Arie Altena
index

Lezen in de Zon
over Gravity's Rainbow

Arie Altena

Ik herinner me mei 1992 als één van de gelukkigste maanden uit mijn leven. Ik was AIO bij literatuurwetenschap, mijn proefschrift zou moeten gaan over het postmodernisme in de Amerikaanse literatuur. Het was uitzonderlijk mooi weer, warm en almaar scheen de zon. Ik, uitvreter, lag in het park, las een boek en deed verder absoluut niks.

Normaliter herinner ik me zulke maanden niet. Ja, ik herinner me vaag dat ik in de zon zat en een boek las. Niets bijzonders. Maar mei 1992 zal ik me altijd blijven herinneren als de maand waarin ik Gravity's Rainbow gelezen heb, in een tempo van 10 pagina's per minuut, woordenboek naast me om elk woord waarvan ik de betekenis niet precies wist op te zoeken. En als je me vraagt wat deed je in oktober 1991 dan weet ik het niet en als je me vraagt wat las je in augustus 1994 dan moet ik het antwoord schuldig blijven. Ik weet alleen dat ik in mei 1992 in 1 adem alles van Thomas Pynchon las.

Achteraf gezien behoren die weken in het park tot de meest produktieve in 4 jaar AIO-schap. Het lezen van GR heeft mij meer geleerd over Amerikaanse literatuur en postmodernisme dan enig ander boek -fictie, filosofie of theorie. Als ik ooit heb begrepen waar mijn onderzoek over zou moeten gaan, dan was het toen.

Over Thomas Pynchon is weinig bekend. Er zijn een stuk of 3 foto's uit zijn studententijd in de jaren '50. Wat we van zijn leven weten beperkt zich tot diezelfde periode. Vanaf het moment dat hij zijn eerste boek publiceert ontbreekt elk spoor. Pynchon communiceert met zijn uitgever via zijn literair agente, hij geeft geen interviews, treedt niet in het openbaar op.

Pynchons onzichtbaarheid heeft als consequentie dat de geruchtenmachine op volle toeren loopt, en dan kan de kleinste toevalligheid uitlopen op het vermoeden van een heus complot. Een jaar of 20 geleden werd er wel eens serieus geopperd dat zich achter Thomas Pynchon een andere schrijver zou verbergen, J.D. Salinger bijvoorbeeld. Not bad, keep trying antwoordde Pynchon zelf. En het afgelopen halfjaar speelt het gerucht dat brieven die door een zwerfster met de naam Wanda Tinasky aan een lokaal nieuwsblad gestuurd werden in werkelijkheid geschreven zouden zijn door...jawel, Thomas Pynchon. Wanda Tinasky laadt die verdenking op zich omdat ze de brieven postte in een onder de brug aangebrachte brievenbus en iedere Pynchonite weet wat dat betekent...

GR is 760 pagina's waanzin, honderden personages, meanderende zinnen, je zit in een bus die ieder moment kan ontsporen en om de haverklap wordt een scabreus lied ingezet of een limerick ten beste gegeven. Je weet nooit waar je aan toe bent of wat de ene verhaallijn met de andere te maken heeft. Losgeslagen parodieën worden gevolgd door hartverscheurend mooie passages over het afval en uitschot van deze wereld. Je weet nooit zeker of wat je leest een beschrijving van de realiteit is of van een droom. Ik schreef in een brief Ik ben inmiddels op pagina 515 & eigenlijk begrijp ik er nog altijd niets van, maar het is magistraal (qua stijl en verbeeldingskracht) en zo indrukwekkend (letterlijk) dat ik ervan droom. Het is de waanzin ten top, alles hangt er met alles samen en er valt geen touw aan vast te knopen. En voor mezelf noteerde ik: Bijna alles wat gebeurt vergeet je -wie kan het verhaal vertellen, of zeggen hoe het in elkaar steekt-. Er is geen kapstok om de waanzin aan op te hangen dus blijft het spoken in je hoofd. De lezer zwerft door het boek (en dus ook door zijn eigen spinsels) zoals Slothrop door de Zone zwerft.

Het is ondoenlijk om GR samen te vatten. Het is helemaal ondoelijk om zo in het kort het boek te interpreteren. De literatuur over Pynchon beslaat een paar planken, het aantal artikelen over zijn werk loopt in de honderden, er is een flinke website aan hem gewijd en de discussielijst Pynchon-l vult dagelijks mijn mailbox met een stuk of 30 berichten. Wat zal ik dan zeggen in 600 woorden? GR gaat overal over.

GR speelt zich voor het grootste deel af in Duitsland, in de zomer van 1945. De grenzen zijn weggevallen, in de Zone zwerven allerlei individuen rond met soms voor henzelf onduidelijke plannen. Er zijn er die streven naar Controle en er zijn er die ernaar streven om aan de Controle te ontkomen. Het gaat over de verstrengeling tussen politiek, economie en het militair apparaat. Het gaat om raketten en het verlangen naar transcendentie. Het gaat over de keuze tussen paranoia en chaos, over communicatie die verworden is tot Pavlovreacties, over het verlangen naar een betere wereld, over the other side.

Tyrone Slothrop is één van de hoofdpersonen. Hij zwerft rond in de Zone en probeert te begrijpen hoe alles in elkaar steekt. Hij moet ofwel erkennen dat het allemaal een grote chaos is en er geen verbanden zijn of dat alles met alles te maken heeft en hij het slachtoffer is van een allesomvattend complot. De lezer van GR staat voor hetzelfde probleem: hangt in deze roman alles met alles samen en is er sprake van een door Pynchon in elkaar gestoken complot, of is de lezer paranoia? Of is het een chaos waarin je je maar beter mee kunt laten drijven, de hallucinatie van een dronken god waarin niets betekenis heeft? Those like Slothrop, with the greatest interest in discovering the truth, were thrown back on dreams, psychic flashes, omens, cryptographies, drug-epistemologies, all dancing on a ground of terror, contradiction, absurdity.

In mei 1992 lag in in het gras en de zon verbrandde mijn schouders en ik liet het allemaal door me heen gaan en ik heb het gevoel dat ik het nog nooit zo goed begrepen heb als toen.

©Arie Altena, 1995
Gepubliceerd in de rubriek Kunstoog van het tijdschrift Babel, 1995.

index