Te warme zondag, te felle zon. Goed gebruik van gemaakt: de hele dag gewerkt. Gevolgd door een heerlijk zomeravondritje.
Zaterdagmiddagzomerrondje. Molto piano. Felle zon. Alle tijd, maar geen puf voor meer.
‘Nu mag u heengaan’ zei de Surinaamse dame toen ze me had gevaccineerd. Ze herstelde zich: ‘Nu mag u gaan’. ‘Met heengaan zullen we toch nog maar even wachten’ antwoordde ik lachend. Rondje Bijlmer om R. naar een vriendinnetje te brengen en een prik te halen.
Kronkel kronkel. Een bui bij vertrek. Daarna droog en natte weg. Kronkelen langs de riviertjes in plaats van recht langs het kanaal.
Bewolkt zomerweer, nauwelijks wind, buien verwacht voor einde middag. Oude Rijn, niet helemaal van Utrecht tot Leiden, maar wel van Vleuten tot het eerste bordje Alphen a/d Rijn. Limes – en is dit de grens van het Groene Hart?
Het werd een rondje Amsterdamse Bos en lezen onderweg. Te moe voor meer (thuis een 24-uurs-feestje van 4 10/11-jarigen met 8 uur slaap).
Aantrekkende wind. En een kleine ramp afgewend? Had de afgelopen twee dagen verdacht veel fietsen met een gebroken voorvork gespot. Ik stond al klaar om weg te rijden op mijn doortrapper. Inspecteerde toch even de (stalen) voorvork en zag toen iets dat verdacht veel leek op een haarscheurtje. Het zou toch niet? Het kan – 26 jaar oud, geschat 60.000 kilometer, toch wat roest hier en daar. Geen risico. Andere fiets. Veel wind, die steeds harder werd. 20 graden.
Nog een window of opportunity. Nauwelijks een uurtje, wel even een rondje. Langs de Diem. Eventjes mooi zomerweer.
The only window of opportunity. F. in Ierland, R. thuis. Enige moment voor een rondje: buien vermijden. De straat was soms nat, en soms alweer bijna droog, maar ik reed geen moment in de regen. (Natuurlijk bleek achteraf dat ik nog twee uur langer had kunnen rijden).