Nigtevegt in de avond. Voor het eerst weer eens een echt avondritje. Best koud, noordenwind, zon. Twee kanten van het kanaal.

Fort Nigtevegt en recht door de Bijlmer. Lunchrondje. Nu eens vanaf de Gaaspersplas recht door de Bijlmer terug – dat lukt: strikt de bordjes ‘doorgaand verkeer’ volgen, ook als de richting contraintuïtief is. Koud. Overschoenen, handschoenen, muts. Wel zon.

Fort Nigtevegt en Gaasperplas. Einde van de middag. Hetzelfde nog weer eens anders. Koud, 8 graden, zon, harde noordenwind. Overschoenen en handschoenen. Het net iets donkerder geel van de boterbloemen. Alsof ik de (bijna) de hele weg wind mee had.

Heen en terug – brug van Loenersloot, het mooie stuk langs het kanaal. Vreemd weer. Noordenwind.

Met R. naar het Amsterdamse Bos om te pootjebaden. (Dus een sprong in de plomp van R.). En weer terug via een rustige route. Zo kom ik toch aan de 100 kilometer.

Zomerse zaterdagochtendrit. (Half tien vertrek, dat wordt ‘t als ik me voorneem om rond 8 uur op de fiets te zitten). Tot half één rustig genoeg. De bospaadjes waren nog goed te doen. Daarna veel te druk. Zon, beetje oostenwind, 22 graden.

Rondje Liniebrug. Vrijdagmiddag, na ‘t werk. Zomers lenteweer, zon, weinig wind, beetje sluierbewolking. Bijlmer, Diemerbos, kanaal, Vecht, Diemerpark. Elke dag hetzelfde: werk, tochtje, koken, eten.

Zon. Tweede helft middag. Leek wel zomer. Fort Kijkuit, Overmeer (stukje dat ik bijna nooit rijd) en Spanderswoud.

In de ochtend, voor de verandering (omdat ik om 11 uur terug moest zijn). Rondjes aan de kant van Diemen. Zon.

Bevrijdingsdagritje. Fikse noordoostenwind, fris en zon. Dit was niet de geplande route (ik bleef twijfelen). Wel aan twee kanten van het Gooimeer door het groen. Krijg langzaam zin in een echt lange rit (200+) – graag op een rustige dag. Nu was het me te druk op de bospaadjes.
