W. moest met de auto naar Friesland en ik lifte mee tot Lelystad en reed van daaruit naar Amsterdam (moest voor de middag terug zijn). Rustig herfstweer, nauwelijks wind, soms een heel vage zon door de wat grijze wolken. Net geen mist, heel klein beetje lichte regen, en heel mooie bomen. Dat stuk over de dijk is toch altijd ‘doorrammen’. Had liever wat langer door bos gereden. Net voor 12 uur terug.
Superweer. Nauwelijks wind. 15 graden. Gouden zon die de kleuren van de bomen het best doet uitkomen. Niet meer dan 2 uurtjes de tijd.
Rustig, grijs en zacht herfstweer met heel nu en dan een heel klein beetje zon. Mooi rondje (met herfstkleuren en droge gele bladeren op de grond).
Welke LP is dit nou weer. Dik Vinyl. Heel mooi uitgegeven. Geen info op de plaat zelf. Ook niet op de hoes. O, wacht, is dit niet de LP van Marc Bijl’s gothic-metal band? Hoe kom ik hier nou weer aan? Uitgegeven door Casco in 2003. Ik hou gewoon niet zo van Gothic. 2003 maar blijven steken in de 1980s. Clan of Xymox. Killing Joke. Nou nee, dank u. Als Marc Bijl’s carriere goed gaat zal dit vinyl wel in waarde zijn gestegen. (Hoewel, 18 euro volgens Discogs). Ik hou ‘m wel, ‘for art’s sake’. Maar luister hem niet af. Sorry Marc.
Even genoeg van de bebop. Te intense muziek om bij te werken. Pak de volgende LP. Huh? Is die van mij? Sink? Ik denk dat ik ‘m een keertje van J. op mn verjaardag heb gekregen in de tijd dat ik veel naar firehose en Fugazi luisterde. Typisch J. muziek. 1990. UK-hardcore. Ik bedoel gitaar-hardcore-punk. Niet echt een bloeiend genre in het UK van de rave. Hartstikke cliché maar niet slecht. Maar als ik deze ‘vibe’ wil zet ik liever oude Hüsker Dü op. Hou ik ‘m?
Deze heb ik ook. Uit dezelfde serie. Live opnames van Parker uit 1947, met de radio-aankondigingen (‘Bands for Bonds’). Heel interessante bezetting met – op de meeste tracks – Lennie Tristano, Billy Bauer, Ray Brown, en John Laporta op klarinet, en dan Bird en Diz plus Max Roach. Dat werkt. Typische commercieel radio-ideetje: het was een ‘battle of the bands’, met een dixieland orkest dat ook bebop moest spelen, en de beboppers speelden Tiger Rag op breakneck speed. De rest van de opnames zijn van iets eerder in 1947 als Parker aan de westkust is en speelt met o.a. Howard McGhee en Hampton Hawes.
Ik heb niet echt een verzameling. Ik kocht vroeger voornamelijk tweedehands, en zo goedkoop mogelijk. Deze was ongetwijfeld ook goedkoop. Live opnames uit de hoogtijdagen van de bebop met steeds Kenny Clarke op drums, en afwisselend Bud Powell of Tadd Dameron, Sonny Stitt of Ernie Henry(!), en Fats Navarro of Kenny Dorham. De LP heet Fats Navarro Memorial en ik heb ‘m ongetwijfeld om Navarro gekocht, al zijn 4 van de 12 stukken zonder hem. Die LP’s van het Franse ‘Jazz Anthology’ stonden indertijd altijd wel ergens in de tweedehandsbakken. Wat ik mooi vind is dat je eigenlijk nog steeds kunt horen hoe revolutionair en compromisloos de èchte bebop was. Zo ‘cool’, complex en ‘hard’. (Ik luister het op de vroege morgen. Het is geen ochtendmuziek.)
Easily mijn LP met de slechtste geluidskwaliteit. (Heel dik vinyl van Vocalion, uitgegeven door Vogue Records in Londen, maar al voor ik ‘m kocht grijsgedraaid, vol tikken en ruis). Je hoort Parker, maar bijna niks van de rest. Ik lees op de hoestekst dat Parker’s kwintet vreemd genoeg geboekt was voor een enorme danszaal. Je hoort veel rumoer op de achtergrond. Alleen Parker’s solo’s zijn getapet, wat – volgens de hoestekst uit 1965 – het vermoeden wekt dat de opnames gemaakt zijn door Dean Benedetti. Of dat zo is weet ik niet. Wel dat die Benedetti-tapes een jaar of 10 of 15 geleden ineens opdoken. Anyway, Parker’s spel is onwaarschijnlijk. (Ik weet geen ander woord voor deze ‘Gelaüfichkeit’ en ideeënrijkdom). Wel, door de geluidskwaliteit en omdat je alleen Parker krijgt (dus alleen thema – solo Parker – fours met Parker – thema) erg intens en wat vermoeiend luisteren.
Laat ik mijn ander Charlie Parker platen draaien. Gek genoeg heb ik ooit de LPs met de Dial en Savoy opnames weggegeven – omdat ik ze toch op een cassettebandje had staan. (Wel, het waren rare, goedkope, slechte persingen). Deze heb ik wel gehouden, een uitgave van ‘Upfront’. Zal wel een bootleg zijn. De informatie op de hoes klopt maar half. Het zijn de opnames uit de Royal Roost van september en december 1948 en uit Birdland juni 1950. Met soms Fats Navarro op trompet (onwaarschijnlijk goed), Bud Powell, en Max Roach. Oh, en Parker speelt ook waanzinnig op Move – pffff. Parker live, zoveel beter dan in de studio. (Onderstaande hoes vind ik bij Discogs voor een LP met deze opnames, maar mijn hoes is anders).
Eén van mijn eerste jazzplaten. Ik kreeg ‘m op mn verjaardag (tegelijk met Tenor Conclave). Zal wel in 1985 zijn geweest. Heb ‘m dus vaak gedraaid, maar inmiddels zeker 15 jaar niet gehoord. (Ook niet als mp3). Mijn eerste reactie is ‘au’. Parker blijft Parker en ik ben groot Parker-fan, maar dit behoort tot zijn zwakste opnames. Kant A is – op 1 nummer na – met big band of met strijkers en afgezien van Parker’s bijdrage totaal oninteressant. Kant B betreft zijn studio-opnames uit zijn laatste jaar, 1954. Soms klinkt hij ineens geïnspireerd (op My Heart Belongs to Daddy), dan weer fragiel. Hij moet een wrak zijn geweest. Ik hou de LP, want Parker is Parker, en zelfs in mindere vorm torent hij ver boven de anderen uit.