvers in de jaren dertig, maar hij is wel betrokken, en er is geen enkele sympathie met rechts, rechts oefent geen aantrekkingskracht op hem uit. (Wat bepaald niet geldt voor legio andere in Frankrijk wonende schrijvers die ook liever niet gestoord werden). Dat maakte het lezen van dit boek de moeite waard.

Aangetekend: in deze keuze uit de dagboeken zijn de passages over Green’s religieuze en seksuele problemen ondervertegenwoordigd (dixit het nawoord). Gelukkig maar? (Ik heb als lezer wat minder geduld voor lange behandelingen van dergelijke thema’s, helemaal wanneer Freud en Jung aangehaald worden. Ook een aspect van de cultuur van de jaren ’30).

leesvoer,nl,uitgelezen | July 30, 2011 | 12:37 | Comments Off on Julien Green: Journaal |

Latour & Lépinay: The Science of Passionate Interests

A small and short book, but I like small and short books: Bruno Latour & Vincent Antonin Lépinay’s The Science of Passionate Interests. An Introduction to Gabriel Tarde’s Economic Anthropology, published in 2009. Very interesting and stimulating, though I am not 100% sure I have really understood Tarde’s revolutionary approach to economy, yet.

(Hey, what’s this, I am supposed to write this in Dutch!)

Een klein boekje, maar ik hou wel van kleine en korte boekjes: Bruno Latour & Vincent Antonin Lépinay’s The Science of Passionate Interests. An Introduction to Gabriel Tarde’s Economic Anthropology uit 2009. Las het gisteren, stimulerend & erg interessant al weet ik niet of ik Tarde’s benadering van economie nu werkelijk heb doorgrond. Zou het nog eens moeten lezen, maar daarvoor is geen tijd.

“Let us remember that, for Tarde, there is no infrastructure, no automatism, no harmony; there are no natural laws, no laws of development; everything rests on artifice and inventions facilitated, coordinated, simplified, gathered and assembled by the measuring instruments which feed the economic discipline and which spread out from the metrological chains. It is only throught the spreading of instruments that the social is rendered both quantifiable and predictable to itself, through a powerful process of reflexivity.” (p. 77/78)

Immanentie zonder enige transcendentie.

leesvoer,nl,research,uitgelezen | July 28, 2011 | 13:42 | Comments Off on Latour & Lépinay: The Science of Passionate Interests |

Georges Perec: Tips en wenken voor wie zijn afdelingschef om opslag wil vragen

Perec wilde een perfect lineaire en onleesbare tekst schrijven op basis van een stroomschema. Een man wil opslag vragen aan zijn afdelingschef, is nerveus en overloopt alle mogelijke scenario’s. Het ontspoort behoorlijk – in zijn hoofd. De herhalingen en variaties zorgen voor een vrolijk meeslepende leeservaring. Onleesbaar is de tekst bepaald niet. (Het nawoord beweert dat Perec alle mogelijkheden van het stroomschema uitput, of suggereert zoiets (ik heb de tekst niet bij de hand om het te checken), maar dat lijkt me geenszins het geval.) Oorspronkelijk uit 1968, onlangs vertaald door Rokus Hofstede & uitgegeven door de Arbeiderspers.

leesvoer,nl,uitgelezen | July 25, 2011 | 22:19 | Comments Off on Georges Perec: Tips en wenken voor wie zijn afdelingschef om opslag wil vragen |

Jan H. Mysjkin Rekenkunde van de tastzin

Gold Mysjkin niet als ‘moeilijke dichter’? Deze bundel – nummer twee in een langlopend project – bevat uiterst toegankelijke, ik zou bijna zeggen ‘simpele’ gedichten, meest makkelijk te volgen beschrijvingen (ik bedoel: er valt niks aan uit te leggen) – en toch intrigeren ze. Ik ben er zeer over te spreken – het leverde mij een uur intens leesplezier op in de trein naar Rotterdam.

Lees hier een deel: www.meulenhoff.nl…rekenkunde-van-de-tastzin.html

leesvoer,nl,uitgelezen | July 20, 2011 | 17:49 | Comments Off on Jan H. Mysjkin Rekenkunde van de tastzin |

Roberto Bolaño: Between Parentheses

Kun je te veel Bolaño lezen? Natuurlijk niet. Maar niet alles van Bolaño is even interessant. Deze bundel bevat vertalingen van Bolaño’s opstellen, lezingen en columns over literatuur, (of Essays, Articles, and Speeches, 1998 – 2003 zoals de ondertitel luidt). Ik las ze. De recensies zijn voor een groot deel vrij plichtmatig, maar tonen ook Bolaño’s leesgewoontes en zijn liefde over literatuur. Een aantal essays geven goed inzicht in zijn opvattingen en ontwikkeling als schrijver. Ik werd vooral aangenaam verrast door de columns – daaruit verschijnt een beklijvend beeld van een gepassioneerd lezer en dichter in Blanes.

Verder heb ik er niet veel bijzonders over te melden. Voor wie van literatuur houdt, is het lezen van Bolaño een ‘bevestiging’. Je wordt gesterkt in je overtuiging dat al dat lezen ergens goed voor is.

leesvoer,nl,uitgelezen | July 20, 2011 | 17:40 | Comments Off on Roberto Bolaño: Between Parentheses |

Manieren van lezen

1.
Ik las Oorlog met de salamanders van Karel Capek (1936) (… met accent op de C, maar kan de toetscombinatie niet vinden) in de nieuwe Nederlandse vertaling (2011). Het is een klassieker, anti-utopische SF met een bijtende politieke inslag. Ik begon bij het begin, en las de eerste 100 pagina’s, toen begon ik stukken over te slaan, las het einde en vanaf het einde de hoofdstukken in omgekeerde volgorde, sloeg hier en daar iets over, besloot dan later om een stuk alsnog te lezen en begon soms ook weer net voor de helft. Uiteindelijk het ik het boek ‘uitgelezen’. Toch. Capek’s boek leent zich voor een dergelijke leeswijze. Hij gebruikt allerlei tekstvormen, en het boek moet het – wat mij betreft – niet hebben van de chronologische opbouw. Het is wel duidelijk waar het naar toe gaat, zoals het ook al heel snel duidelijk is waar het om te doen is. Daarom ging ik stukken overslaan, vooral de verhalende. Het pleit voor de kracht van het boek, en voor Capek’s schrijfvermogen, dat je (ik) vervolgens toch zo’n beetje alles leest – vooral de voetnoten en passages uit (fictieve) academische studies.

2.
Ik begon ook in Jay Parini’s The Passages of Herman Melville (2010), maar hield heel snel op. Afknapper: de doorsnee romantoon – waardoor het boek vast op een redelijke lezersschaar kan rekenen – die past absoluut niet bij Melville. Alles was stekelig en weerbarstig is wordt gladgestreken (ja, ook als er in die doorsneestijl beschreven wordt dat Melville – de persoon – moeilijk en lastig is). Ik las de motto’s van de hoofdstukken, citaten van Melville, uit Pierre, Mardi etc. Ze overtuigen je er meteen van dat je (ik) niet dit boek moet lezen, maar Melville zelf. (Ik heb Pierre, een van de vreemdste boeken uit de wereldliteratuur, nog steeds niet uit). Overigens is Parini zonder enige twijfel uitstekend thuis in het werk van Melville – maar ik lees daarover dan liever in non-fictie-vorm.

3.
Ik kon het niet laten en leende laatst ook Alain Finkelkraut’s (l-l-l-l-l) Een intelligent hart. Hoe romans je helpen in het leven van de bibliotheek. Lange besprekingen van Kundera, Roth, Camus, Conrad, James en nog zo wat. Ik las er een paar, voor de helft – die over Camus en die over Kundera. Zinnig, nuttig, weldoordacht. Typische filosofen-beschouwing van literatuur, waar ik niets tegenin weet te brengen, maar waar ik ook een zekere afkeer toe voel. (Is het vooral omdat er altijd van die conventionele romans worden besproken, waar een morele keuze het scharnierpunt van het werk is?)

4.
En dan De verzwegen Boon van Pol Hoste. Pol Hoste, wiens boeken ik vroeger maar niet kon lezen – ik probeerde het en probeerde het, immers een schrijver die verder probeert te komen, onderzoekt, experimenteert, etc. Tot ik Hoste hoorde voorlezen bij Perdu. Sindsdien ben ik ‘om’. Montreal is een grandioos boek. In De verzwegen Boon lijkt Hoste niet helemaal ‘to the point’ te kunnen komen, al is dat natuurlijk ook precies ‘het punt’, en onderdeel van het boek. Maar het pakte me – vooralsnog – niet. Spinoy schrijft in zijn recensie – http://www.dereactor.org/home/detail/of_uw_eigen_kleine_oorlog_zin_heeft/ – dat de kwaliteiten van boek zich pas bij herhaalde lezing ontsluiten. Ik zal nog proberen / blijven.

5.
Een vorm van herlezen: bladeren in een “Guide to”. Zo herlas ik, nee herleefde ik, stukjes uit GR, door te lezen in Steven Weissenburger’s A “Gravity’s Rainbow” Companion: Sources and Contexts for Pynchon’s Novel.

6.
Ik herlas een paar verhalen van Borges. Mooi. Om daarna een paar verhalen van Cortázar te herlezen. Weer ‘wint’ Cortázar het – voor mij. Borges’ werk is de ‘flight of fancy’ van een bibliothecaris – en dat bedoel ik niet negatief. Cortázar’s werk is de ‘flight of fancy’ van een levensgenieter. Beide houden evenveel van literatuur, beide staan met het ene been in de literatuur en met het andere in het leven (Borges ook), beide hebben humor. Terwijl Cortázar zijn dromen in het leven plaatst, situeert Borges ze meestal ergens in een oud manuscript, en hoe leuk ik dat tweede ook vind, ik prefereer het eerste.

leesvoer,nl,reading matter,ubiscribe,uitgelezen | July 9, 2011 | 20:15 | Comments Off on Manieren van lezen |
« Previous PageNext Page »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.5 License. | Arie Altena