Nog eens een mooie herfstdag, tot 14 graden, zon, zuidwestenwind. Veranderde een paar keer van plan wat de route betreft (dat begon al na 700 meter bij het eerste rode stoplicht). Superdruk in het Amsterdamse Bos, dus blij dat ik de westkant had gekozen en niet weer richting Hilversum was getrokken. Spaarnwoude – Liede – Geniedijk – Amsterdamse Bos.
Thomas Pynchon: Shadow Ticket
Eigenlijk had ik besloten geen stukje te schrijven over Shadow Ticket, de nieuwe roman van Thomas Pynchon. (En ik doe dat ook niet, want wat hier volgt zijn ‘ramblings’). Waarom zou ik ook een stukje schrijven? Er verschijnen genoeg recensies, en op bijvoorbeeld Biblioklept zijn uitgebreide en uitstekende leesannotaties te vinden. Wat zal ik daar nog aan toevoegen? Een flink aantal van de recensies die ik heb gelezen (zoals die van Pynchonkenner Luc Herman op De Reactor) wijzen op zwakke aspecten van Shadow Ticket, maar daar staat dan weer het lange stuk van de teruggekeerde William T. Vollmann (op Unherd) tegenover die – wat mij betreft – een uitstekende verwoording is van de daadwerkelijke leeservaring. Het is een laat werk, Pynchon is 88. Je weet, dit zou wel eens zijn laatste boek kunnen zijn, en je had geen groot werk meer verwacht. Shadow Ticket telt 300 pagina’s, en alleen al daarom is het een ‘minor work’. Het grote werk van Pynchon bestaat uit Gravity’s Rainbow, Mason & Dixon, en Against the Day. (In die volgorde). Daarna volgt V. – waarvoor ik altijd een zwak heb gehouden. En op plek 5, ja, plek 5 is zonder twijfel voor Shadow Ticket. Nog voor The Crying of Lot 49. (Waarom maken we van die lijstjes? Pynchon-lezers ontkomen er niet aan. De volgorde zegt iets over literaire voorkeuren en over literaire opvattingen. Zie daarvoor ook dit stukje van Biblioklept). Ik heb enorm genoten van Shadow Ticket, misschien wel meer dan van enig ander werk van Pynchon – ik bedoel als puur leesplezier, bij eerste lezing. Ik heb zelfs hardop moeten lachen – wat me zelden overkomt. Ja, de eerste lezing van Gravity’s Rainbow was een stuk intenser. Bij Mason & Dixon was de taal regelmatig een flink obstakel, terwijl bij Against the Day de lengte het leesplezier soms indamde (‘hoe lang zal ik nog met dit boek bezig zijn?). (Dat gezegd, toen ik Shadow Ticket uit had ben ik meteen Against the Day gaan herlezen – omdat romans van andere auteurs me niks bevielen – en ik las in bijna 1 adem de eerste 150 bladzijden, en weet zeker dat ik er veel meer van begreep en meer van genoot dan bij eerste lezing in 2006). (Ik denk, weet bijna zeker, dat ik met de jaren een betere en meer nauwkeurige lezer ben geworden).
Waarom schrijf ik dan nu toch een stukje over Shadow Ticket? De reden is fundamenteel; laten we zeggen fundamenteel literair. Het zwakke punt van Shadow Ticket is niet dat de lijntjes niet bij elkaar komen. (Wat dat betreft: aanleiding om een parallel te trekken met Oroppa van Safae El Khannoussi – die in haar roman Pynchon aanhaalt – (zeker een voorbeeld voor haar). Onder verwijzing naar deze discussie op De Reactor. Alleen moet ik dat niet doen, want ik heb Oroppa nog niet uitgelezen.) Ja, een zwak punt – vergeleken met de drie grote romans – is dat allerlei aspecten alleen aangestipt worden. Elementen in de romanwereld worden niet uitgewerkt, karakters krijgen weinig invulling, de grappen en grollen blijven aan de oppervlakte en zijn niet altijd even scherp. (Het werken met platte, stripfiguurachtige karakters is Pynchonterrein, maar er zit ‘meer vet op de botten’ van Mason & Dixon, en zelfs op die van Slothrop, dan op die van Hicks, hoofdpersoon in Shadow Ticket). Maar dat het plot nergens heen gaat, is geen zwak punt. Het gaat verder en verder oostwaarts, van de VS de oceaan over naar Europa, Oost-Europa in, om te eindigen in Fiume, en dat is het. (En we weten als lezer wel degelijk waar het naar toe gaat: naar de Tweede Wereldoorlog, naar nog meer onderdrukking, naar nog meer kolonialisme, nog meer inperking van vrijheid). Gravity’s Rainbow speelt zich af in de chaos van ‘The Zone’ van net na de Tweede Wereldoorlog, waarin grenzen voor heel even onduidelijk zijn, Shadow Ticket is een schets van de aanloop van de Tweede Wereldoorlog. En net als bijna alle romans van Pynchon gaat het over vrijheid, over de vraag wat vrijheid is.
En nee, al begint Shadow Ticket als een ‘noir detective’ ik ben niet geneigd om het te lezen in het licht van Inherent Vice en Bleeding Edge. Dat zijn – niet verrassend – mijn minst geliefde Pynchon-romans. Ik herinner me nauwelijks waar die over gaan (terwijl ik Bleeding Edge zelfs twee keer gelezen heb, en de verfilming van Inherent Vice heb gezien).
En ja, misschien is Shadow Ticket schetsmatig vergeleken bij Gravity’s Rainbow, de romanwereld zit wel vol met ‘dingen’ die ik me herinner, vaak gebaseerd op historisch materiaal – en soms pure fantasie. De rebelse onderzeeboot U13 – die een ‘underground’ ontsnappingsroute is voor mensen die moeten verdwijnen – de Vlad-boys, de ‘vierde rijder’ op de motor, een ondergronds netwerk van kortegolfzenders. Het idee van een kaasimperium is van een kenmerkende ridiculiteit, die tegelijk precies de goede manier is om te wijzen op de verstrengelingen tussen groot-kapitalistische industrie, mafia, en oorlog. Nou ja, al dat soort dingen. Daartegenover staat het verzet, de vrijheid, de jazz – in Shadow Ticket de opkomst van de swing. En Hicks is een danser. (Is hij een loser? Hij is geen held. Oké, hij is een danser, zoals losers dansers kunnen zijn, en zo toch ergens overwinnen, of vrij zijn). (Enzovoorts).
Goed. Dit schreef ik in mijn leesdagboek, toen ik Shadow Ticket net uit had: ‘Pynchon uitgelezen. Plan om mijn indrukken ‘op te tikken’ voor ik recensies lees. (…) Van genoten. Soort Gravity’s Rainbow-light. Reis naar het oosten, dieper de geschiedenis in. Underground-connecties. Verzet tegen de heersende machten. Machteloosheid. Geen plot, wel paranoia – maar die paranoia vertaalt zich niet in een sluitend plot – dat is er niet. (Net als GR). En net als GR veel fantasie in de voorstelling van de chaos van het interbellum – met een netwerk van kortegolf-zenders, motorclubs, connecties tussen mafia, kaas-imperia, zakenlui, machthebbers, opkomst van fascisme, en natuurlijk een mysterieuze onderzeeboot. En de swing – vermengd met klezmer – in de US (Milwaukee, Chicago) en Oost-Europa. Zeer vermakelijk met een heel serieuze ondertoon (maar wat betekent die ondertoon, waar wijst die ondertoon op? Het bestaan van stil verzet en ‘andere krachten’? (die nooit zijn te reduceren tot een duidelijke beweging).) Veel verwijzingen naar films – veel is als een film, melodrama, klucht, achtervolgingscenes, spionage-clichés, en uiteraard femme fatales, en even aantrekkelijk opstandige vrouwen. Het geheel kluchtiger dan GR. GR maar nu niet de ‘zone’ van 1945 na de Tweede Wereldoorlog, maar de ‘zone’ van Oost-Europa na de Eerste Wereldoorlog en de aanloop naar de tweede. De geopolitieke ‘mess’. En ook die van de US ten tijde van de depressie en de prohibition. Dat is het wel. Ja stijl – de Pynchon-stijl. Niets uitleggen, tenzij een paar regels verderop indirect. Geen woord teveel. Hoe deze verteller te karakteriseren? Het is niet Hicks – maar heeft wel zijn karakter. Terughoudend, uninvolved, maar eigenlijk wel involved, heel ‘cool’, weinig illusies koesterend, of geen, maar wel passies (jazz, swing, dansen), onafhankelijk in alles, vrij in alles – terwijl je eigenlijk in een situatie zit waarin van vrijheid geen sprake is. Vrijheid als thema van dit boek. Of het bestaan van een schaduw-ticket, een schaduwopdracht. De opdracht die je krijgt een afleidingsmanoeuvre, die het werkelijke doel verduisterd, in de schaduw stelt. (Hoe zeg je dat mooi?)’
En wat later, toen ik bedacht had dat ik niet over Shadow Ticket zou schrijven: ‘Heel leuk boek om te lezen, zeker als je GR gelezen hebt. Leuk boek ook, denk ik, om met anderen over te bomen. Herinneringen ophalen, referenties noemen. Maar ik heb geen aandrang om hierover te schrijven. (…) Toch is Shadow Ticket een stuk beter – ook in de opvattingen over politiek en vrijheid – dan de meeste hedendaagse fictie. En in die zin wel heel inspirerend. Ook al is het – in de referenties – een boek van een 88-jarige. (Hee, maar alles over swing vond ik dan weer heel leuk).’
1106 / 113 / 5.00
Zo’n dag waarop je jezelf er aan herinnert dat er een reden is waarom je parttime werkt. Dat je gewoon op een mooie herstdag de hele middag kunt gaan fietsen door de bossen. Weinig mooier dan dat. Prachtige herfstkleuren, laagstaande zon, soms gefilterd door wat dunne wolken, 12 graden. Bekende wegen opzoeken, soms een bospad (ben op de cyclocrosser), en even kijken op Fransche Kamp.








