Movies…

And saw 2 recent movies that F and me both liked. That’s rare, since I’m particularly critical towards contemporary movies. Hardly ever see one that I really like. So saturday Cache by Michael Haneke, and sunday Code 46 by Michael Winterbottom. One is perfectly made, and very precise in its statements (Haneke). The other can be criticized, because some of the scenes are too easy, as if it’s just a ‘quick job’ (Winterbottom).

Okay, Code 46 is about 15 minutes too long (some scenes are stretched to get to the 1.25 mark), but it’s exactly what a movie can be nowadays: good subject matter, told aptly and straightaway, good acting, okay script. ‘Now go and do it.’ One almost wonders why so many others fail. But I suppose that shows the talent of Winterbottom (whose ‘oeuvre’ to me, in the beginning, seemed, well, not so interesting at all; it has the smell of mediocrity).

F. thought that Cache was scary. I think Code 46 is way scarier — this sketch of a future society seems very, very close. Of course that’s because it exploits issues like exclusion, immigration, illegality –.

en,free publicity | May 29, 2006 | 22:44 | Comments Off on Movies… |

Tijdschriften… / elektronische literatuur

Hier zijn ook de tijdschriften gearriveerd, net als bij De Contrabas (http://decontrabas.typepad.com/de_contrabas/2006/05/tijdschriftenwe.html). D.w.z. ik kocht ze bij Atheneum, gisteren: de Yang — nog altijd verreweg mijn favoriet, en ook de Parmentier. En jawel Chretien, ditmaal is de Yang een stuk minder academisch dan de Parmentier.

Vanochtend/vanmiddag (trein Amsterdam – Maastricht) een groot deel van het dossier ‘elektronische literatuur’ van de Parmentier doorgenomen. Mijn stukje voor de nieuwsbrief van het Fonds voor de Letteren is af en vrijdag ‘op de e-mail’ gegaan, daarover dus geen zorgen. Ik kan nu niets meer veranderen. En blij om te merken dat er in de Parmentier niets ‘schokkends’ staat, niets dat ik had gemist en had moeten weten. Niets nieuws. (Blijkbaar is t dus nog meer ‘mijn’ onderwerp dan ik dacht…)

Ik heb wel kritiek ;-) Ten eerste vind ik het jammer dat de ‘elektronische literatuur’, toch weer, teveel wordt opgehangen aan het issue van mediumspecificiteit (ja, ondanks het feit dat juist dat aspect onder vuur wordt genomen). Jammer ook dat het dossier nogal hangt op artikelen waarin wordt geprobeerd de ‘elektronische literatuur’ te definiëren. Dan kom je dus uit bij een smal genre ‘elektronische literatuur’, terwijl de hele verschuiving of transformatie van de cultuur en de literatuur onder invloed van digitalisering + netwerken, veel fascinerender en belangwekkender is.

Neem het openingsessay van — uiteraard (en terecht) — Jan Baetens. Niets ten nadele van Baetens, ik heb veel van z’n artikelen gelezen, en hij is absoluut DE kenner. Bovendien is hij ook uitstekend op de hoogte van het hele nieuwe media-discours (zeg Manovich, Hayles en al die MIT-boeken) en dat is noodzakelijk. Baetens signaleert kwesties die interessant zijn en die een precieze ontrafeling waard zijn, maar ga je daarop in, verzeil je in een (ongetwijfeld razend leuke) academische discussie die zich nogal snel loszing (kweet, een woord dat ik te vaak gebruik) van de artistieke praktijk. Ik vind zijn artikel te academisch.

(Ja, het is een academisch paper, en ja, damn, ik moet zelf deze week zo’n paper schrijven — hum).

Ik vind het jammer dat Baetens er vooral een definitiekwestie van maakt. Ik vind het jammer dat hij het weer teveel ophangt aan de hypertekst, de geanimeerde poëzie en wat daaruit voortkomt. (Er & het = de e-lit). Ik merk dan dat ik zo’n stuk heel snel ga lezen, I sort of know what it’ll be about. En dat is jammer (zoveel woorden…). Ik ken de discussies, ik weet al wat ik ervan kan gebruiken en wat niet en waar ik tijd aan wil besteden en waaraan niet. Ik signaleer de nieuwe wegen die de discussie inslaat en that’s it.

Even opscheppen. Anno 1996 — of was het 1995? — gaven Eric Vos (later met Baetens samensteller van het DWB-nummer over elektronische literatuur, meermaals aangehaald in deze Parmentier) en uw blogger aan de UvA een college over elektronische literatuur. Onder de deelnemers o.a. Ward Wijdelts en Gijsbert Kramer en, als ik me niet vergis, Teike Asselberghs. Tis dus niet dat t met allemaal te moeilijk is ofzo.

Ik ben enerzijds te geïnteresseerd in de ‘traditionele poëzie’ (ik ren wel naar de boekhandel om de nieuwe Van Bastelaere te halen, zoals ik ook zal doen als Jeroen Mettes een bundel uitbrengt), anderszijds in een veel breder perspectief van culturele transformatie. Voor een micro-analyse van Eric Sadins Tokyo heb ik dan niet het geduld.

Liever lees ik dan Islamitische meisjes van Jeroen Mettes vier keer. “God heeft alle Islamitische meisjes op MSN”.

Dan is er het stuk van Philippe Bootz. Tja, om Bootz kun ook niet heen. Daarin onder andere een uitstekend overzicht van de ontwikkeling van computerliteratuur, van de permutaties van Lutz en Gysin, via tekstgeneratie (Bense en Moles worden genoemd), naar — eerste culminatiepunt — Les Immateriaux, (1985, tentoonstelling verzorgd door Lyotard). OULIPO en LAIRE komen voorbij, en tja, het is allemaal nogal Frans getint, met een heel klein beetje Amerika. Allemaal bekende voorbeelden uit de Bootz-hoek, de avant-gardehoek. Wie slechtgezind is, ziet een te doorzichtige poging tot canonvorming, of promoten van de eigen avantgarde.

Wat ik totaal mis in de stukken van Bootz en Bouchardon is het bredere perspectief. Bij Bootz slik ik dat nog, maar dat Bouchardon, die het nota bene exclusief heeft over het interactieve verhaal geen enkele maal refereert aan de huidige computer/rollenspellen als Everquest of World of Warcraft of een van de vele andere uiterst succesvolle ‘implementaties’ van interactieve narrativiteit voor het grote publiek, is tekenend voor zijn enge, misschien zelfs benauwde perspectief. Natuurlijk (?) is World of Warcraft geen literatuur, maar door zulke referenties niet te maken scheppen Bouchardon, Booth en zelfs Baetens een beetje, de indruk dat ‘elektronische literatuur’ zich aftekent tegenover (zelfs afzet tegen) de papieren literatuur. Terwijl ze wordt gemaakt en geschreven in een levendige on- en offline wereld.

Ik werd zelfs een beetje boos. (Zie volgende paragraaf).

Bouchardon eindigt zijn stuk met de zin “Men kan zich afvragen in welke zin computerliteratuur niet in de eerste plaats theoretische literatuur is over de literaire activiteit, een kritiek die nadenkt over literaire handelingen”. Kijk, ik hou van de meest extreme vormen van literatuur, maar een dergelijke zin kan alleen getikt worden in een — laat ik eens een cultureel vooroordeel bezigen — ‘Frans kunstklimaat’, waar er blijkbaar mensen zijn die hartstochtelijk geloven in hun eigen theoretisch goed dichtgemetselde mini-avantgarde-van-ouderwetse-snit. Zucht. Natuurlijk is er zulke “theoretische” literatuur — en goed mogelijk dat ik zulke literatuur zelfs razend spannend vind; maar het is nooit alleen dat, en bovendien is het, zolang het zich verre houdt van wat mensen daadwerkelijk met tekst en al klikkend en surfend on- en offline doen, een nogal marginaal interessante, tja, ik vrees academische kwestie. Ik vrees dat deze avant-garde niet ‘supra’ is (om de term van Samuel Vriezen te lenen).

Ik vind dat des te irritanter omdat Bouchardon verder een hartstikke bruikbaar en heldere analyse geeft van de verschillende aspecten van (literaire) interactieve teksten.

Veel blijer word ik dan van het stukje van Hans Kloos. Daar vind ik de connectie tussen theorie en praktijk, de vertaling van theorie naar praktijk, en andersom. (In plaats van het poneren van theoretische hypotheses).

En gelukkig is er dan Wormgoor van Han van der Vegt — de Orfeo et Euridice – mythe, in de vorm van een walkthrough. Zo’n gedicht drukt veel directer uit wat er met taal gebeurt in het tijdperk van de computergame. Het is dan wel geen elektronische literatuur, maar het is een veel beter voorbeeld van hoe poëzie verandert (en: dat ze springlevend is).

Tenslotte is er nog Niels Bakker. Die noemt tenminste wel GoogleBooks, en het normaal worden van lezen van scherm, en hij suggereert voorzichtig — op autoriteit van Barend van Heusden, terwijl hij, jaargang 1981, voor zichzelf zou moeten spreken — dat papier voor jongste generaties de dynamiek mist die de elektronische tekst wel bezit.

(Euh: ik heb een paar keer lesgegeven aan zo 18 a 22-jarigen, op een HBO, enne, dat is natuurlijk geen representatieve steekproef, bovendien deden ze iets met ICT, maar euh, boeken, zo had ik de indruk, bestonden feitelijk niet voor hen — en als wel, dan als pdf van een torrent getrokken, om t eens overdreven te stellen. Van die torrent kwamen ook hun teveeprogramma’s, de live voetbal uitgezonderd. Wel, ik dwaal af.)

Goed, Niels Bakker slaat een keer de plank per ongeluk mis als hij stelt “Maar zijn die tijdelijkheid en veranderlijkheid specifiek voor de computer? Nee, integendeel zelfs. Film en televisie bieden precies dezelfde mogelijkheden (…).” Eventjes vergeten wat programmeren is. Er wordt een programma uitgevoerd, de output daarvan is iedere keer anders (afhandelijk van whatever parameters): dat is de veranderlijkheid van de elektronische tekst. Niet alleen het filmische.

Oh ja, Lucas Hüsgen en Josien Laurier zijn ook nog onderdeel van het dosssier, en er zit een cd-rom bij maar die heb ik nog niet gezien.

Lang stuk. Publish? Ja, publish.

free publicity,nl,reading matter | May 29, 2006 | 21:54 | Comments Off on Tijdschriften… / elektronische literatuur |

Raymond Federman blogs

I should’ve known. Of course Raymond Federman blogs: http://raymondfederman.blogspot.com/. Federman is another PM-AmLit-writer, but he’s bilingual (French – American). His work is wildly innovative, full of life and funny, and very moving.

Years ago I translated his most dense work The Voice in the Closet / La voix dans le cabinet de debarras; my translation was published by Perdu (http://www.perdu.nl) and is since long sold out. The text is available online at different locations (probably even at my own site… one forgets what one has put online…. ah yes, there it is: http://www.xs4all.nl/~ariealt/stem.html and http://www.xs4all.nl/~ariealt/voice.html, and also here: http://www.federman.com/voice.htm).

It was in fact one of the first things I did, after finishing my studies (with a thesis on Federman and theories of postmodern fiction) — without any real experience in translating. (Well, one has to start somewhere).

en,free publicity,reading matter,writing | May 21, 2006 | 12:32 | Comments Off on Raymond Federman blogs |

Gilbert Sorrentino

From Ron Sillimans’ blog (http://ronsilliman.blogspot.com/) I learn that Gilbert Sorrentino has died a few days ago. I was just reading his Splendid Hotel, a book of short prose sketches, almost poems, about the 26 letters of the alphabet. Very beautifully written, very precise. Sorrentino is best known for his “postmodern masterpieces” Mulligans Stew and Aberration of Starlight. There’s still so much good stuff to read…

http://www.centerforbookculture.org/dalkey/bio_gsorrentino.html
http://www.centerforbookculture.org/interviews/interview_sorrentino.html

en,free publicity,reading matter | May 21, 2006 | 12:07 | Comments Off on Gilbert Sorrentino |

All poetry and environs…

So yesterday night I was at De Waag to look at the work of the 12 poets/designers of the Poëzie op het scherm-project of the Fonds voor de Letteren (http://www.fondsvoordeletteren.nl/). Lots of people I know somehow, from the new media scene, Mediamatic or even, from years back, Perdu. Many people attended, no chairs and no beer crates left to sit on. I enjoyed all the works shown (though there were definitely differences in quality), but personally was most struck by the work of Rozalie Hirs (http://www.rozalie.com/) and Harm van den Dorpel (http://www.harmlog.nl/, look at Tekstverschijning geestschrijver).

I’ll have to write an article about it for the newsletter of the Fonds voor de Letteren — so I have made many notes. The notes are an absolute chaos, so they’re not fit yet to be put up here.

Therefore I will lend the words of Carolien Euser (she was on the panel discussing the works), who, after the presentations were over, said to me ‘I’m not interested in possibilities, I’m interested in choices.’ I totally agree with her. Making choices is what making art (and also new media poetry) is about, knowing exactly what you’re doing and why. Not any gratuitous exploration of possibilities for the sake of exploration. We’re beyond that stage. And these poets knew, even when they were just beginning to scratch the surface (as was sometimes true), that it’s about making choices.

Samuel Vriezen (“the frolicsome composer from hell”) — who of course was also present — has a nice piece about Poëzie op het scherm on his ‘nagelnieuwe’ blog: http://blogger.xs4all.nl/sqv.

(Which makes one think again on the amount — and high quality — of the poetry-blogs in both the Dutch-speaking countries and the USA. Poets blog so much more than other writers, it seems. I will get back to this…)

(Which makes me think as well that putting up a linkslist should be priority number one now — especially since I see that Geert Lovink now links me — thanks Geert!)

a few more links, relevant in this context (not exhaustive, sorry to those I’m not including here…):

Paul Bogaert: http://www.paulbogaert.be
Ted van Lieshout: http://home.wanadoo.nl/tedvanlieshout/
Hans Kloos: http://home.hetnet.nl/~kolos/
Joke van Leeuwen: http://www.jokevanleeuwen.com/
Rozalie Hirs: http://www.rozalie.com/
Harm van den Dorpel: http://www.harmlog.nl/
Niels Schrader: http://www.nielsschrader.de/
Tonnus Oosterhoff: http://www.tonnusoosterhoff.nl/
Mark Boog: http://www.markboog.nl/poetryinmotion.html

en,free publicity,writing | May 18, 2006 | 18:41 | Comments (3) |

Poëzie op het scherm

Vanavond ben ik in De Waag, bij de presentatie van Poëzie op het scherm. Met onder andere Geert Buelens en Paul Bogaert en Rozalie Hirs. Ik zal er een artikeltje over schrijven voor de nieuwsbrief van het Fonds voor de Letteren.

http://www.fondsvoordeletteren.nl/actueel.php3

free publicity,nl,writing | May 17, 2006 | 12:59 | Comments Off on Poëzie op het scherm |

Current and recently finished reading

Blake Morrisson: The Justification of Johann Gutenberg (or rather, the Dutch translation). The kind of book of which one says: that’s a good read. Simply an example of what an historical novel can be nowadays. Well written, well done, well researched. (Not ground-breaking, not difficult, sort of journalistic). A good insight into the constitution of a new technology, in the form of a novel. I read it with pleasure. Yet this sort of novel one only enjoys when one has an interest in the subject matter.

… in contrast to:

Flann O’ Brien, The Third Policeman, the book I’m currently reading. Ireland; bicycles and I realize, the ONE and ONLY true precursor to the strange prose of Ben Marcus. Very funny too (though you’ll not catch me laughing out loud when reading, I hardly ever do).

I did know of Flann O’Brien. His books were even translated into Dutch, published in that series of light blue books (in which also one Pinget novel was published — before IJzer started publishing Pinget translations), and of course remaindered. I did borrow his books from the library ages ago. But I never got to read them. Strange, I must’ve not been into bicycles yet…

Flann O’Brien:
http://www.themodernword.com/scriptorium/obrien.htmlhttp://www.necessaryprose.com/obrien.html
http://www.centerforbookculture.org/dalkey/backlist/obrien.html

Ben Marcus:
http://www.benmarcus.com/

IJzer:
http://www.uitgeverij-ijzer.nl/

en,free publicity,reading matter | May 16, 2006 | 16:53 | Comments Off on Current and recently finished reading |

Jan van Eyck Book Weekend

Next weekend = Jan van Eyck Book Weekend. With a.o. a Tomorrow Book Projects Workshop; Stuart Bailey’s Manifesta print-on-demand shop, Gerhard Rühm (really!!), lots of Fluxus and Concrete Poetry books on display, and more;

and then of course, on sunday, 15.00 hrs. the presentation of Ubiscribe PoD 0.9.0, the publication we (Jouke, Sandra, Claudia, Inga & me) have been working on in the past 2 weeks — starting with putting content (text, images) into our wiki, ending, temporarily, with a paper publication. (In the wiki one can find already new stuff added). I just send some last corrections to Jouke. Tomorrow morning the pdf will be at the printers. Launch & learn is the term we’ve devised for this kind of ultra-quick production. It’s like learning to understand again/anew what editing is, what ‘editorial labor’ entails.

Programme for 20/21th May: http://www.janvaneyck.nl/0_2_3_events_info/arc_06_bookish_weekend.html.

blogging,en,free publicity,research,ubiscribe | May 14, 2006 | 20:50 | Comments Off on Jan van Eyck Book Weekend |

Music at Kraakgeluiden & the JvE

The Same Girl is Nicolas Field (percussion — also member of PHO) and Gilles Aubry (electronics). They play tonight in Amsterdam at Kraakgeluiden in OT301 and tomorrow evening, 21.00 at the Jan van Eyck in Maastricht. I’ll be there — (= in Maastricht).

http://www.kraakgeluiden.com.
http://www.janvaneyck.nl/0_2_1_events/events_current.html.

en,free publicity,music | April 24, 2006 | 15:28 | Comments Off on Music at Kraakgeluiden & the JvE |

DFW: Consider the Lobster

Hmm, wouldn’t it be much more fun to put up some quotes from Consider the Lobster? Almost finished it & it’s such fun to read DFW’s (yeah, again I use the word fun) essays. Also a very nuanced analysis of the state of the United States, in the period 1995 – 2005. The wikipedia entry is a stub, but it has an overview of the content: http://en.wikipedia.org/wiki/Consider_the_Lobster.

en,free publicity,reading matter | April 19, 2006 | 18:44 | Comments Off on DFW: Consider the Lobster |
« Previous PageNext Page »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.5 License. | Arie Altena