: : Arie's weblog : :


wat ik doe, wat ik lees en wat er in me opkomt


zaterdag, april 13, 2002  

grrr. grrrmmbbblll. hmmmm. Krijg het niet voor elkaar om mn 4400 en mn nieuwe ibook met elkaar te laten communiceren. Ik doe iets verkeerd maar kom er maar niet achter wat. Meestal lukken zulke dingen wel met wat proberen, 'trial-and-error'. Dit keer dus niet. Moet ik het toch gaan vragen aan de 'specialist'...

arie altena | 2:24 PM

donderdag, april 11, 2002  

Kreeg een lange reactie van Bert Balcaen (van http://www.rekalldesign.com/) op mijn stukje over Manovich. Hij zegt een aantal rake dingen, die ik graag overneem.

Hij schrijft:

Als het om het programmeren van grafisch intensieve dingen gaat, zweer ik
(momenteel) bij flash. OK, je kan hetzelfde doen in java, maar het kost je x
keer meer tijd. Het is nooit wat geworden met die java-applets (behalve dan
java-versies van space invaders en zo). Spijtig eigenlijk, want java biedt
in theorie veel meer mogelijkheden dan flash. (in theorie, want met beelden
werken bijvoorbeeld suckt verschrikkelijk in java).

Manovich heeft een paar interessante punten. Maar flash programming as a
political tool? Komaan. Hij heeft het over een nieuwe generatie, maar
beschrijft die volledig vanuit het perspectief van wat voor hem "oude"
mediakunst is. Wat er dan overblijft is flash als softwarekritiek, en da's voor mij iets
anders. Ik denk dan de kritiek van John Maeda die al lang tekeer gaat tegen
de 2000 photoshop plugins mentaliteit in design. Het gaat fout als designers
en kunstenaars (ja, het onderscheid interesseert mij ook niet!) te veel
afhangen van software (of wat jij gui-software noemt).

Momenteel kan je op http://www.maedastudio.com een paar oude werken van Maeda zien (overigens
allemaal in java als ik me niet vergis - daar gaat mijn theorie over java
.... Maar sommige dingen zien er wel uit als flash). Dat is voor mij
softwarekritiek : Maeda die zegt: waarom zijn windows altijd vierkant? En
dus maakt hij radial paint (waarbij het venster een cirkel is). Hij is ook
bij mijn weten de eerste die het idee dat designers moet kunnen programmeren
gelanceerd heeft. Design by numbers in plaats van design by plugins. En als
je dan naar flash 5 en flash mx (de nieuwe versie) kijkt, dan zie je dat er
toch al een stap in de goede richting gezet is. Je hebt if-statements en
loops - en dat betekent dat je je tools voor een groot stuk je tools zelf
kan programmeren.

Wordt vervolgd.

arie altena | 5:50 PM
 

Ik lees nu Carl Schmitt: Het begrip politiek. Politieke filosofie anno 1932, de laatste maanden ontzettend vaak aangehaald. Wilde nu eindelijk wel eens weten wat hij daarin precies zegt. Het is inderdaad een razend interessante en controversieele analyse van het begrip politiek. Voor Schmitt is politiek uiteindelijk gebaseerd op de tegenstelling tussen vriend en vijand. Hij redeneert vanuit het punt waar er geen verdere voortgang meer mogelijk is, en men tot doden en sterven bereid is - voor de staat -. Als denkwijze is dat interessant & er zit veel raaks in zijn analyse, maar al lezend wordt je er ook een beetje eng van. Maar het grootste probleem - met betrekking tot de actualiteit van Schmitts analyse - is dat hij redeneert vanuit de staat. Er is of oorlog tussen staten, of burgeroorlog. Binnen die analyse zie ik geen mogelijkheid om de huidge wereldpolitieke situatie te plaaten. Daarop loopt Schmitts analyse stuk. (Terwijl Schmitt juist nu actueel gevonden wordt). Maar ik ben pas halverwege.

arie altena | 5:49 PM
 

In mei: herover de straten van Londen met A0-posters. Zie: http://www.movementoftheimagination.org/.

arie altena | 4:54 PM
 

Interview met Serge Onnen over zijn tekenen en zijn tijdschrift Volume 0: http://www.parool.nl/1018502130619.html. ''Tekenen is het enige medium, dat nauwelijks tijdgebonden is, ik zou bijna willen zeggen, dat universeel is. Iedereen heeft wel eens getekend, het medium staat niet op een voetstuk. En wat opvallend is: als je een tekening uit de prehistorie naast een striptekening ophangt, zie je nauwelijks verschil in techniek."

arie altena | 4:45 PM

woensdag, april 10, 2002  

Generation Flash: interessante tekst van Lev Manovich (http://www.manovich.net) over Flash-kunst, geschreven naar aanleiding van de Whitney biennale (http://www.whitneybiennial.com/ en de enorme vloed aan Flash- Shockwave- en Quicktime-filmpjes, -games en -sites op het web.

De uitgebreide versie is een word-document: http://www.manovich.net/DOCS/generation_flash.doc, het eerste deel is ook als html beschikbaar: http://turbulence.org/whitney/artists/MANOVICH/index.htm.

Manovich heeft, zoals wel vaker, een goeie hand in het vinden en formuleren van een stevig kunsthistorisch kader: waar de oude media/videokunst mediakritisch was, daar is het werk van de Generation Flash softwarekritisch. Citaat: "This generation writes its own software code to create their own cultural systems, instead of using samples of commercial media."

Manovich zegt een aantal zinnige en rake dingen, maar er valt ook stevige kritiek te leveren op zijn 'blindheid' voor Linux/unix. Die 'blindheid' komt voort uit zijn esthetica en zijn voorkeuren. Manovich weet wel degelijk (en beter dan ik) wat code is en wat programmeren is, daar ligt het niet aan. Hij kiest met opzet een kunsthistorisch en, hmmm, GUI-perspectief.

De gemiddelde open-source aanhanger zal zich echter, net als ik, even achter de oren krabben als
Manovich schrijft dat juist de Flash-ontwerpers een software-kritische houding en esthetica hebben. Softwarekritiek in Flash? Is dat geen contradictio-in-terminis? En toch heeft Manovich niet volledig ongelijk. Vergeet even dat er fundamentelere wijze van softwarekritiek mogelijk is en je ziet waar Manovich een punt heeft.

Manovich heeft het zelfs over "programming as a political tool". In het geval van http://www.theyrule.net is dat zonneklaar. De inhoud is politiek. Dat het een overtuigende Flash-sites is heeft echter meer met de inhoud te maken - het in kaart brengen van economische en financieele netwerken - dan met Flash. En je kunt je afvragen of programmeren in zulek gevallen politieke gereedschap is. Ik zou de site ook niet softwarekritisch noemen. Het is eerder een goed voorbeeld van "the new modernism of data visualisations", van een informationele esthetica - die, en dat is weer Manovich, het werk van de Flash-generatie kenmerken. En datavisualisatie kan uiteraard een politiek gericht zijn.

Goed discussiemateriaal dus, dat stukje van "de grote Rus".

Maar de Flash-esthetica is niet mijn ding. Te vlak. Te smooth. Te vloeiend. Prettig en oogstrelend. Teveel design, te weinig vragen. Te luxe. Meestal dan. Californische zon en Berlijnse toekomstdromen. De wereld van glanzende oppervlaktes en kleurige GUI's. En het zoveelste stel-zelf-een-track-samen-uit-beats-en-samples is nog steeds leuk - maar ook niet meer dan dat.

Is het alleen een persoonlijke kwestie dat de kunst van de Flash-generatie wel vermaakt, de zinnen streelt, maar nauwelijks raakt? Omdat ik geen gamer ben, meer van tekst dan van beeld houd? Dat vraag ik me niet voor de eerste keer af.

Of is dit een verklaring: dat in veel "Flash-kunst" teveel lagen (lees: layers) over elkaar liggen die de 'inhoud', de 'boodschap', de 'interactie' of de 'kern' 'verdekken' in plaats van 'complexificeren'? Soms is het is alsof 'het' voor het grijpen ligt, maar je kunt er niet bij, je kunt er alleen naar kijken. En je kunt wel kiezen en klikken en manipuleren - en daardoor zou je bij-je-lurven gegrepen moeten worden - maar je klikt en haalt je schouders op. (Bij de sites die dat proberen te counteren door heel brutaal de meest idiote dingen te zeggen of te beledigen evengoed). Een gebrek aan vragen, aan artistieke noodzaak?

("Hou 'ns op, dominee").

Is het niet mijn wereld? Mis ik iets? Kan iemand me dat vertellen?

Neemt niet weg dat het een bloeiend artistiek gebied is. Ook - of juist - na de dotcom-crash. En dat het een interessant verschijnsel is dat de Flash-generatie geen onderscheid maakt tussen design en kunst. Of zou dat een gebrek aan kritisch inzicht van die 'generatie' zijn? (Ik vind de quicktime-filmpjes van Serge Onnen weer wel goed...)

arie altena | 6:10 PM

dinsdag, april 09, 2002  

Mac OSX. Een vreemd besturingssysteem: een goede grafische interface voor de Mac-fans; een unix-kern voor de ontwikkelaars en nerds; een command-line-interface voor wie weer 'ns snel en eenvoudig wil werken; windowsdingetjes in de GUI om de overgang voor de windowsgebruikers makkelijker te maken; standaard ingebouwde consumentensoftware en troep voor de, euh, consument. De Mac OSX-gebruiker is een vreemd wezen. Het is iemand die graag unixt, blij is dat er een apache-webserver standaard staat geinstalleerd, maar het is ook iemand die graag als klant op z'n wensen bediend wil worden als ie weigert iets te willen weten over techniek. Het is iemand die intensief met de computer werkt en daarom blij is dat de unix-karakteristieken overgenomen zijn - d.w.z. dat verondersteld wordt dat je in een netwerk werkt, dat je computer altijd aanstaat en ook vanaf andere machines bereikbaar is; en het is iemand voor wie de computer in de eerste plaats soort DVD en mp3-speler is waarmee je zelf ook filmpjes kunt bewerken.

Ik vind het fijn werken omdat ik unix wel prettig vind. Het is ook wennen, Mac OSX is absoluut niet Systeem 7.5. Ik denk ook dat het in mijn geval, voor mijn gebruik, onzin is om Mac OSX te draaien (waarom zou ik, als enige gebruiker van mijn computer, werken met een systeem dat erop ingesteld is meedere gebruikers te 'serveren'?)

Heeft er eigenlijk al iemand een karakteristiek van de Mac OSX gebruiker geschreven?

Tuurlijk, het gat in de markt werd gedefinieerd door de nerds die eindelijk wat esthetiek verlangden en webontwerpers die steeds meer gingen scripten en programmeren. Daaruit groeide een merkwaardige hybride: Mac OSX.

Of euh, wacht, is OSX het 'postmoderne' systeem omdat het veronderstelt dat ik als enige gebruiker verschillende identiteiten heb die ik, in het werken met de computer, gescheiden wil houden? En komt unix ook daarom gelegen?

Vroeger gaf de Mac-gebruiker af op dat stomme Windows: er zat gewoon DOS onder, hahaha! Windows was een schil over Dos, het zou niet eens op eigen benen kunnen staan. Nee, dan het systeem van de Mac, dat was een echte pure grafische interface. Niet van dat halfslachtige gedoe. Nu zit je daar met Mac OSX en telt de zegeningen van unix? Veel geleerd in de afgelopen jaren. Dat er verschillende manieren zijn om dezelfde bewerkingen en dezelfde data te presenteren, Maar snappen die consumentengebruikers, de doelgroep van iTunes en iTools en iMovie en die andere i-merken dat? Waarom zouden zij Mac OSX moeten willen? Windowsachtiger? Stabieler?

Of gewoon twee zeer verschillende vliegen in 1 klap. Mijn fout is weer eens dat ik denk vanuit de vraag 'wat heb je nodig', in plaats van 'wat wil je allemaal hebben'.

Natuurlijk, de iBook geeft mij nieuwe mogelijkheden (mn iBook inpluggen op mn mengpaneel, laptopdeejay worden) - maar zal ik er gebruik van maken? En als ik er gebruik van maak - wat moet er dan voor wijken? Belangrijke vragen in een situatie van vele mogelijkheden.

Bedenk: overvloed van mogelijkheden maakt tot amateur, tot liefhebber. Niet tot virtuoos.

arie altena | 12:46 AM
 

Drie films gezien. Met wisselend genoegen. Magnolia, van de jonge regisseur Paul Thomas Anderson, begon overweldigend goed - genieten van cameravoering, goed acteren, scherpe montage, heerlijk om een film te zien over karakters, over mensen. Het is een film over de leegte van het moderne Amerikaanse leven. Iedereen verlangt naar warmte, maar alle relaties liggen in duigen. Verlangen naar familiewarmte, naar het herstellen van de familiebanden (in het aangezicht van de dood). Ik dacht aan Infinite Jest - de grote roman van David Foster Wallace over de leegte van contemporain Amerika. De kritiek op dat lijvige boek is vaak dat het wel wat minder had gemogen, iets minder bladzijden en een strengere redactie. Van Infinite Jest vond ik dat niet, van Magnolia kreeg ik na drie kwartier genoeg. Eerst begon ik me te ergeren aan de komische karakters, vervolgens aan het feit dat de overgangen tussen sequenties iedere keer op dezelfde manier verlopen. Mijn interesse bereikte een dieptepunt toen de verhaallijnen van de verschillende karakters langzaam bij elkaar begonnen te komen. Aw shit een Robert Altmanfilm. Filmhouse-kwaliteit uit Hollywood, oftwel, vreselijk goed gedaan maar strontsaai. Na een uur voor gezien gehouden. Jammer. De film leek te bewijzen dat je ook nu een complexe en klassieke film over mensen kunt maken zonder een plot in het spel te brengen. De film fascineerde me zolang de nadruk lag op de portretten van karakters. Op het moment dat de dimensie van het plot dominant werd was het met mijn interesse gedaan. Bleef er te weinig te raden? Werden de thema's teveel uitgespeld?

Daarna Truffauts Baisers Volés. Deel twee uit de Antoine Doinel-cyclus. Had 'm jaren geleden al 'ns gezien, en boeide me nu maar half. Mooi acteren van Jean-Pierre Léaud, mooi personage, maar ook wat zwakke scenes, en vergeleken metMagnolia bijna slordig. De film lijkt over te waaien, zo 'inconsequential' is ie. Maar dat is schijn. In z'n lichtheid treft hij. Daarbij komt dat het een vreemde film is: een film over liefde en een film over bedriegen en bedrogen worden, over achtervolgen, schaduwen, geschaduwd worden. De laatste scene is wat dat betreft curieus: Doinel is eindelijk samen met z'n lief, en de man die haar al dagen blijkt te achtervolgen - lang Doinels beroep - loopt naar hen toe en spreekt een liefdesverklaring uit.

En nu - op video - een spaghettiwestern uit 1968. Blue van de mij volledig onbekende Silvio Narizzano, met Terence Stamp in de hoofdrol. Sergio Leone rip-off - niks mis mee -. Paar idiote scenes, wat sterke beelden, lekker clichematige dialogen, Terence Stamp probeert Clint Eastwood naar de kroon te steken, zegt bijna niks (maar heeft meer dan genoeg eigen karakter, is psychotischer van Eastwood). Saai verloop - maar steeds net genoeg te genieten.

Drie heel verschillende films. Doe mij maar de Truffaut en de Leone-rip-off. Technisch gezien is Magnolia ongetwijfeld veel beter, actueler is ie zeker, maar het lijkt wel alsof die film voor een publiek gemaakt is waartoe ik niet behoor. De film is me veel te conservatief in z'n esthetiek (juist ook in het gebruik van allerlei niet traditionele kunstgrepen). Maar ik heb 'm maar voor een derde gezien - dus eigenlijk moet ik mn mond houden.

Fijn, stukjes schrijven terwijl je een film kijkt op video. (Leid hieruit af dat ik Blue nog niet voor de helft gezien heb omdat mijn aandacht bij dit tekstje was).

arie altena | 12:44 AM
archief
links | ik
links | regelmatig
links | zo nu en dan
links | vrienden