Arie Altena
index
Licht is altijd een thema geweest in de beeldende kunst, maar pas in de twintigste eeuw gaan steeds meer kunstenaars werken met licht als materiaal. De voortschrijdende technologische ontwikkeling is daar niet vreemd aan: kunstmatig licht kregen was pas echt onder controle met de gloeilamp, en met de ontwikkeling van film groeiden ook de mogelijkheden van de projectie van licht. Eerst waren er de experimenten met lichtorgels, en daarna bijvoorbeeld de Raumlichtkunst van de avant-garde filmer Oskar Fischinger, en de Light-Space-Modulator van Bauhaus-kunstenaar Laszlo Moholy Nagy. In de jaren vijftig van de twintigste eeuw werden de 'Son et Lumière' lichtspektakels populair in Frankrijk: kastelen en paleizen werden theatraal uitgelicht ondersteund door muziek. De technische ontwikkeling van kunstmatig licht leidde tot lichtreclames, 'urban screens', en complete door licht geanimeerde gevels van wolkenkrabbers. Lichtontwerp bleef lang vooral iets voor theater, rockconcerten en spektakelachtige 'omgevingen': een toegepaste kunst.
Werken met licht was echter ook een issue voor zuiver autonome kunst. Zeker in de tweede helft van de twintigste eeuw. Dan Flavin werd beroemd met zijn installaties van gekleurde TL-buizen, Anthony McCall maakte lichtsculpturen, Doug Wheeler en Robert Irwin onderzochten het effect van licht in hun installaties. De lichtkunstenaar bij uitstek blijft James Turrell. Hij maakt lichtinstallaties in afgesloten ruimtes en werk op de schaal van land-art. Hij onderwerpt het fenomeen licht aan een nauwgezet onderzoek en stelt de bezoeker in staat het licht als fenomeen te ervaren door heel precies de waarneming te sturen. Zijn Roden Crater bijvoorbeeld is een enorm observatorium om met het blote oog naar de sterren te kijken. Meer recent trok Olafur Eliasson's The Weather Project de aandacht: een kunstmatige zon in een enorme voormalige fabriekshal. Bezoekers gingen lange tijd op de grond zitten of liggen -- ondergedompeld in het licht en intens genietend van de gevoelde verbinding met het kunstmatige fenomeen.
In de 21ste eeuw werken steeds meer kunstenaars met licht als materiaal. Denk aan de interactieve lichtontwerpen voor de openbare ruimte en stedelijke architectuur (Daan Roosegaarde, het collectief LAb(au), Pablo Valbuena), of de beeld-en-geluidskunstenaars die soms fysiek overweldigende immersieve installaties en performances realiseren, met laser (Robin Fox, Edwin van der Heide), flicker en mist (Kurt Hentschläger, Yutaka Makino), flicker en gekleurde LEDs (Matthijs Munnik's Citadels), of gewoon met LEDs (HC Gilje's installaties met cirkels van knipperende LEDs). Lichtkunst heeft de afgelopen jaren sowieso een impuls gekregen door het gebruik van LEDs. Deze bieden kunstenaars de mogelijkheid om heel precies en vrij gemakkelijk licht aan te sturen, en bijvoorbeeld van kleur te laten veranderen.
Eén van de Nederlandse lichtkunstenaars is Dorette Sturm. Zij werkt op het snijvlak tussen lichtontwerp, architectuur en technologie, en is gefascineerd door licht als fenomeen. Zij zet die fascinatie om in lichtinstallaties die bij de bezoeker een contemplatieve, puur zintuigelijke ervaring oproepen. Licht inspireert haar vanwege het effect dat licht heeft. Met licht kun je het gevoel voor tijd en ruimte transformeren, licht vormt ruimte, houdt aandacht vast, en trekt aandacht naar zich toe. Het hoeft geen verbazing te wekken dat het werk van James Turrell voor haar een continue inspiratiebron is.
Ook Dorette Sturm werkt tegenwoordig met LEDs. In 2007 maakte zij het werk Breathing Cloud -- een ademende wolk van vijf bij drie meter, gemaakt van spinnakerdoek. De wolk vult de ruimte met intens licht, dat langzaam van kleur verandert, ondersteunt door geluid. Hoewel het er van buiten simpel uitziet, zit de wolk vol technologie, onder andere LEDs. Daarmee wordt verwondering opgewerkt. Op het mediafestival STRP in Eindhoven lagen bezoekers onder de wolk te 'chillen' en bij te komen van het bombardement van beats en laserlicht van daar ook optredende DJ's. Sturms werk-in-uitvoering DLight, New Light in Personal Space, is een kruisbestuiving tussen kunst en 'wearables'. Het bestaat uit cirkels van licht en geluid die de bezoeker kan binnengaan, en waarmee de ervaring van ruimte wordt veranderd. Het gaat over het ervaren van je 'eigen' ruimte in de openbare ruimte, over intimiteit en je verbinden.
Seeds of Change is Dorette Sturms nieuwste werk, een draaiende lichtsculptuur van 21 meter hoog, gesitueerd in de glazen uitbouw aan de zuidoostkant van het door Hertzberger ontworpen kantoorgebouw van RICOH aan de randweg van 's-Hertogenbosch. Het bestaat uit 200 'armen' van staal met aan het uiteinde een verlicht 'zaadje' van mondgeblazen glas. De 200 'zaden' zijn voorzien van RGB LEDs. De 200 armen zijn bevestigd aan een as en vormen een draaiende dubbele helix -- verwijzend naar de structuur van DNA. Seeds of Change draait in een rustig tempo rechtsom, terwijl de 200 'zaadjes' in verschillende patronen geleidelijk van kleur veranderen. De choreografie van de verspringende kleuren verloopt volgens twee scenario's -- één voor overdag en één voor de avond en nacht -- waarin een groot aantal geprogrammeerde scènes worden doorlopen. De afzonderlijke kleuren 'soleren' ieder op hun beurt, en lopen van onder naar boven. Door die choreografie worden de spiraalvorm en de driedimensionaliteit van het werk geaccentueerd. Soms lijkt het zelfs alsof de installatie niet rechtsom, maar linksom draait.
Het is een werk van monumentale grootte. Sturm -- dochter van een architect -- werkt graag op grote schaal in de openbare ruimte. Het eerste werk waar ze in haar jeugd werkelijk diep van onder de indruk was, was Christo's Running Fence, een kilometers lange lijn (van gordijnen) door het landschap. Seeds of Change is van verre te zien, een lichtbaken voor wie met de trein vanuit de richting van Eindhoven 's Hertogenbosch nadert. Het is zichtbaar vanaf de randweg en wie vanuit Vught naar het centrum van 's Hertogenbosch fietst, rijdt recht op het lichtbaken toe. Seeds Of Change biedt werknemers van RICOH een plek om even te ontspannen en op te gaan in het moment. De ruimte waarin het werk draait is toegankelijk, en wie binnenkomt wordt subtiel 'begroet' door het werk. Getriggerd door een sensor, knippert het even.
Al kijkend naar de veranderende lichtpatronen kun je je mee laten gaan in de stroom, en overgeven aan het almaar-veranderende -- zonder dat Seeds of Change je dwingt tot die overgave. De tijd wordt even stilgezet. Juist een wereld die soms lijkt te worden gedomineerd door zogenaamde sociale media en technologie, waarin mensen continu geprikkeld worden om onmiddellijk reageren, is het een uitdaging om een kunstwerk dat het gevoel voor tijd en ruimte transformeert door kleur en licht.
Hoewel Seeds of Change een technisch complex werk is, en impliciet reflecteert op de soms jachtige technologische wereld vol real-time communicatie en prikkels om onmiddellijk te reageren, draait het niet om de technologie. Integendeel. De technologie is er alleen om de ervaring mogelijk te maken. Een ervaring van schoonheid, een ervaring van licht, een ervaring van een rustpunt, van een terugvallen, even, op jezelf. De schoonheid van het werk ligt in de ervaring ervan.
2013, geschreven voor de opening van Seeds of Change, in opdracht van Dorette Sturm.
Arie Altena
index