Zo staat het op een van de gele post-it briefjes die op mn tafel zijn geplakt. Dat moet vrijdagavond zijn geweest – begin van de avond. De route en het weer? Het regende niet. En oh ja, via de Ouderkerkerplas…
Marcusstraat – ri. Station Duivendrecht – langs snelweg – Ouderkerkerplas – Holendrechterweg – Abcoude – Baambrugge – Loenersloot – Vinkeveense Plassen – Vinkeveen – Botshol – Ronde Hoep – Ouderkerk – Amstel – Marcusstraat
Dinsdag, einde van de middag. Raar weer: lastige zuidenwind, soms wat benauwd, dan weer heerlijk, 21 graden. (En nu eens geen buien, die haddden we al gehad). Een route die ik niet eerder zo reed, met de ‘Derde Zijweg’ bij Mijdrecht en de hele Noorddammerweg. (Het blijft zoeken naar een beetje een aardige route daar onder Amstelveen).
Marcusstraat – Ouderkerk – Ronde Hoep West – Veldweg – Poeldijk – Mijdrecht – Derde Zijweg – De Hoef – Vrouwenakker – De Kwakel – Bovenkerk – Amsterdamse Bos – Amstelveen – Kalfjeslaan – Amstel – Marcusstraat
Een kort toertje op zondag over de weggetjes in de Emmapolder en de weg onder de dijk langs de Waddenzee. Om los te rijden. Mooi gebied. Vooral voor vogels. Je ziet de onweersbuien van ver aankomen. Er naderde een flinke. Net op tijd terug.
Zwolle – Uithuizen, op zaterdag bij een heerlijk zuidwestenwindje. Zonnetje, niet te warm, perfect fietsweer. Met de trein tot Zwolle en daar de LF9 opgepikt. Vooral in het begin miste ik een paar keer de route. Vanaf Meppel tot onder Groningen is het een prachtige route die bijna helemaal over schelpenpaadjes en fietspaadjes door bos en veen leidt: een aanrader. (Tenminste, als je van dat soort fietspaadjes houdt).
Het was ook een beetje een ritje door herinneringen: van het gebied ten noorden van Zwolle (mijn grootouders van vaderskant kwamen oorspronkelijk uit Genemuiden), via de Havelterberg (mijn allereerste vakantie, in 1972) naar Wapse (bij Diever, tweede vakantie, in, ik gok, 1974). Daarna veel stukjes die ik al eens eerder reed.
Eigenlijk had ik slechte benen.
Zwolle – Hasselt – Zwartsluis (verkeerd gereden) – Baflo – Meppel – Havelterberg – Wapse – Appelscha – Fochtelooer Veen – Veenhuizen – Norg – Peize – Groningen – Adorp – Sauwerd – Winsum – Warffum – Uithuizen – Valom
Finished reading Albert B. Lord’s The Singer of Tales: http://www.hup.harvard.edu/catalog/LORSIY.html. There was nothing new for me in this book – I’d got it all studying Literary Theory and having Frans de Valk as a teacher – but it was a joy to read the full 220 pages. And I’d say it’s compulsory reading for anybody studying performance/poetry and/or rap and poetry.
Related: The Milman Parry Collection, http://www.chs.harvard.edu/mpc/index.html.
A not very precise entry for Lord at wikipedia: http://en.wikipedia.org/wiki/Albert_Lord.
“According to Fielding the whole world of letters was becoming a ‘democracy, or rather a downright anarchy’; and there was no one to enforce the old laws, since, as he wrote in the Covent Garden Journal (1752, no. 23,1), even the ‘offices of criticism’ had been taken over by ‘a large body of irregulars’ who had been admitted ‘into the realm of criticism without knowing one word of the ancient laws’.”
Ian Watt, The Rise of the Novel, Studies in Defoe, Richardson and Fielding, The Hogarth Press, London, 1987 (1957) p. 58.
“…this unsettled way of reading … which naturally seduces us into as undetermined a manner of thinking. … That assemblage of words which is called a style becomes utterly annihilated. … the common defence of these people is , that they have no design in reading but for pleasure, which I think should rather arise from reflection and remembrance of what one had read, than from the transient satisfaction of what one does, and we should be pleased proportionately as we are profited.”
Richard Steele, in the Guardian, 1713, quoted in Ian Watt, The Rise of the Novel, Studies in Defoe, Richardson and Fielding, The Hogarth Press, London, 1987 (1957). p. 48.
“‘The present age may be styled with great propriety, the Age of Authors; for perhaps the never was a time in which men of all degrees of ability, of every kind of education, of every profession and employment were posting with ardour so general to the press.’
‘The province of writing was formerly left to those who, by study or appearance of study, were supposed to have gained knowledge unattainable by the busy part of mankind.’
Dr. Johnson in the Adventurer, 1753, quoted in Ian Watt, The Rise of the Novel, Studies in Defoe, Richardson and Fielding, The Hogarth Press, London, 1987 (1957), p. 58
Dinsdagmiddag. Na een zonnige ochtend volgde regen en onweer. De buienradar vertelde dat de buiten allemaal richting oosten verdwenen – als ik maar westelijk van Amsterdam bleef zou ik in de zon fietsen. Dat was ook zo. (Bij Leimuiden koos ik wel voor een noordelijke koers, langs de Ringvaart, omdat er verderop buien hingen).
Soms heb je zin om eens de wegen op te zoeken die je jaren hebt vermeden. Zoals de rechte wegen door de Haarlemmermeerpolder (nu best te harden omdat de aardappels bloeien en het koren op het veld staat). Een heleboel van die wegen zijn ‘verdwenen’ (ik reed vroeger wel eens over de IJweg, die loopt nu dood), vervelend vanwege de nieuwbouw (het hele midden van de polder is inmiddels volgebouwd), en de Bennebroekerweg tijdelijk afgesloten. Maar de Kromme Spieringweg naar Vijfhuizen is weer best mooi. Zo maakte ik een rondje (nou: vierkantje) Haarlemmermeerpolder – zocht wegen op waar ik bijna nooit ben geweest, en ontdekte dat je best een mooi vierkantje kunt maken. De truuk is: hoe vermijd je de enorm uitgestrekte nieuwbouw en de snelwegen, en hoe pas je de aardige fietspaadjes (waarvan er een paar zijn) in de route in.
(De ‘aanvoerroute’ door Amsterdam-zuid was geen goed idee trouwens, veel te veel stoplichten en omleidingen).
En eindelijk een kaartje. (Ik heb zo’n goedkope scanner gekocht).
Marcusstraat – Zuid – RAI – VU – Oeverlanden – Badhoevedorp – Lijnden – Boesingheliede – Vijfhuizen – Spieringweg – Zwaanshoek – Beinsdorp – Lisserbroek – Lisserweg – Weteringbrug – Burgerveen – Rijsenhout – Fort – Amstelveensebrug – Amsterdamse Bos – Kalfjeslaan – Amstel – Marcusstraat
Maandagmiddag. Na zon (ochtend) en onweer (middag), weer zon en zin in een rondje fietsen. Het zag er helemaal niet slecht uit, toch verzeilde ik al na 10 minuten in een bui, die overging in een hoosbui en daarna in hagel. Ik reed door, voelde me als een prof bij wolvenweer. Voorbij Ouderkerk hield de hagel op, ging de zon weer schijnen, maar verderop werd het zwarter en zwarter, snel terug.
Marcusstraat – Ouderkerk – Zwarte Kat – Nesserlaan – Bovenkerk – Amsterdamse Bos – Kalfjeslaan – Amstel – Marcusstraat