Amsterdamse Bos op maandag. Eerste maandag na de schoolvakantie. Even naar het Amsterdamse Bos voor een uurtje fietsen en een uurtje internetloos werken. Met een grotere omweg – om De Poel – weer terug (niet opgenomen).

Zondagmiddagrondje. Laatste dag van de schoolvakantie. Warm. Eigenlijk wilde ik ergens gaan zitten en een boek lezen. Dat kwam er niet van.

Rondom Bussum. Stukje Heuvelrug, met veel onverhard. Eindelijk weer fietsen na de hittegolf, dacht ik, maar vond het toch nog te warm en misselijkmakend benauwd. Zeventig kilometer was me meer dan genoeg.

Zomerdag. Druk. R.: ‘Nee, ik wil niet naar de speeleilanden.’ We passeren de speeleilanden. ‘Pappa, mag ik dáár spelen, mag dat?’ Natuurlijk. En weer terug in slakkentempo (en deels stapvoets over het voetpad…)


Dinsdagavondritje. Nog een keer laat in een zomeravond, met kanaal, Diemerbos, Gein en Gaasperzoom.

Een maandagmiddagritje tussen het werk door en voor de regen zou komen – die niet kwam. Muiden en Weesp.

Diemerbos en Hogedijk. Terug thuis. Zo’n dag waarop de (bijna) volle maan opkomt recht tegenover de juist ondergegane zon. Heerlijk laat avondritje. (Ik had natuurlijk kunnen fietsen van Almelo naar Amsterdam maar had helemaal geen zin in dat stuk).

Almelo – Ammeloe – Almelo. Ik ben opgegroeid in Almelo. Toen ik 8 jaar was zag ik in de atlas het plaatsje Ammeloe, net over de grens in Duitsland. De naam intrigeerde me. Ooit moest ik naar Ammeloe, en dit was de dag. Met een mij vrij onbekend stuk Twente (rondom Rekken, Haaksbergen), heel veel bekende stukken (kanaal, Twickel), een rondje om het Zwillbrocker Venn (druk), en dus Ammeloe. Waar twee sigarettenautomaten staan, ieder aan een kant net buiten de kringbebouwing om de kerk (die, zo lees ik later, ‘einmalig’ is). Zon en warm, en ik was behoorlijk stuk na afloop.

Samen met R. (op haar eigen fiets), dwars door het Nijreesbos en via de ene kant om Almelo naar oma, en via de andere kant, met oma, terug naar de camping.

Zondag, zon, wolken, zuidwestenwind. Was eerst van plan om richting Rijpwetering te rijden, koos toch voor de hele Hoofdvaart, dwars door de Haarlemmermeerpolder. Uit de categorie: ‘wilde ik een keertje gereden hebben’.
