More books…

I am working on an article about epic poetry – well, epic poetry now, in the light of internet, new media. Hmm. Those kind of assignments (“those kind” – what does that mean?) for me are a reason to order books that I’ve been wanting to read for a long time. The occasion presents itself.

So today the postman brought Charles Olson’s The Maximus Poems and Albert B. Lord’s the Singer of Tales.

I’ve read quite a bit of the shorter poetry of Olson (from the Selected Poems, edited by Robert Creeley) and I like his prose-essay Call Me Ishmael. Olson is a bit of a strange type, and he could be a total nuthead it seems. (Is it HC ten Berge who calls him a ‘warhoofd’ in a fairly recent piece? I don’t remember). His poetry is straight out of Pound’s Cantos in many senses, and well, I’m simply drawn toward these really long poems (that one hardly ever finishes reading completely, from first till last page).

The ideas of Lord are well-known to me, as they form the fundaments of much contemporary knowledge of oral poetry and performance – but I’ve never read the actual book. So now’s the time.

I did however recently reread Bauman’s 1970’s essay Verbal Art as Performance – it was requiered reading for Literary Theory back in 1988. Rediscovering in a sense where I’ve picked up ideas on literature…

en,reading matter,research,ubiscribe,writing | June 13, 2007 | 15:44 | Comments Off on More books… |

Boek, bundel, blog

Even een aankondiging tussendoor:

Vrijdag 15 juni, van 13.00 tot 17:00
Symposium Bundel, Boek, Blog

“Tijdens de middag zal een groep literatuurwetenschappers, bloggers, mediatheoretici, dichters en vormgevers discussieren over de implicaties van het feit dat literatuur, en met name poezie, vandaag de dag steeds minder in boekvorm tot ons komt, maar verspreid wordt via websites & blogs, of voorgedragen wordt op poetry-slams. Wat betekent dit voor onze omgang met gedichten? Hoe ziet de toekomst van het boek als fysiek object er uit?”

Sprekers:
Thomas Vaessens
Arie Altena
Cornelia Graebner
Chrétien Breukers
Samuel Vriezen
Frans Oosterhof

Gratis alhier: Letterenfaculteit Universiteit Leiden, gebouw 1162 (Van Wijkplaats 2) zaal 002.

(Georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Algemene Literatuurwetenschap en de Opleiding Literatuurwetenschap Universiteit Leiden.)

Lotman’s ‘Art as language’

I’ve been searching for this quote forever. Browsing through old syllabi I find it, somewhere in the text ‘Art as language’ by Yury Lotman – very heavily underlined annotated by myself, but not this sentence:

Art is the most economical, compact method for storing and transmitting information. But art also has other properties wholly worthy of the attention of cyberneticians and perhaps, in time, of design engineers.

[I guess, with design engineers Lotman refers to what we now know as ‘programmers’].

My annotation – dating from around 1988 – “ONZIN” (=nonsense).

Yury Lotman, The Structure of the Artistic Text, Ann Arbor, 1977, (1970), p. 23

en,quotations,research,software,writing | June 9, 2007 | 20:16 | Comments Off on Lotman’s ‘Art as language’ |

Dirk van Weelden: Tempo

“Vanaf de dag dat ik ging lezen en studeren, naar de training en de loopschool op de atletiekclub ging en uitprobeerde wat ik had gehoord en gelezen, werd hardlopen een kunst. Een kunst in de oude zin van het woord, namelijk als praktijk om te leren, te ontdekken, om vermaak en ontroering te bewerkstelligen. Belangrijk aan het woord ‘praktijk’ is dat het aandeel van zintuigen, emoties, kennis, sociale ervaring, verwondering en handelen gelijkwaardig is.”

Dirk van Weelden, Tempo, Augustus, Amsterdam, 2007, p. 73-74.

Looptijd was de ultieme roman over hardlopen (vergelijkbaar met wat De Renner voor het wielrennen deed). Tempo is voorbeeldige filosofie. Eigenlijk zou dit boekje in de boekhandel op de filosofieplank moeten staan (maar juist dan zul je misleid worden en het verslijten voor een modieuze gril van een uitgeefconcern), je moet het zoeken in de sporthoek.

Waarom voorbeeldig? Omdat het boekje geen moment over iets anders gaat dan over hardlopen. Omdat het in heldere zinnen beschrijft wat hardlopen is – in alle dimensies, en hoe het fysiologische, het-goede-gevoel-oproepen, de cultuur, en de geschiedenis niet te scheiden zijn in de beleving van het hardlopen. Geen moment neemt Van Weelden hardlopen als metafoor voor iets anders. Het is nooit meer dan gewoon hardlopen, een stukje rennen – maar dat stukje rennen heeft wel gevolgen, het vormt. Van Weeldens uitleg van het genieten van het hardlopen, raakt aan wat het leven is, en wat het leven de moeite waard maakt om te leven, aan het geheim van een goed humeur.

Kijk, nu maak ik er bijna pseudo-filosofie van. Van Weelden schrijft ‘gewoon’ (… en dat is niet zo makkelijk) over verschillende theorieën van het lopen (de elastische methode en de beheerste val), over Prefontaine en Zatopek, over hoe hijzelf is begonnen met lopen. Er zijn ook nog twee mooie stijloefeningen, en wat korte stukjes die waarschijnlijk ook voor een gelegendheid geschreven zijn. Er spreekt een tomeloos enthousiasme uit.

Het zijn allemaal bouwsteentjes in zijn ‘oeuvre’ dat gaat over enthousiasme en de tegenwoordigheid van geest. Het is een filosofie waarvan ik ‘goeie zin’ krijg. Het is heel precieze filosofie – uit elke zin spreekt liefde voor het weten, voor het onderzoeken, het willen weten, liefde, voor mijn part, voor het opdoen van wijsheid.

Tempo is onvergelijkbaar met twee andere ‘filosofische’ boekjes over sport die ik vorig jaar las. Waarschijnlijk was het bestaan van beide boeken aan mij voorbijgegaan, ware het niet dat ze verschenen op de plank ‘wielrennen’ in de openbare bibliotheek. Het gaat om Peter Sminks De cultus van het lijden, een oefening in duursport, en Wielrennen van de Belgische filosoof Marc van den Bossche. Beide leuk om te lezen, vol herkenbare gedachten, ideeën en anekdotes – althans voor deze lezer die zelf fietst. Maar het boek van Smink (die, zo leid ik af uit z’n boek bij De Trappist fietste) gaat veel minder over fietsen en wielrennen dan over zijn eigen ontwikkeling en zijn nogal moeizame receptie van Walter Benjamin. En al lezende betrapte ik me op de gedachte dat ik daar niet op zat te wachten. Liever lees ik dan een goed essay over Benjamin, zonder de fietsanekdotes. Liever lees ik het een verslag van een fietstocht, zonder persoonlijke, theoretische uitweidingen. Omdat Benjamin en duursport alleen samenkomen in de persoon Smink wordt het noch een goed boek over duursport, noch een goed essay over Benjamin. ‘Vlees noch vis’, ‘het komt niet uit de verf’, denk je dan. Jammer, want Smink kan best schrijven. Over het boek van Marc van den Bossche was ik ook niet heel enthousiast. Het zegt een filosofie van het wielrennen te zijn, en dat is zo’n beetje nummer één in mijn lijst ‘favoriete onderwerpen’. (Dan wordt het lastig om de verwachting in te lossen…) Maar Van den Bossche heeft geen filosofie van het wielrennen geschreven, hij projecteert filosofie op het wielrennen. Precies het omgekeerde van de methode van Dirk van Weelden. Van den Bossche is een academisch filosoof die nu eens een boek geschreven heeft over zijn hobby. Natuurlijk ook hier herkenbaarheid, bekende anekdotes, en dan doorspekt met wat ik maar “Plato, Kant en Hegel” noem. Ik kreeg sterk de indruk dat wat Van de Bossche wil meedelen over wielrennen, duursport en zijn eigen verhouding daarmee, zonder die “professionele academische filosofie” kan. Maar het is nou eenmaal zijn vak. Andersom vermoed ik dat zijn filosofische punten ook gemaakt kunnen worden zonder het wielrenverhaal. Ook hier is het de persoon die beide aspecten samenbindt, maar dat niet ontstijgt. Het levert geen nieuwe filosofische inzichten op, en geen nieuwe inzichten in het wielrennen… Natuurlijk ben ik jaloers op Van den Bossche – kon ik maar een filosofie van het wielrennen schrijven! En natuurlijk is het best een goed boek, waarover ik eigenlijk een leuk stukje zou moeten schrijven. (Wie van wielrennen en lezen houdt, die leze dit boek!) Mijn matige enthousiasme komt vooral voort uit een vergelijking met Van Weelden. (En een vergelijking met Benjo Maso’s onovertroffen werk). En goed beschouwd zijn al die andere boeken over wielrennen die ik verslind, veel minder – de biogafieën en plaatjesboeken – maar dat betreft een andere categorie, een ander genre met een ander verwachtingspatroon.

Ik noem de boeken van Smink en Van den Bossche om duidelijk te maken waarom ik Van Weeldens aanpak voorbeelding vind. Van Weelden onderzoekt, ontdekt, staat open voor het nieuwe, beschrijft zijn onderwerp zo goed mogelijk. Hij projecteert geen filosofie op het hardlopen, en schrijft evenmin over het hardlopen als metafoor voor een persoonlijk zoektocht. Natuurlijk ook hier komt het samen in de persoon Van Weelden, maar door zijn observerende, onderzoekende en ontdekkende houding overstijgt hij ook altijd het persoonlijke perspectief. Hij schrijft “gewoon” over alle dimensies van het hardlopen. Zo bedrijf je filosofie.

Postscript
Ik ben te negatief over Smink – want ondertussen bevat zijn boek ook het definitieve essay over De Renner, een essay dat geschreven moest worden.

nl,quotations,reading matter,writing | April 29, 2007 | 17:56 | Comments Off on Dirk van Weelden: Tempo |

Working on…

The days pass by quiet. A bit like the weather: quiet and grey. I am waiting more than anything else. Waiting to move. First back to Amsterdam. Then start a new job. Then move on to a new appartment in Amsterdam. In the meantime I am writing. (F. is also finishing work – so I’m not much of a spoiler of Xmas-festivities).

I am writing in a strange way, working on the same article now since 2 weeks? It’s a round-up of my research at the Jan van Eyck; the story is the one I’ve been telling in the public lectures earlier this month.

The framework was already there (in my head, in the powerpoints that I used in the lectures). I basically wrote everything down and added all the necessary or nice quotes and references. I could only get it ‘out’ by not being totally involved with the sentences that I typed out – by simulating that I was not wholly present while writing. Simply too much material. maybe afraid to finish? And although I consciously threw out quite a few subjects (like a comparision of blogging and notebooks, of blogs and commonplace books; and the whole public – private issue), I still ended up with over 20.000 words.

That was 4 days ago.

So it feels almost as if I’m trying to write a thesis.

I’m used to write texts of 1000 – 2000 words. Sometimes, sometimes I may write 4000 words.

I spent the past days making a first edit. Not working too hard – a few hours a day. Cleaning up, deleting doublures (there are still a lots – I tend to state everything five times in the same text), shifting whole paragraphs. Again doing that while feeling not totally involved.

The first edit is done. It still is 20.000 words long.

And I am afraid it still is too much of a simple description of the history, present and possible future of blogging – zooming in on issues of authorship and software – mostly software. (Well, I know what Latour says about descriptions, but I’m not so sure that my description fits his criteria…)

But, well, I hope I now have all the ‘material’ – to get fully involved with the ‘sentences’. I know I’ll be able to throw out at least 10.000 words.

blogging,en,ubiscribe,writing | December 26, 2006 | 23:14 | Comments Off on Working on… |

Write write write

Peet http://sneaker.nl/articles/2006/12/20/wil-je-ook-eens-een-keertje-minder/ tells me about this software: http://www.hogbaysoftware.com/product/writeroom – and hmm, although I’m quite often doing the apple-tab thing (swithing quickly between programs), I might like this.

Just text text text!

Alas, it’s only for 10.4 & I’m still using 10.3.9 – maybe this will make me upgrade (when I find the time — …)

en,free publicity,software,writing | December 21, 2006 | 17:50 | Comments Off on Write write write |

Books…

“To me, book is a tool for marketing the online writer, not the other way round.” Sez Finnish writer Leevi Lehto at http://nypoesi.net/?id=tekst&no=33. [Via http://jilltxt.net.]

en,research,ubiscribe,writing | December 7, 2006 | 21:36 | Comments Off on Books… |

Read/write, from a different perspective

“An author who is writing specifically for a public is not really writing; it is the public that is writing, and for this reason the public can no longer be a reader; reading only appears to exist, actually it is nothing. This is why works created to be read are meaningless: no one reads them. This is why it is dangerous to write for other people, in order to evoke the speech of others and reveal them to themselves: the fact is that other people do not want to hear their own voices; they want to hear someone else’s voice, a voice that is real, profound, troubling like the truth.” p. 365

Maurice Blanchot, ‘Literature and the Right to Death’ in The Station Hill Blanchot Reader, Barrytown, Station Hill, 1999, p. 359-399.

Sometimes I can read Blanchot, and what he writes I find beautiful and deeply true. Sometimes I cannot read Blanchot, and what he writes is to me as words from an ideal, transcendental realm, unconnected to lived reality.

en,quotations,reading matter,research,ubiscribe,writing | November 21, 2006 | 16:03 | Comments Off on Read/write, from a different perspective |

To blog — in 4 different systems

It’s so nice sometimes to just make something, however simple it is, using old-skool html and some pictures.

This time I made screenshots of the different stages — or maybe different screens (rather than actions) — of writing & publishing a blog post. Respectively Blogger Beta, WordPress, Twoday.net and blogging from Flock.

No Typepad since I immediately erased my account after activating it and checking it out.

Big html-page here (may need refresh to have all the pictures load…): http://www.xs4all.nl/~ariealt/jve/2006_to_blog_small/to_blog.html.

Well, it won’t earn the prize for best design, and probably I should’ve resized the screenshots differently, but still, I like these kind of mosaics.

blogging,en,research,software,ubiscribe,writing | November 1, 2006 | 17:07 | Comments Off on To blog — in 4 different systems |

Euh, correction

Just wrote: “Only marketeers who’d like to reach out to an audience and have that audience stay with their blog, want this. Why would you like an audience to stay”. Well, dear reader, of course I am very happy if you read daily what I scribble here. I am more than happy if I receive nice comments. What I meant is that the life of this blog does not depend on traffic, but on my willingness/desire to write.

Although I read blogs regularly, I myself am not a faithful audience that keeps returning daily to favorite blogs. (Or maybe, for a while, for 1 or 2 blogs, never more). I am faithful in the sense that I keep returning to the same blogs (or people) over a long time. (One can also say that I will encounter them, again and again).

I think, (well, hope) I have such faithful readers.

Sometimes knowing that one is read helps to keep the desire to write alive. But I know I would also write and publish if these posts were not read daily, not read right away. I believe in keeping track of time through writing. I believe it makes my live richer. Whatever. I hope to catch, or understand that which escapes me, what I cannot catch.

I also believe in giving all this away, this effort, uploading it to the web, as a gift to all those others that keep on uploading their efforts, for whatever reason. Hoping something will come of it.

Well, that sounds like a ‘creed’….

blogging,en,ubiscribe,writing | October 24, 2006 | 16:26 | Comments Off on Euh, correction |
« Previous PageNext Page »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.5 License. | Arie Altena