Prachtige nazomerdag en bezig met een heerlijk ritje 100 kilometer. Een moment van onoplettendheid op een rotpunt, of kwam ik nou toch van rechts voor die tractor? Aanrijding. Ik helemaal ongedeerd maar het frame van mijn Ger helemaal aan diggelen. (Geluk gehad). Nog naar station Hillegom kunnen fietsen. Dat was het. Mijn favoriete frame. Verreweg. Einde oefening. (64 kilometer in 2.45 uur).
Vinyl 86: Presenting Ernie Henry
Tja, jammer. Er is een keer bier over deze plaat gegaan en sindsdien ruist en tikt hij wel heel erg. (Ondanks schoonmaken). Ernie Henry is qua geluid een soort missing link tussen Parker en Ornette Coleman. Vond deze ooit heel mooi, om de toon van Henry, en die van Kenny Dorham. Ritmesectie van Kenny Drew, Wilbur Ware en Art Taylor is ook niet mis. Nu klinkt het me net iets te doorsnee of nee, te slordig misschien? Wel aanstekelijk energiek.
Vinyl 85: John Coltrane: Coltrane
Nog eentje die ik mooi vind. Coltrane’s eerste onder eigen naam. Op Prestige, met een ritmesectie van Mal Waldron, Chambers en Al Heath. Fijn baritongeknor van Sahib Shibab. Trompet van de onbekend gebleven Johnnie Splawn. Bakai, Straight Street, Chronic Blues. En ook nog een prachtige hoes. Ooit tweedehands gekocht. Ik ken ‘m uit mn hoofd en hoef ‘m niet eens te draaien om te weten hoe ‘ie klinkt.
Vinyl 84: Tenor Conclave
Die heb ik ook al heel lang. Een van de eerste LPs van mijn jazzcollectie (die geen collectie is maar een zootje toevallig gekochte en gekregen LPs). Zo’n typische Prestige blowing-session waarvan er talloze zijn, in 1 dag opgenomen. Niks geen voorbereiding, bekende stukken, een rif, en gaan. Deze is erg goed door het contrast tussen enerzijds de door Lester Young geïnspireerde Al Cohn en Zoot Sims, Hank Mobley (er tussenin) en anderszijds de harde toon van Coltrane die hier begint te experimenteren met een nieuwe stijl. Mooie ensemble-klank van de vier tenoren. En een sublieme Paul Chambers. Ik kan altijd naar hard bop luisteren, al is er veel dat het ene oor in en het andere uitgaat. Deze LP verveelt nooit en houdt de aandacht vast.
Vinyl 83: John Coltrane, Impressions
En dan de mooiste die ik op vinyl heb, Impressions die begint met India, het dubbele bas-motief van Reggie Workman en Jimmy Garrison, het lichte drummen van Elvin Jones waarna Coltrane invalt op sopraan, en vervolgens het thema met ook Dolphy op basklarinet. Staat in mijn geheugen gegrift. Impulse-LP. Moet ik hier verder iets over zeggen? Die live opnames uit de Village Vanguard van november 1961 zijn net zoiets als de pianosonates van Beethoven, de absolute apex in een idioom, waarbij drums en bassen de individuele expressie voortstuwen, er al spelend een universum wordt opgebouwd waarin je je vrij kunt bewegen. En ook nu valt me op hoe uiterst gebalanceerd deze muziek is – geen uiting van macht, geen tegen elkaar vechten van individuele stemmen. (Aanleiding voor een lang essay. Waarbij je dan ook aandacht moet besteden aan de grondtoon die gelijk blijft; de piano die hier – in India – eigenlijk geen plek weet te vinden; de fragiliteit van deze muziek die tegelijk heel sterk is). Enzovoort enzovoorts.
Vinyl 82: John Coltrane, My Favorite Things
Ooit moet ik ze toch gaan draaien, waarom niet vandaag. Mijn Coltrane-LP’s. Ik heb er een paar. Waaronder de beroemde Atlantic-LP My Favorite Things. Deze kraakt behoorlijk, blijkbaar toch veel gedraaid, al was ik er extreem zuinig op. Ik kocht hem in 1985 of daaromtrent. Toen ik juist was begonnen met een ontdekkingsreis door de jazz die begon bij de Coltrane van 1960 en vanuit Coltrane terug in de tijd naar Parker (en een beetje Lester Young) en vooruit via Dolphy naar de hedendaagse geïmproviseerde muziek. Elke keer als ik deze opname van My Favorite Things hoor ben ik verbaasd en geïntigreerd. Oren gewend aan de latere uitbarstingen en Coltrane’s veel intensere uitvoeringen is deze eerste zo ingehouden, precies en bijna voorzichtig. Heel gearrangeerd ook, met de basfiguurtjes die Steve Davis speelt (geen ‘walking bass’), de aangehouden akkoorden van McCoy Tyner en het lichte drummen van Elvin Jones.