Om Almere. Nog ‘ns de Flevopolder in nu de Pampushout – mooi – ook omdat daar de zon nog scheen. Langs de Hoofdvaart (zo heet dat toch) ‘door’ Almere en met wat stukjes bos weer terug.
Bos aan twee kanten van het Gooimeer. Het bleek voor de weersomstandigheden een perfect rondje. Harde westenwind nam af en draaide iets naar het zuiden. 20 graden, vaag zonnetje. Het blijft maar aangenaam warm, de bladeren beginnen te vallen, naar herfst ruikt het nog niet.
Tegen de wind in, van de wind af, twee kanten van het water. Warm, 20+ graden en veel zon. Harde, warme zuidwestenwind. Uitwaaien na werk.
Om het Amsterdamse Bos. Gosh, wat warm! 20 graden en zon. Ik was veel te warm gekleed. Weer na een hele dag werken nog even een rondje.
Net een uurtje, na het werk. Om de Ouderkerkerplas.
Een rondje voor ik aan het werk ga. Wat lichte regen, of nou, meer lichte regen dan ik had verwacht (maar niet genoeg voor een regenjack).
In de ochtend nog een keertje mijn klassieke forensenroute – al een tijdje niet gedaan. Amsterdam – Woerden en dan de trein naar Rotterdam. ‘s Ochtends vroeg scheen de zon, de hele rit grijsbewolkt, beetje zuidenwind en zo’n 18 graden.
Einde middag nog ‘ns de klassieke forensenroute terug. Maas – Hollandsche IJssel – Linschoten. Vroeg uit kantoor vertrokken. (Als ik jaren terug in oktober dit forensenritje maakte, reed ik het laatste stuk in het donker). Heerlijke zon, 23 graden
Hoogzomer in oktober. 22 graden, zuidwestenwind. Nee, dit is geen nazomer, dit voelt meer als hoogzomer. Weer een mooie route door de Flevopolder, kon het niet laten om nog een keer de Grote Trap te rijden. Nu eens andersom om Almere, met Pampushout en Oostvaarderplassen.
Missie 3 geslaagd (de belangrijkste, eigenlijk de enige): iedere dag van september een stukje op de racefiets gereden. Mooie route door de Flevopolder, met de hele Grote Trap. (Tip: dat stukje bij de Nobelhorst nog een tijdje mijden). Heel fijn zomerweer.