Net uit. Self-published. (Dus betaalbaar). Omar Muñoz-Cremers’ Kritische massa. Schrijven over muziek, 25 korte essays over 25 popalbums die samen een beeld vormen van de ontwikkeling van popmuziek, van min of meer 1976 (punk als ‘Stunde Null’) tot Aphex Twin’s Syro. Persoonlijk, poëtisch, precies – en toekomstgericht. Ik las ze van t weekend, allemaal, in één adem. Grote aanrader voor iedereen die ervan houdt om over muziek te lezen. (En dan heb ik nog ‘ns bijna niks met pop – of is dit boek mij juist daarom zo welkom?) Haal ‘m hier.

Lang op gewacht: het literaire meesterwerk geboren uit en in de internetcultuur. Dit is het. Denk ik. (… een bladzijde of 20 gelezen.)
Nu hoeven we dus niet langer te ‘zeuren’ dat de literaire cultuur op het Internet geen Ulysses heeft voortgebracht.
(Nee, ik heb het niet over Kenneth Goldsmith’ New York), euh ik bedoel Capital).
Ik heb het over Anonymous’ Hypersphere. Briljant? Guess so. Ha.
Scribd.
(Via Monoskop).
PS – een halve dag later en 50 pagina’s meer gelezen (kriskras door de pdf) vind ik het nog steeds steengoed, een schop onder de kont van de literatuur, en om te bulderen van het lachen (als bij Rabelais – I suppose).
Dit boek stond al weer even op de plank. Geleend van mn broer (ik moet ‘t nodig teruggeven). Gisteren gelezen – d.w.z. inleiding en de 49 stukjes van Basho’s primaire tekst. Mooi. Vandaag gebladerd in de commentaren. Niet alles gelezen, wel genoeg om te weten dat ik nooit de tijd zal vinden om me werkelijk te verdiepen in de finesses van Basho’s werk.

Uitgelezen, gisteren – nadat het al wekenlang halfgelezen op de stapel lag. Indrukwekkend verslag van hospitaalwerk in de Eerste Wereldoorlog.
Gisteren uitgelezen. De nieuwe roman van Jeroen Theunissen. (Ik heb al zn boeken gelezen). Ik werd helemaal niet overtuigd door het eerste deel, dan toch doorgelezen, en meer overtuigd, en tenslotte zelfs geroerd door de tweede helft.

Uitgelezen. Speelt zich af in het gebied ten zuiden van het Aralmeer.

Uitgelezen. Want ik hou van boeken die gaan over het schrijven.
(Elk langer commentaar heeft zeker 400 woorden nodig, en ik heb andere dingen te schrijven). (Over wat ik er goed aan vind, over dingen die ik niet zo goed vind, maar die toch wel okay zijn, enzovoorts).

Gelezen. De ene (Danilov) onverwacht geboeid tot het einde – terwijl je denkt: zoveel herhaling, en het is een truuk die ik wel snap, maar nee, je leest door en leest door, geboeid. De ander (Meuleman) geboeid, geïnteresseerd, soms herkenning, maar ook hele stukken half overgeslagen (waar het gaat over onderwerpen die me minder interesseren, zoals Vlaamse architectuur).
Dmitry Danilov: De horizontale stand

Bart Meuleman: De jongste zoon

‘Leescrisis’: als geen van de boeken je bevalt. Je legt boek na boek weg, halfgelezen, kwartgelezen, alleen de eerste pagina’s gelezen. Je probeert het te counteren met herlezen van je favorieten. Dat werkt ook niet echt, je herleest passages her en der, maar waar je naar verlangt is die langere, geconcentreerde leestijd, het verdiept zijn in een boek – meestal een roman. En dan ineens lees je weer roman na roman. Pakt het proza je. Lees je zelfs door als het je niet helemaal bevalt, of twijfels hebt, hoe makkelijk het (ook) wegleest.
Ik las (in anti-chronologische volgorde):
Jan Kjaerstad: De ontdekker

Jeff Vandermeer: Annihilation (dwz: Vernietiging)

Marc Reugebrink: Het Belgisch huwelijk

Karl Ove Knausgård: Nacht

Peter Terrin: Monte Carlo

De laatste tijd geen enkel boek uitgelezen (Wel flinke stukken uit o.a. Steinbeck: The Winter of Our Discontent; verhalen van De Maupassant; Daniel Rovers’ De figuur in het tapijt, enz.)
Anik See (schrijfster, radiomaker, buurvrouw) zit op ‘t moment in het Pierre Berton huis in Dawson. Schrijf-residentie. Tijdens de zomervakantie voer ze in een kano de Yukon af met L. en W. (Beren op de oever, eten voor een week mee, enz.)
Zoals bijna alle Nederlanders had ik nooit van Pierre Berton gehoord. In Canada een ‘grootheid’ (journalist, schrijver van historische boeken en romans, jarenlang televisie-host). Berton voer de Yukon af in 1972 met zijn familie en schreef er een boek over, waarin hij ook ook de geschiedenis van zijn vader vertelt die in 1898 naar Dawson kwam en er bleef: Drifting Home. En dat las ik wel uit (in het weekend, op de camping).
(Dark Ecology link: Dawson bestaat om de mijnen, en ik wist niet dat de oevers van de Yukon bezaaid liggen (lagen?) met de troep van de goldrush).
