Jan Brandt: Gegen die Welt

Ik vroeg Jan K. van wie ik weet dat hij in Leer is opgegroeid, ‘iets heel anders, heb jij eigenlijk Gegen die Welt van Jan Brandt gelezen?’, en hij zei iets als ‘natuurlijk, we zaten op dezelfde school’, en hij zei dat hij heel veel uit het boek herkende, sommige leraren bijvoorbeeld, en die feestjes, daar was hij ook geweest, en de plek langs de spoorbaan die in het boek beschreven wordt, die was precies zo, Jan Brandt woonde in een huis bij de spoorwegovergang en hij vertelde me hoe hij, Jan K., ooit met vrienden in de auto terugreed van een bandrepetitie, het was glad, ze zongen ‘always look on the bright side of life’ terwijl ze de auto lieten glijden van de ene kant van de weg naar de andere, en vlak voor de spoorwegovergang waren ze over de kop geslagen, de ouders van Jan Brandt waren er het eerste bij geweest en hadden de ambulance gebeld.

Ik las Gegen die Welt aan het begin van dit jaar en werd meegesleept. Natuurlijk, het boek was ‘de literaire sensatie’ in Duitsland, Jan Brandt al tien jaar of meer het talent dat nog steeds geen boek had gepubliceerd, de roman is 921 pagina’s lang, en als je dan recensies gaat zoeken dan vind je de te verwachten lofuitingen naast blogs waarin teleurstelling over de schijnbaar vlakke stijl van Brandt wordt geuit.

Ik vind het één van de meest meeslepende romans die ik de afgelopen jaren heb gelezen. Een schets van de middelbare schooltijd in Ost-Friesland, met metalbandjes, feestjes, fietsen naar school, hangplekken achter het spoor, de machtstructuren tussen leerlingen, het klein-dorpse gedoe. De ‘vervreemding’ van de middelbareschooltijd wordt haarscherp verwoord. En misschien is Jan Brandt dan geen Uwe Johnson – naar wiens werk hij nadrukkelijk verwijst –, maar tegenover de complexe zinsbouw van Johnson, die steeds de gedachtengang en de reflectie van de personages verwerkt in de taal en de complexe syntaxis, zet Brandt een slim en mooi gebruik van het motief van UFO-ontvoering en graancirkels, van complottheorie en gekte, om de vervreemding van opgroeien in het dorp te pakken.

Het dorp heet Jericho – verwijzing naar Johnson: http://www.gegendiewelt.de/jericho/.

Het is een rijk boek – waarin de schatplichtigheid aan Johnson ook blijkt uit het lange hoofdstuk waarin de gedachtengang van een machinist wordt weergegeven, en ook wel uit de verschillende perspectieven (of focalisatoren) in de roman. De paar typografische en vormgevings-dingetjes die hij toepast hebben veel aandacht gekregen, maar zijn in vergelijking niet zo heel belangrijk. Ze functioneren, eigenlijk zonder nadrukkelijk de aandacht naar zich toe te trekken.

Een tijdsbeeld is het, en het is tijdloos. Ik groeide op in Twente, ben 8 jaar ouder dan Brandt – en al was het toen niet Slayer en Naked City, maar Venom, Iron Maiden en Motorhead – het klopt allemaal (voor mijn gevoel).

de,leesvoer,nl,reading matter,uitgelezen | March 22, 2012 | 1:10 | Comments (2) |

2 Comments

  1. Geweldig boek en het machinistenverhaal fenomenaal.

    comment by niemsz | 20 July 2012 | 16:37 |
  2. Precies! Mn broer leest het nu, benieuwd wat hij ervan vindt.

    comment by Arie Altena | 20 July 2012 | 16:56 |

RSS for comments on this post.

sorry, the comment form is closed at this time.

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.5 License. | Arie Altena