‘The machines are not trying to communicate something they believe or perceive. Their inaccuracy is not due to misperception or hallucination. As we have pointed out, they are not trying to convey information at all. They are bullshitting.’
Michael Townsen Hicks, James Humphries, Joe Slater: ‘ChatGPT is bullshit’, link.springer.com/epdf/10.1007/s10676-024-09775-5
Via, Neerlandistiek, Marc van Oostendorp https://neerlandistiek.nl/2024/06/chatbots-als-kletskoekmachines/, o.a. over het verschil tussen kletskoek verkopen en liegen. Hij schrijft: “Er is geen verschil voor een chatbot tussen momenten dat het ‘hallucineert’ en momenten dat het dit niet doet: het probeert in alle gevallen alleen maar zo plausibel mogelijke zinnen te maken – zinnen die op dat gegeven moment gezegd kunnen worden.” (D’r is zeker een filosofische boom over op te zetten, maar het politiek-culturele punt, dat te maken heeft met het geloof in AI en het gevaar van kletskoek verkopen, staat).
En weer terug na 2 daagjes werken op de camping. Fantastische zomeravond.

Zomers warm, nauwelijks wind, 27 graden, zon. Einde van de middag een rondje om Hilversum en een stukje door Hilversum dat ik volgens mij nog nooit eerder reed – best een mooi stukje.

Volop zomer. Ik ga weer vanaf Fransche Kamp werken. Spullen mee,. Op de heenweg een stukje opgereden met een Amerikaan die met de fiets op weg was van Amsterdam naar Köln.

Ouderkerkerplas – Abcoudermeer. Laat avondrondje, net voor de zon ondergaat. Zomers, lange schaduwen. Opnieuw op de Scott.

Avondwandeling door Fransche Kamp en het Spanderswoud, met F. Heerlijk zomers weer.

Winkel – Ronde Hoep. Zonnig. Rondje over bekende wegen voor ik met F. naar Fransche Kamp ga. Rij een toertocht tegemoet (ah, de Kastelentocht). Voor het eerst sinds lang weer op mn Scott, waar ik niet zo lekker op zit, maar toch goed op kan doorrijden. (Dat zullen dan wel de nieuwe wielen zijn die ik er – alweer maanden geleden – heb ingestoken, de nieuwe ketting, en cassette voor-op-het-vlakke).

De volgende dag in de avond weer terug. (Binnen het uur).

Weer ‘ns naar Fransche Kamp dan maar.

En tja, zo was ik weer in Almelo. Wat nu? Met de trein terug? De wind is westelijk, er trekken fikse buien over het land. Maar als ik geluk heb, valt het mee. Zou ik het kunnen, nog een keer 150 a 160 tegen de wind in? Ik besluit het erop te wagen. Zo nu en dan schijnt de zon. Tot Zwolle heb ik nota bene de wind redelijk in de rug – zuidenwind (ja, naast een buienzone). Net voor Zwolle raak ik in een hoosbui verzeild. Ik kan er voor schuilen. Dan, ten noorden van de Veluwe begin ik het moeilijk te krijgen, te weinig gegeten, toch een te lange route, tegenwind. (Ik krijg alleen even nieuwe energie van de woede die getriggerd wordt door de borden ‘AZC NEE’ die als een eindeloze haag hakenkruizen bij de huizen langs de weg naar Oldenbroek hangen, grote huizen, met voor elk huis een of twee of meer auto’s, een caravan, een camper. Die mensen hebben alles, hoe durven ze). Boven de Veluwe nadert weer een donkere wolk. Ik denk ‘m voor te kunnen blijven, maar moet stoppen als het gaat hozen en zelfs onweren. Helaas blijft het vervolgens helemaal dicht zitten, alleen verderop, in de Flevopolder, waar de bui naartoe beweegt, is het lichter. Als de regen wat afneemt rij ik door, maar krijg vervolgens een paar keer de volle laag als het ineens weer losbarst. In Harderwijk is het droog, ik rij de brug over eindelijk de Flevopolder in. Daar komt langzaam de zon er door. De wind is er echter ook harder, en staat pal tegen. Ik ken de wegen, ik weet hoe ver het nog is, ik red het wel, maar het valt niet mee. In Amsterdam is het ten slotte aangenaam weer, en twee kilometer van huis wordt ik voor het eerst aangesproken door een andere fietser – wat ik vandaag gereden heb? 160 kilometer, tegen de wind in. Ik heb het net gered. Ik had nog lang niet terug willen zijn, maar ik vind het toch een mooie stunt, Dümmer See – Amsterdam in twee dagen, tegen de wind in, met volle bepakking. Dat doe ik nooit weer.
