Rondom Utrecht. Eigenlijk wist ik niet zo goed wat ik wilde rijden. Veel zon. Best warm. Weinig wind, variabel, draaiend. Ik wilde schaduw. Het werd rondom Utrecht, met Nieuwegein, Vreeswijk, Amelisweerd, Bunnik, Zeist – stukken die ik niet eerder reed (ja, of die ene keer toen ik met R. op de camping in Tull aan ‘t Waal stond). Ik had vermoedelijk netzogoed de bordjes Waterlinieroute kunnen volgen. Leuke route, stukjes kanaal, veel groen en veel door het bos.
De pier van IJmuiden. Vakantie. Lekker touren. Maar opnieuw was ik pas om 1 uur weg. (In mijn geval moet er ook in de vakantie nog werk gedaan worden. Niet vervelend – in dit geval – maar toch. De beste strategie is om eerst dat werk te doen. Hoef je daar niet meer aan te denken). Ben niet zo vaak richting Wijk aan Zee gereden (Beekzangh altijd gemist, nu even gekeken). En nog nooit bij IJmuiden helemaal de noordpier op, de zee in. Terug door de Zaanstreek, waar ik ook niet vaak rij. Hoe vaak ben ik nou door Westzaan gereden? Drie keer? Veel zon, 22 graden. Weinig wind, heel erg in het voordeel. Eerst oost, even west, toen noord, en een beetje noordoost.
Noordenwind, dus naar het noorden. Geen 160 of 200, wel 100. Eerst nog wat wolken (aangenaam), daarna veel zon, 22 graden. Uitstekend fietsweer.
Te warme zondag, te felle zon. Goed gebruik van gemaakt: de hele dag gewerkt. Gevolgd door een heerlijk zomeravondritje.
Zaterdagmiddagzomerrondje. Molto piano. Felle zon. Alle tijd, maar geen puf voor meer.
‘Nu mag u heengaan’ zei de Surinaamse dame toen ze me had gevaccineerd. Ze herstelde zich: ‘Nu mag u gaan’. ‘Met heengaan zullen we toch nog maar even wachten’ antwoordde ik lachend. Rondje Bijlmer om R. naar een vriendinnetje te brengen en een prik te halen.
Kronkel kronkel. Een bui bij vertrek. Daarna droog en natte weg. Kronkelen langs de riviertjes in plaats van recht langs het kanaal.
Bewolkt zomerweer, nauwelijks wind, buien verwacht voor einde middag. Oude Rijn, niet helemaal van Utrecht tot Leiden, maar wel van Vleuten tot het eerste bordje Alphen a/d Rijn. Limes – en is dit de grens van het Groene Hart?
Het werd een rondje Amsterdamse Bos en lezen onderweg. Te moe voor meer (thuis een 24-uurs-feestje van 4 10/11-jarigen met 8 uur slaap).
Aantrekkende wind. En een kleine ramp afgewend? Had de afgelopen twee dagen verdacht veel fietsen met een gebroken voorvork gespot. Ik stond al klaar om weg te rijden op mijn doortrapper. Inspecteerde toch even de (stalen) voorvork en zag toen iets dat verdacht veel leek op een haarscheurtje. Het zou toch niet? Het kan – 26 jaar oud, geschat 60.000 kilometer, toch wat roest hier en daar. Geen risico. Andere fiets. Veel wind, die steeds harder werd. 20 graden.