Ritjes, routes, weggetjes en gemene klims

Je hebt verschillende soorten fietsers, en verschillende soorten wielrenners. Ik rij meestal alleen (al rij ik even graag in gezelschap). Ik heb een voorkeur voor kleine weggetjes. Ik vind het niet erg om kilometers lang over gravel/schelpenpaadjes te rijden, ik zeur niet over slecht asfalt (al zijn kasseien niks voor mij, ik ben te licht). Ik ben een mooie-routes-rijder. Ik wil graag alle gemene klims hier in de buurt ‘doen’. Ik rij niet hard, heel soms stop ik wel ns 5 minuten op een mooie plek. Maar ik ben geen toerist. Ik doe niet aan terrasjes. Ik rij door. Meestal dan.

Ik bestudeer graag de kaarten van de omgeving: de klassieke ANWB-kaart, een fietskaart van de provincie Luik, de ADAC-kaart van het Drieländerdreieck (verrassend goed), een kaart met de fietsknooppunten. Ik stel me voor hoe ik zal rijden (en dan rij ik de volgende dag altijd anders). Ik probeer achteraf te vinden waar ik geweest ben (maar lang niet al die betonplaatwegen blijken op de kaart te staan, en er is recent aardig wat gedaan aan fietsontwikkeling, er zijn meer geasfalteerde fietsweggetjes dan de kaarten vertellen).

Ik speur op t internet naar routebeschrijvingen van toertochten en toeristische routes — die leiden immers langs de mooie punten, of over klassieke trajecten.

http://www.wielrennenmaastricht.nl/

Je hebt verschillende soorten wielrenners: Ron Houtepen ‘vreet’ klimmetjes en weet de steilste en gemeenste te liggen. Hij heeft een voorkeur voor het Waalse — de omgeving van Luik (die ik inmiddels ook erg weet te waarderen, er is meer dan de Voerstreek en het dal van de Berwinne). Gisteravond heb ik geprobeerd op de kaart de routes die hij beschrijft te traceren — routes waarin de zwaarste klims aaneen worden geregen. Dat lukte maar half. Wat ik ervan leerde was dat ik op mn verkenningen van de omgeving de klims die hij beschrijft zal proberen te vinden, maar dat ik zijn routes niet zal volgen. Ze zijn voor de klimpuristen, ik ben dus geen klimpurist, zo blijkt. (En ik hou nog wel zo van klimmen). Ik rij liever een ‘route’ met klims, in plaats van alle klims te ‘pakken’ die op een zakdoek bij elkaar liggen.

Sites als die van Ron Houtepen zijn onmisbaar: precieze kennis van de omgeving ‘bij monde’ van iemand met overeenkomstige passies. Fietsen, klimmen, Wallonië (Wallonië: een passie-in-aanbouw). Houtepen is oprichter van het Genootschap van Liefhebbers van Onopgesmukt Wallonië (GLOW); goeie links voor de urban explorer van het Luikse.

http://www.personeel.unimaas.nl/R.Houtepen/

Goeie zin krijg ik ook van de site van Miel Vanstreels.

http://www.fietsvarianten.nl/

Voor de klimgrafiekjes kijk ik meest eerst bij Michiel van Lonkhuyzen, ook al omdat ik ooit (in 1996) samen met hem de Allos op reed. (Hij op zn dooie gemak, 42 x 21, de kleinste versnelling die hij bij zich had — daarmee deed hij dagelijks een extra col, naast het ‘verplichte cycletours-programma’ van Alpen Noord-Zuid). Jammer genoeg heeft hij nog geen grafiekjes van de klims rond Luik en de vallei van de Vesdre.

http://www.cyclingcols.com

cycling,nl | April 5, 2006 | 17:53 | Comments Off on Ritjes, routes, weggetjes en gemene klims |

0 Comments

RSS for comments on this post.

sorry, the comment form is closed at this time.

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.5 License. | Arie Altena