: : Arie's weblog : :


wat ik doe, wat ik lees en wat er in me opkomt


donderdag, maart 21, 2002  

Consumeren is niet mijn sterkste punt. Winkelen doe ik bijna nooit. Ik ben gewend dat winkelen moeite kost. (Een veelgemaakt grapje: "ik moet naar een heropvoedingskamp voor moeilijk consumerende mensen"). Ook heb ik geen erg succesvolle relatie met echte consumentenartikelen. Mijn minidisk ging na twee maanden zeer licht gebruik stuk (is inmiddels gerepareerd). Aanvragen van een creditcard kostte in mijn geval twee maanden (de aanvraag kwam wel door, maar de creditcard werd nooit afgeleverd). Een plek die ingericht is op snel consumeren is een plek waar ik me ongemakkelijk voel, een plek die niet op mij is ingespeeld, een plek waar ik continu de orientatie volledig kwijt dreig te raken.

Afgelopen maandag heb ik zeer succesvol gewinkeld. Ik stond van mezelf - en de stad - te kijken. Het kan dus wel zonder moeite - dingen kopen...Overal ging het "smooth". Het was maandag en het regende behoorlijk hard. Was het dat? Of was het dat ik me voorgenomen had alles te kopen? (Omdat de volgende winkelsessie waarschijnlijk over anderhalf jaar plaatsvindt).

Broeken in de uitverkoop in mijn maat. (Zeldzaam!) Een hele plank tweedehands Louis Paul Boon (ook nog goeie uitgaves). Een jack. Een tas. En als klap op de vuurpijl: het wielrenshirt waarvan ik de week tevoren gedroomd had. Ik geloofde mijn ogen niet.

Ik hou van oude wielrenshirts. (Vergelijk het met de hipheid van jaren-zeventig voetbalshirts. Een vriend van me heeft een remake van het St. Ettienne-shirt uit 1977 en een re-make van het shirt van Borrussia Moenchengladbach uit 1975). Je komt ze alleen bijna niet meer tegen.

Zag een jongen rijden in een Gitane-shirt. Blauw. I bedacht: ik zou het shirt van Gitane-Campagnolo uit 1976 willen vinden. Het shirt waarin Lucien van Impe in 1976 de Tour won, waarin Bernard Hinault zijn eerste grote overwinningen boekte.

Waarom? Dat shirt markeert het begin van mijn interesse in wielrennen. In 1977 zag ik Bernard Hinault op televisie tijdens de Dauphine het ravijn in rijden. Hij lag op kop. Hij klom uit het ravijn, stapte weer op de fiets, won de etappe en de Dauphine. Daar werd de grote kampioen Hinault geboren. Het is het oudste stukje wielergeschiedenis waar ik a.h.w. zelf bij was. In 1977 las ik ook het boekje "Merci Freddy, merci Lucien". Een Vlaamse pocket over het wielerseizoen 1976: het jaar waarin Freddy Maertens 54 (of 56) overwinnigen boekte, en waarin Lucien van Impe, de grote klimmer, de Tour won. In een Gitane-Campagnoloshirt.

Sindsdien volg ik het wielrennen op de voet.

Ik ben op het Waterloopplein. Er is 1 rek met wielershirts. Allemaal lelijke. Niets uit de seventies. Op 1 na. Een Gitane-Campagnoloshirt. Voor 8 euro. En in mijn maat. En het is geen droom.

arie altena | 6:28 PM
 

Vorige week schreef ik:

Nieuw-Guinea 1960-162: de totaal vergeten laatste oorlog van Nederland. Waar blikken vol dienstplichtigen heen gestuurd werden. Daaronder ook mijn vader. Wat ik nooit geweten heb is dat er 3500 vermisten aan Nederlandse zijde zijn. Verhaal van mn vader: "Je slaapt met 30 man in een tent. Midden in de nacht wordt je gewekt. Er worden 17 man op patrouille gestuurd. Ze komen nooit terug." Er werd niets over gezegd.

Altijd bronnen checken. Geldt ook voor weblogs. Dat van die 3500 vermisten kan nooit kloppen - dat zouden er 5 per dag geweest zijn. De officieele cijfers tellen 18 gesneuvelden aan Nederlandse zijde. Hmm. Maar hoe zit dat dan met het verhaal van 17 nooit teruggekeerde mede-militairen? Natuurlijk kunnen die gewond zijn geraakt, naar het hospitaal vervoerd, teruggekeerd naar Nederland.

Dat zulke verhalen leven bij de "Nieuw-Guinea-veteranen" geeft wel aan wat de impact was van die guerrilla-oorlog (want dat was het) op de direct betrokkenen. Wat ik er verder over gehoord heb is dat alles verschrikkelijk slecht georganiseerd was (tekort aan materieel maar ook aan eten), en dat een groot deel van de (onder)officieeren niet van het frisse soort was, of zelfs kortweg corrupt was.

(Toelichting: mijn vader heeft het nooit verder geschopt dan soldaat derde klasse - geen wonder: eigenwijs en socialist).

Afgelopen dinsdag was er op televisie in Andere Tijden aandacht voor de kwestie Nieuw-Guinea. Zie de site. Ik vond het een beetje een teleurstellende documentaire. Het draaide vooral om het nieuwe (?) inzicht (met bewijsmateriaal) in de rol van Prins Bernhard. We wisten toch allang dat Prins Bernhard met name in die tijd schaduwdiplomatie bedreef en daarbij voornamelijk, zo niet uitsluitend, de belangen van het Nederlandsche Bedrijfsleven vertegenwoordigde? En, kun je dan afleiden, dus ook in de kwestie Nieuw-Guinea? Misschien iets te cynisch gedacht van mij. Tussendoor werd er wel wat verteld over die Nederlandse militairen (veel dienstplichtigen - vaak gewoon via lootjes trekken uitgekozen!) daar nou deden. Wat patrouilleren en beschoten worden door de Indonesiers (de nieuwe koloniaal versus de oude koloniaal). Maar op welke schaal? Hoe vaak? Er zijn daar tienduizend Nederlandse militairen geweest. Da's veel.

Kenmerkende reacties in het gastenboek van Andere Tijden van ene Theo Giesen - oud-mariniers verbindingsdienst: "Ik en met mij vele
oud-mariniers zitten nog steeds met het, zoals nu wel blijkt, onterechte schuldgevoel dat wij de Papoea's in de steek hebben gelaten."

Hoe cynisch is de geschiedenis. Politiek en qua internationale betrekkingen was het in 1962 onhaalbaar om de Papoea's zelfbestuur te geven. Indonesie stond te trappelen om de Nederlandse helft van het eiland aan Indonesie toe te voegen. Wie waren die Papoea's nou? En tegenwoordig, tja, tegenwoordig, annoo 2002, maken de multinationals er de dienst uit.

arie altena | 5:48 PM
archief
links | ik
links | regelmatig
links | zo nu en dan
links | vrienden