Arie Altena
index

Jacques Servin
Stilleven met ramp

DE KAT-VROUW KLAUWT, IN EEN RODE CAPE EN SENSUEEL, KLAUWT KLAUWT KLAUWT, TEGEN DE WOLKENKRABBER OP. LANGZAAM LEGGEN HAAR LIPPEN EEN ELIPTISCHE MAAN VAN TANDEN BLOOT, DE MAAN KROMT ZICH VAN LINKS NAAR RECHTS, RECHTS NAAR LINKS, LANGZAMER, RUST IN HET MIDDEN, ZE DRAAIT HAAR HOOFD OPZIJ, NAAR ONS TOE. ER IS NIETS, HAAR GEZICHT LIJKT GEPROJECTEERD OP EEN VERSLETEN LAMPEKAP, WE KUNNEN SLECHTS RADEN NAAR WAT ONUITGESPROKEN BLIJFT IN DE DIEPTEN VAN HAAR PLOOIEN. ZE DRAAIT HAAR HOOFD WEER OM, LANGZAAM, LANGZAAM, NAAR DE WOLKENKRABBER TOE, HAAR LEDEMATEN BEWEGEN BIJNA ONWAARNEEMBAAR, DAN VERSCHUIFT ZE EN KLAUWT OPNIEUW, KLAUWT KLAUWT KLAUWT, LANGZAAM, ZIJ IS DE KAT-VROUW.

Mary draait rond bij de koffieautomaat, haar armen een galjoen van plooi-en-golf-monsters, en stopt. Ze houdt een lui hoofd schuin en stopt. Plotseling stopt ze op haar weg en steekt haar nek uit, ze luistert.
"Oh, gossie," zegt ze tegen Chip als ze stopt, "dit is eng, Chip. Er komt een geklauw van deze muur. Ik zweer het."
Chip stopt en gaat naar haar toe. Hij hoort het geklauw als hij stopt. "Verdorie. Dit is een fijne plek, echt een fijne plek, maar nu dit geklauw, het is net een nachtmerrie en je kunt niet wakker worden zelfs niet als je ophoudt met ademen, ik adem nauwelijks (want ik haat het zó als iets verschrikkelijks als dit gebeurt, ik bedoel wat kan het zijn, het kan van alles zijn), wat is het? Wat denk jij dat het zou kunnen zijn, Mary? Wat is het volgens jou?"
"God, ik zou het niet weten. Het kan van alles zijn, Chip. Hé, Meneer Hubert! Er komt geklauw van deze muur, Chip heeft het ook gehoord. Het kan van alles zijn. Wat denkt u ervan?"
Jon stopt, pompeus. "Ik zou het niet weten," brult hij. "Ik heb het niet gehoord." Hij wil doorlopen.
"Wacht even," zegt Chip. "We zijn een beetje van streek, dit gebeurt normaalgesproken niet, kunt u niet gewoon even stoppen, een minuutje maar, net als wij, en luisteren, alstublieft?"
Jon stopt en houdt zijn hoofd schuin. In de relatieve stilte hoort hij een geklauw. Zijn adem stokt. Hij slikt. Hij steekt een arm omhoog en zwaait er verwoed mee achter zijn rug. "Meneer Brass! Meneer Brass! Er is hier iets, er gebeurd hier iets raars. Meneer Brass?" Jon stopt en draait zich om, net op tijd om Huck Brass uit zijn kantoor te zien komen.
Mary kondigt de ontdekking aan. "We hebben een geklauw gevonden, Huck! Er gebeurt hier een heleboel geklauw!"
Huck arriveert en houdt zijn hoofd schuin, steekt een hand omhoog om het rumoer te dimmen. "Mijn God, u hebt gelijk, mejuffrouw Seminal, u hebt inderdaad gelijk. Er is hier waarachtig een geklauw aan de gang."
Bunko en Killer en Swine komen voorbij en blijven stilstaan. "Wel wel, wel. Wat is hier allemaal aan de hand?" Niemand merkt hen op en ze houden hun hoofden schuin.
Randy roept vanuit de gang, "Is er iemand gewond? Kan ik iets meenemen op mijn weg terug van buiten?"
"Het is geklauw!" Hij stopt, maar plotseling staat iedereen te kletsen.
"Stilte?" Iemand hoort hem en maant de rest tot stilte. Hij luistert. "Okee," zegt hij, "Mary, meneer Worse, Brass, Jon-Jon, monsieur Grunnheck, we hebben hier te maken met een merkwaardige situatie, vrienden, we zweven nu midden in deze waanzinnige onderneming, hier, we draaien rond in oprechtheid op de wijs van apeliedjes, laten we het niet verpesten, laten we geen blunder begaan, we nemen dit doodernstig op, dames en heren, we moeten dit een beetje serieus nemen, ‘s kijken, ‘s kijken, ‘s kijken."
Huck stapt naar voren en slaat een arm om Randy’s schouders. "Randy, ik denk dat we gewoon kalm moeten blijven. Da’s alles. Ik denk dat als we dit over laten waaien net als we de andere verstoringen van de rust in ons kantoor gewoon over hebben laten waaien, ik denk dat als we dat doen dat alles dan best goed zal komen. Ik denk niet dat er iets is om je zorgen over te maken. We hebben engelen in onze bureau’s en dat is alles wat we nodig hebben." (Pseudo-samenzweerderige knipoog naar Chip.) "Nou, niemand in paniek raken, okee? Okee, okee?"
Jon stapt naar voren en doet zijn jasje uit. "Ik weet ‘t meneer Brass. Het is heel simpel: we gaan allemaal op de grond liggen en zoeken een televisie. Ik heb het gevoel dat dit iets ernstigs is. Blijf waar je bent, iedereen."
"Nou ja," zegt Mary, "maar we hebben geen televisie. Waarom gaan we niet met z’n allen koffie drinken." Iedereen is het daarmee voorlopig eens en de discussie gaat nog vier minuten en zesendertig seconden door.

DE KAT-VROUW WORDT MOE EN ZAKT INEEN. ZE ZET EEN TELEVISIE AAN EN KIJKT NAAR EEN CEREMONIE. PLOTS WORDT EEN MAN VERMOORDT, HET IS EEN KAT-VROUW IN SEOUL DIE MOE GEWORDEN IS EN EEN GYMNASIUM HEEFT OPGEBLAZEN, ZULKE DINGEN GEBEUREN ZEGT DE OMROEPER, PAS OP, DE KAT-VROUW HAALT EEN STEL EXPLOSIEVEN TEVOORSCHIJN EN MAAKT ZE VAST AAN DE WOLKENKRABBER. ZE DRAAIT HAAR HOOFD OPZIJ EN KIJKT NAAR BENEDEN, NAAR DE STRAAT, HAAR OGEN VERLOREN IN DE IDIOTE VLAKTEN VAN HAAR GEZICHT, HAAR LIPPEN HANGEN TEVEEL NU, DE TANDEN STEKEN TEVEEL NAAR VOREN...HAAR HOUDING ZAKT NOG MEER ALS ZE DE MENSEN ZIET VOORTSTROMPELEN EN ZE MOET ZICHZELF WERKELIJK OMDRAAIEN EN TEGEN DE WOLKENKRABBER AANDRUKKEN...HET REGENT. DE KAT-VROUW RICHT HAAR OGEN OP DE EXPLOSIEVEN EN ELKE SPIER IN HAAR LICHAAM SPANT ZICH IN RAUWE VERWACHTING.

verschenen in Post Perdu 5 / 1996
uit Jacques Servin: Mermaids for Attila, Illinois State University & Fiction Collective Two, Boulder 1991
© Jacques Servin
some rights reserved
vertaling Arie Altena 1996

index