Arie Altena
index
35 jaar geleden werd V2_ opgericht in Den Bosch. Nu is V2_ een Lab voor de instabiele media, gehuisvest net om de hoek van de Witte de Withstraat in Rotterdam. Een schets van 35 jaar V2_ en 35 jaar instabiele media.
35 jaar geleden werd V2_ opgericht in Den Bosch. Nu is V2_ een Lab voor de instabiele media, gehuisvest net om de hoek van de Witte de Withstraat in Rotterdam. Begin jaren tachtig bestond V2_ uit een groep jonge kunstenaars die voor hun werk geen plek zagen in de bestaande, volgens hen ingeslapen conservatieve wereld van de beeldende kunst. Onder hen waren ook Alex Adriaansens en Joke Brouwer die tot op heden V2_ leiden. Indertijd hadden ze een atelier in de Willem II fabriek in Den Bosch waar ze zich niet alleen met schilderkunst en beeldhouwen bezig hielden, maar ook in bandjes speelden, films maakten en performances deden. Kunstinstellingen en kunstacademies konden daar niet goed mee overweg. Om hun werk te presenteren organiseerden ze daarom ‘aktionistische avonden’ in café Kaketoe. ‘Daar is het begonnen’, aldus Alex Adriaansens en Joke Brouwer. ‘Er was geen platform waar we al de dingen konden laten zien die we deden. Muziek, film, schilderen, optredens. Daarom gingen we zelf aan de slag.’ Zij kraakten een pand aan de Vughterstraat in Den Bosch om hun activiteiten voort te zetten, Vughterstraat 234 werd al snel afgekort tot V2.
Ook in Amsterdam, Parijs en Berlijn waren veel jonge kunstenaars die èn muziek maakten, èn schilderden èn performances deden, en daarvoor zelf plekken oprichten. Er kwamen al snel verbindingen tot stand, bijvoorbeeld met W139 in Amsterdam, en met initiatieven in Berlijn. Wat hen bond was een levensgevoel en een DIY-mentaliteit. De kunstenaars rondom V2_ wilden in de eerste plaats een ruimte creëeren om hun eigen stem te vinden en hun eigen artistieke ideeën te uiten. In de maatschappij was volgens hen alles al te veel ingepakt en gekaderd. Er werd in de eerste jaren van alles uitgeprobeerd en volop geëxperimenteerd. Groot formaat schilderkunst, installaties, video-presentaties, optredens van experimentele musici en punkbands. Achteraf gezien vormde 1985 het hoogtepunt van die eerste periode van V2_ met live optredens van onder andere Einstürzende Neubauten, Sonic Youth, Test Department, Laibach en Die Tödliche Doris. Iets later, in 1989, vindt het internationale debuut van noise-grootheid Merzbow plaats bij V2_. Veel van die optredens werden uitgegeven op cassette.
Vanaf 1986 richt V2_ zich steeds sterker op technologie. Alex Adriaansens en Joke Brouwer interesseren zich steeds meer voor de impact van technologie op de samenleving, en in technologie als vormgevingsprincipe van de wereld. Een dergelijke technologische interesse was toen nog nauwelijks zichtbaar in de kunst, evenmin in de filosofie, laat staan de kunsttheorie. Het is de tijd van de Atari-computer, de Commodore en de Amiga: de computer wordt gereedschap om kunst te maken. Niet een remote mainframe bij een instituut, maar een machine die op de eigen werktafel staat.
V2_ is vanaf het begin gefascineerd door de mogelijkheden die de computer biedt om communicatie toe te laten in het kunstwerk en vorm te geven aan interactie tussen kunstwerk en het publiek. Alex Adriaansens en Joke Brouwer kunnen daar tot op vandaag enthousiast over vertellen. ‘Je kon een werk maken dat niet vastlag, werk dat open was, instabiel, en steeds kon veranderen. Daardoor was ineens contact met het publiek en de wereld buiten het kunstwerk mogelijk. Technologie was echt een magic box.’ V2_ kocht zelf een Amiga, vooral om de inputppoorten waarmee je externe apparaten kon aansturen. Omdat de kunstenaars bij V2_ zelf niet alle technische kennis hadden om hun artistieke plannen te realiseren, gingen ze op zoek naar techneuten en programmeurs die hen daarbij konden helpen. Het waren de eerste stappen in het aangaan van het avontuur van interactiviteit, en de dialoog met het publiek.
De interesse in nieuwe mogelijkheden van technologie voor kunst en de daaruit voortvloeiende praktische samenwerking tussen kunstenaars en programmeurs is één van de rode draden in de geschiedenis van 35 jaar V2_. Op z’n minst zo belangrijk is de realisering dat die nieuwe technologie de samenleving diepgaand veranderd en dat kunst een rol kan spelen bij de reflectie daarop. Kunst kan laten zien wat er mogelijk is en wat de consequenties kunnen zijn van technologische ontwikkelingen. Nieuwe technologie zorgt voor veranderingen in de samenleving en creëert nieuwe ervaringen. Kunstenaars proberen uitdrukking te geven aan die nieuwe ervaringen en reflecteren in hun kunst op de technologische en maatschappelijke veranderingen. Door de dialoog met technologie verandert ook de kunst continu. Voor jonge kunstenaars was het werken met nieuwe technologie in die jaren echt een verademing omdat ze daardoor niet vastzaten aan een bestaand vocabulaire, aan vaststaande patronen en manieren van werken. Er lag een wereld open waarin alles nog mogelijk was.
De golf aan nieuwe technologie die dan losbarst zorgt voor een gevoel van vrijheid en onbegrensde mogelijkheden in de kunst – tenminste bij de kunstenaars die zich inlaten met die technologie. V2_ nodigt in die tijd niet alleen kunstenaars, maar ook wetenschappers en ingenieurs uit om na te denken over thema’s als de relatie tussen mens en machine, of kunst en de machine. Zij stellen zich nieuwe werelden voor maar schetsen ook duisterder scenario’s – het thema van surveillance en de inperking van privacy door technologie duikt al begin jaren negentig op in de programma’s van V2_.
Het startpunt van de reflectie over de relatie tussen technologie en maatschappij is het Manifest voor de instabiele media dat V2_ in 1987 publiceerde: ‘Wij streven naar constante verandering; naar de beweging. Wij bedienen ons van de instabiele media, d.w.z. alle media waarbij gebruik gemaakt wordt van elektronenstromen en frequenties, zoals bij motoren, geluid, licht, video, computer, e.d. De instabiliteit is inherent aan deze media.’ De dynamiek van de instabiele media wordt gekoppeld aan inzichten uit de kwantummechanica en afgezet tegen de stilstand van de kunstwereld ‘die ons bereikt via de publiciteitsmedia’. Het eindigt met de stelling ‘Kunst moet destructief en constructief zijn.’
Het manifest – dat wordt gepubliceerd in de Volkskrant en in een grote oplage in grote steden wordt verspreid – leidt tot een serie ‘manifestaties’. Van 1987 tot 1993 vinden er in totaal vijf Manifestations for the Unstable Media plaats, naast een aantal onder een andere titel, zoals de Manifestatie over extreme informatiestromen (1987). Op deze kleine festivals zijn kunstenaars en denkers te gast die op vernieuwende en kritische wijze met technologie werken: onder andere Steina Vasulka, Roy Ascott, Robert Adrian, Dick Raaijmakers, Jeffrey Shaw en Gordon Monahan. Sowieso is V2_ in die tijd een plek die door kunstenaars wordt opgezocht. Zo stond Gustav Metzger in 1992 onaangekondigd voor de deur. ‘Is this V2_? People tell me I should come here’. Hij bleef een week logeren in het pand van V2_ en gaf er dat jaar een lezing-performance over auto-destructieve kunst.
In de loop van de jaren gaat V2_ steeds thematischer werken om de aandacht te richten op specifieke aspecten van technologie en de rol daarvan in de samenleving. Een goed voorbeeld is de vijfde Manifestatie voor de instabiele media die in 1993 plaatsvindt onder de titel The Body in Ruin. Daarbij worden verschillende aspecten van de invloed van technologie op het lichaam belicht. Hoe ver kun je met technologie ingrijpen op een lichaam? Hoe zit het met mens-machine interfaces en de cyborg? Hoe disciplineert technologie het lichaam? Stelarc, Orlan en Erik Hobijn zijn drie van de kunstenaars die werk tonen.
Even daarvoor had de eerste V2_ boekpublicatie het licht gezien: Het boek voor de instabiele media, met bijdrages van onder andere Paul Virilio en Peter Weibel. Tweetalig uitgegeven in het Engels en Nederlands is het de eerste in een lange reeks boeken waarin zowel de ontwikkelingen in de elektronische kunst als de theorievorming een plek krijgen. Het belangrijkste doel ervan is het stimuleren van de actuele discussie over technologie en kunst. Eén van de heikele punten is de status van interactieve kunst: omdat interactieve kunst niet stabiel is, werd deze – in ieder geval indertijd – door de traditionele kunstbeschouwing niet als volwaardig gezien.
Met de vijfde manifestatie voor de instabiele media en de boekpublicatie – die veel respons oplevert – wordt ook duidelijk dat V2_ inmiddels te groot is geworden voor een altijd weer tijdelijk pand in een middelgrote provinciestad. Bovendien zijn met de opkomst van de CD-rom, de PC en het (niet langer uitsluitend academische) internet en later de mobiele telefoon de vragen die V2_ al jaren stelt in het centrum van de aandacht komen te staan. V2_ was een interdisciplinaire plek geworden die eigenlijk alleen goed kon functioneren in een stad waarin allerlei disciplines en specialismen aanwezig waren. V2_ verhuist daarom naar Rotterdam en betrekt een pand in de Eendrachtstraat, net om de hoek van de Witte de Withstraat, in die tijd nog een vervallen straat met veel leegstand.
In Rotterdam maakt V2_ meteen een goede start. Er komen nieuwe mensen bij, zoals schrijver theoreticus en programmamaker Andreas Broeckmann, en Anne Nigten die het nieuwe V2_Lab gaat leiden. Er worden ook boeken, cassettes, LPs en CDs verkocht. V2_ maakt meteen twee grote tentoonstellingen in Rotterdam, 22ov Klankpark in het Museumpark, met geluidisinstallaties, en 200v Electroclips. De lijn van de Manifestaties voor de instabiele media worden voortgezet in het Dutch Electronic Art festival (DEAF) waarvan de eerste editie Digital Nature in 1994 plaatsvindt met een groot symposium, een tentoonstelling en concerten. Daar zijn bijvoorbeeld het VR-werk Perceptual Arena en de met hersengolven aangestuurde robot installatie Terrain, beide van Ulrike Gabriel, te zien.
In de DEAFs, die tussen 1994 en 2012 ongeveer tweejaarlijks plaatsvinden, komen de programmalijnen van V2_ bij elkaar. Zo gaat DEAF96 Digital Territories over de interactie tussen stad en computernetwerken als sociale, culturele, economische en politieke ruimte. DEAF98 onderzocht The Art of the Accident, in 2000 staat het thema tijd centraal in Machine Times. Al in 2003 ligt de focus op data met Data Knitting en worden de artistieke en politieke implicaties van digitale data clustering verkent – tien jaar voor Big Data een thema werd. Interactiviteit is een terugkerend motief in de thema’s van de DEAFs, – soms staat het zelfs in de titel zoals in 2007 met Interact or Die! In de programma’s wordt vaak gezocht naar verbindingen met inzichten uit de biologie en het denken over evolutie. De DEAFs zijn belangrijke ontmoetingsplekken voor het inmiddels bloeiende internationale netwerk van kunstenaars en theoretici die zich bezig houden met elektronische media en nieuwe technologie. In 2012 en 2014 worden de laatste edities georganiseerd met The Power of Things (2012) waarin de ‘the causal power of nonliving matter’ wordt belicht, en een kritische blik op het innovatiedenken in 2014 met The Progress Trap.
Naast de DEAFs zijn er series van vaak maandelijkse programma’s, soms georganiseerd in samenwerking met partnerorganisaties, soms alleen door V2_. Met name tijdens de Wiretaps (1995–2001) komen de artistieke mogelijkheden van nieuwe technologieën en de maatschappelijke en culturele implicaties ervan aan de orde, terwijl dot.nu (2001–2002) de jonge generatie beeld-geluidkunstenaars een podium geeft. Vaak zijn het nog studenten die bij deze programma’s eerst een workshop bij V2_ doen, een optreden geven, en jaren later nationaal of internationaal doorbreken zoals Telcosystems en Martijn van Boven.
Het V2_lab werd opgezet omdat er steeds meer kunstenaars technische assistentie kwamen vragen bij V2_. Het werd mogelijk gemaakt omdat de overheid een speerpunt wilde maken van internationalisering en bereid was geld vrij te maken voor een lab. In het V2_lab werken internationale kunstenaars samen met de software- en hardware-ontwikkelaars van V2_ om hun artistieke ideeën technisch te realiseren. Daar zijn grotere ontwikkelprojecten bij, zoals een game voor de grote Jeroen Bosch-tentoonstelling uit 2001, software voor het archiveren van mediakunst, en de DataWolk Hoeksche Waard (1998) – een vroeg voorbeeld van werken met data en een experimentele website over landschapsontwerp. Er worden ook interactieve installaties ontwikkelt, zoals Whisper (2002) van Thecla Schiphorst, en een hele reeks werken van Marnix de Nijs, waaronder Run Motherfucker Run (2001–2004) en Exploded Views (2011).
V2_ is in deze tijd uitgegroeid tot een instituut, en is een vaste waarde geworden in een cultureel veld dat vanaf de 21ste eeuw e-cultuur en daarna ‘creatieve industrie’ wordt genoemd. V2_ ziet voor zichzelf vooral een autonome rol, met nadruk op kunst die met gebruikmaking van nieuwe technologie autonoom reflecteert op de maatschappelijke ontwikkelingen. Dat is een rol die zich niet altijd even goed laat rijmen met wat er van de ‘creatieve industrie’ wordt verwacht, namelijk slimme oplossingen verzinnen voor bestaande (ontwerp)problemen.
De reflectie vindt ook plaats in de boeken van V2_. De serie interdisciplinaire uitgaves is gekoppeld aan de DEAFs, maar wordt daarna voortgezet met bijvoorbeeld The War of Appearances (2016). De bekendste boeken zijn wellicht het Boek voor de elektronische kunst (2000), Lars Spuybroeks al snel uitverkochte The Sympathy of Things (2011) en natuurlijk de vuistdikke monografie over het werk van de Nederlandse pionier van de elektronische muziek en muziektheater Dick Raaijmakers (2007).
Inhoudelijk gezien verschuift de aandacht in de 21ste eeuw naar het artistiek onderzoek van Augmented Reality en wearable technology. Latere sterren als Daan Roosegaarde (Intimacy, (2010)) en Anouk Wipprecht ontwikkelen iconcepten, prototypes en nieuw werk in samenwerking met het V2_Lab. In 2006 start met de Test_Labs een serie publieke events waar in een informele setting ‘artistic research and development’ wordt getoond. Deze serie loopt tot heden, en presenteert ieder jaar het spannendste nieuwe werk van opkomende kunstenaars en ontwerpers. In 2010 initieert V2_ de Summer Sessions, een internationaal netwerk van plekken zoals V2_ die net afgestudeerde kunstenaars de kans geeft om tijdens een korte residentie nieuw werk te ontwikkelen en te presenteren. Daaruit komen veel interessante projecten voort die daarna ook internationaal te zien zijn, zoals Cecilia Johnson’s bekroonde Iron Ring (2013) en Phlip Vermeulen’s Physical Rhythm Machine (2016).
In 2012 nopen de bezuinigingen op het cultuurbudget V2_ om stevig in te krimpen en de organisatie deels opnieuw uit te vinden. De publieke events zoals de Test_Labs en de Summer Sessions worden voortgezet, maar een groot deel van de technische ondersteuning van kunstenaars en de ontwikkeling van grote projecten valt weg. Met kleinschaligere ‘community-events’ wordt een nieuw publiek van jonge kunstenaars, ontwerpers en makers bereikt, en ieder jaar worden er tentoonstellingen georganiseerd, zoals Data in the 21 Century in 2015-2016. Iedereen een kunstenaar van Ruben Jacobs, het eerste in een serie boeken die de hedendaagse kunst en de creatieve industrie kritisch belichten, verkoopt uit, wordt herdrukt én in het Engels vertaald.
Gevraagd naar de relevantie van V2_ in 2018, vergeleken met 30 jaar geleden, of met 15 jaar geleden toen V2_ op z’n grootste was, antwoorden Alex Adriaansens en Joke Brouwer dat het nu net als toen gaat over inhoudelijke vragen met betrekking tot de culturele en maatschappelijke impact van technologie. ‘De thema’s veranderen en de technologie verandert, maar het denken vanuit inhoud is hetzelfde gebleven, net als het idee dat kunstprojecten een neerslag zijn van een inhoudelijk onderzoeksproces. Het nadenken over die inhoudelijke vragen is nu meer dan ooit nodig omdat technologie zo verwoven is geraakt met ons leven, dat ze bijna lijkt te verdwijnen.’
Gebaseerd op een lang interview met Alex Adriaansens en Joke Brouwer, september 2017.
De programma's en het succes van V2_ zijn door de jaren heen alleen mogelijk geweest dankzij de gepassionneerde inzet van alle medewerkers en vrijwilligers van V2_. En dat geldt tot op de dag van vandaag.
De tekst werd gepubliceerd op de website van V2_: www.v2.nl, 2017
some rights reserved
Arie Altena
index