Arie Altena
index
Wat kan de bijdrage zijn van digitale kunst -- in dit geval een geprogrammeerde netwerkvisualisatie van gedachten -- aan onze ideeën over innovatie en hoe nieuwe ideeën tot stand komen?
De meerwaarde van een artistieke netwerkvisualisatie -- ten opzicht van wetenschappelijke netwerkvisualisaties -- ligt in de aandacht voor het zintuigelijke, voor het esthetische -- en daarmee voor de toeschouwer en gebruiker van het werk. De meerwaarde ligt ook in een open houding ten opzichte van mogelijke ideeën over innovatie en ideeënvinding. Het werk hoeft geen poging te zijn om een structurele ordening van gedachten te visualiseren die voorgeeft een representatie te zijn van het denken of een gedachteproces; kan juist een open reflectie op het denken en denkprocessen zijn. Hoe nieuwe gedachten ontstaan, of hoe innovatie vorm krijgt, is niet vastgelegd in het werk. Het kunstwerk pendelt juist heen en weer tussen het representeren van (mogelijke) ordeningen en heeft een open vorm. Hierdoor en door de aandacht voor de esthetica -- die niet alleen gaat over kwesties van visuele elegantie en schoonheid, maar vooral over tempo, interactie en complexiteit -- kan het een geconcretiseerde reflectie zijn op een proces van ideeënvinding. Uit de literatuur over netwerkvisualisatie, komt naar voren dat wetenschappers een specifieke interesse hebben in de bijdrage van kunst en de artistieke aanpak van netwerkvisualisatie omdat men hoopt dat er daar nieuwe (visuele) ideeën vorm krijgen en inzichten die ook voor wetenschappelijke visualisatie relevant zijn. Anderzijds zijn vormgevers en kunstenaars diepgaand geïnteresseerd in de artistieke uitdaging van de (netwerk)visualisatie van grote datasets.
Dit artikel start met een poging tot een nauwgezette beschrijving van het Het Netwerk der gedachten, een werk ontwikkeld door mediakunstenaar Michiel Koelink in samenwerking met DSM. Het is een geprogrammeerde netwerkvisualisatie van losstaande zinnen (gedachten) die op verschillende manieren met elkaar worden verbonden tot een netwerk. Het kan gezien worden als een mogelijke, dynamische ordening van gedachten -- waaruit nieuwe gedachten kunnen voortspruiten. Het werk kan gebruikt worden als instrument bij brainstorms of filosofische discussies. Het heeft een open einde, en is geenszins uitontwikkeld. De reflectie op denkprocessen, op innovatie en ideeënvinding maakt deel uit van het ontwikkelingsproces van het werk, net als de vraag hoe een netwerk van gedachten gevisualiseerd zou kunnen worden, wat zulks betekent -- welke opvattingen over ideeënvinding het suggereert -- en hoe het kan functioneren. Bij de beschrijving van het werk komen verschillende contexten die relevant zijn voor het werk aan de orde, zoals 'infoviz', mindmapping, netwerkvisualisatie en netwerktheorie.
Het Netwerk der gedachten start op met een leeg, wit scherm. 'Loading thoughts'. Dan verschijnen zinnen in beeld. Ze vliegen over het scherm en nemen binnen een paar seconden een plek in binnen een constellatie die voor eerst niet meer veranderd. De zinnen zijn met elkaar verbonden door dunne lijnen. (Om precies te zijn: de lijnen verbinden roze bolletjes die voor de afzonderlijke gedachten staan.) Sommige zinnen zijn groter dan anderen. De kleine zinnen staan 'achter' de grote en lijken net iets lichter van kleur zijn. Hierdoor wordt gesuggereerd dat de zinnen in een driedimensionale ruimte hangen. Ze bewegen licht, ze zweven als het ware in de ruimte, als een enorm mobile, of een melkwegstelsel. De zinnen vormen een netwerk, dit is het Netwerk der gedachten. Elke zin kan gezien worden als een afzonderlijke gedachte, hoe minimaal ook, hoe onzinnig ook.
Twee invulvelden, naam en wachtwoord geven de gebruiker de mogelijkheid om in te loggen, hij kan het netwerk ook anoniem gebruiken. De toeschouwer, of gebruiker achter het scherm overziet het netwerk in deze beginfase van buitenaf.
Met de pijltjestoetsen kan de gebruiker inzoomen en zo naar het netwerk 'bewegen', tot hij zich 'in' het melkwegstelsel bevindt. Door uit te zoomen kan hij weer afstand nemen. Hij kan naar rechts, links, boven of onder navigeren. De navigatiewijze is ontleend aan digitale 3D-omgevingen zoals computergames, en ze geven de gebruiker het gevoel door het netwerk te vliegen. Hij kan echter niet 'omdraaien'Ê-- het netwerk is, met opzet, geen volledige driedimensionale ruimte. Het is wat Koelink '2,5-dimensie' noemt, een plat vlak met een beperkte illusie van diepte.
De gebruiker kan het netwerk vastpakken en verschuiven (muisklik en slepen) en zo een ander overzicht krijgen of een andere ingang vinden. Hij kan op een gedachte klikken -- zelfs als deze zich 'achter' een andere bevindt en niet of nauwelijks leesbaar is. Het effect daarvan is dat er wordt ingezoomd op die gedachte, en de gebruiker vliegt door de gedachtes naar de aangeklikte uitspraak, tot deze centraal in beeld is.
Elke gedachte kan worden 'vastgepakt', en zo lang je hem 'vasthoudt' kun je deze over het scherm verslepen. Het geeft het gevoel alsof je aan een stukje van het netwerk trekt, je ziet daardoor beter hoe die zin met lijnen vast zit aan anderen. De topologie van het netwerk verandert hierdoor niet, wel de visuele weergave ervan. Het is een manier om de topologie beter in zicht te krijgen.
Door te navigeren, klikken, trekken 'speelt' de gebruiker met het bestaande netwerk, hij exploreert het, of onderzoekt het, kijkt ernaar, en kan zich erdoor laten inspireren.
Het navigeren gaat traag, de virtuele camera -- want dat is het feitelijk -- beweegt met opzet langzaam door het netwerk. Het is duidelijk niet de bedoeling om in een paar seconden van het ene uiteinde van het netwerk naar het andere te vliegen, of je handigheid te testen om snel via muiskliks en toetsenbordgebruik het netwerk te manipuleren.
Het werk maakt gebruik van interactiewijzen die de gemiddelde internet- of iphonegebruiker -- of gamer -- zo bekend zijn dat ze natuurlijk lijken. In- en uitzoomen, klikken, slepen, met één of met twee vingers een trackpad besturen, het zijn handelingen die geen extra cognitieve 'energie' van de gebruiker eisen. Hij kan zich concentreren op wat hij ziet en leest.
Navigeren door het Netwerk der gedachten verloopt plezierig en intuïtief, zodat werken met de applicatie een prettige bezigheid is, een die een denkproces begeleid, niet verstoord. Het netwerk heeft een afgewogen aanwezigheid: aanwezig, maar niet opdringerig, prikkelend, maar niet verstorend, intuïtief navigeerbaar zonder dat het een spelletje dreigt te worden.
Het Netwerk der gedachten kan op een zuiver beschouwelijke wijze gebruikt worden. De gebruiker kan echter ook een actievere rol vervullen. Door een druk op de ENTER-toets verschijnt een blauw bolletje en kan de gebruiker een eigen gedachte toevoegen. Nogmaals ENTER toetsen voegt deze zin toe aan het netwerk. De software analyseert de zin op semantisch niveau en verbindt de gedachte op basis daarvan met vergelijkbare gedachten in het netwerk. Terwijl je de gedachte typt, zoekt het netwerk naar gedachten met overeenkomstige woorden, en plaatst deze tijdelijk in de buurt van de zin die wordt geformuleerd. Bij toevoegen van een gedachte aan het netwerk, wordt deze met een aantal andere gedachten verbonden, en vormt vanaf dat moment een node in het netwerk, en is zichtbaar voor andere gebruikers.
De mogelijkheid om realtime gedachten toe te voegen aan het netwerk opent een scala aan mogelijkheden. De software van het Netwerk der gedachten zou gedachten kunnen oogsten ('harvesten') op het Internet: het kan databases doorzoeken, het kan Twitterberichten met een afgesproken hashmark (bijvoorbeeld #netwerkdergedachten) automatisch toevoegen, of actief bestaande teksten analyseren en daaruit uitspraken isoleren en deze in het netwerk hangen. In theorie allemaal mogelijk en realiseerbaar. Maar voor eerst toekomstmuziek.
In de huidige vorm is gekozen om gebruikers de mogelijkheid te geven om in te loggen met een eigen naam. Net als anonieme gebruikers kunnen gebruikers met een eigen inlog gedachten toevoegen, maar zij hebben ook de mogelijkheid om verbindingen te maken tussen bestaande gedachten en eigen gedachten. Zij kunnen bovendien behalve het totale netwerk, ook enkel hun zelfgemaakte netwerk zien en uitbouwen.
Het Netwerk der gedachten zou gezien kunnen worden als een representatie van de structuur van het denken. Zet er een enorme dataset van gedachten in, analyseer alle data daaruit op overeenkomsten, grammaticaal aspect en andere factoren, genereer een visualisatie van die verbindingen, en zie: de structuur van het denken gerepresenteerd. Zo is het niet helemaal. Ten eerste zou het een mogelijke visualisatie van een mogelijk idee van structuur zijn, ten tweede kun je niet alle gedachten verzamelen, zelfs niet op een beperkt terrein. Een dergelijke droom speelt op de achtergrond wel een rol -- zoals de droom van een perfecte netwerkvisualisatie van bijvoorbeeld alle verbindingen in de hersenen de droom is van het hersenonderzoek. In zijn eigen beschrijving noemt Koelink de uitdaging van de realisatie van het Netwerk der gedachten niet de visualisatie van gedachten, maar "de manieren van ordenen en verbinden" van de gedachten. Hij hoop zo "structuur te geven aan alle gedachten. Het kunstwerk is de verbindingen tussen gedachten." Het kunstwerk is dat beeld van kennis, een beeld om te contempleren.
Belangrijker dan de droom van de visualisatie van de structuur van het denken, is de idee dat er in het netwerk van bestaande gedachten, steeds nieuwe gedachten worden 'geboren'. Dit gebeurt -- zo is een aanname -- doordat iemand nieuwe verbindingen maakt tussen bestaande kennis. Die ideeënvinding hoopt het werk te stimuleren -- en het reflecteert op de vraag of nieuwe ideeën inderdaad op zo'n manier tot stand komen, of misschien ook op een intuïtieve, 'schevere' manier, of bijna onbewust, als in een droom.
Het Netwerk der gedachten is een contemplatief kunstwerk dat impliciet reflecteert op hoe nieuwe gedachten ontstaan, hoe ideeënvinding tot stand komt, en hoe een gedachtenproces verloopt dat naar een nieuw idee leidt. Het is geen wetenschappelijke visualisatie -- al is wel geïnspireerd door wetenschappelijke visualisaties. Het Netwerk der gedachten kan in concrete situaties worden ingezet, vooral wanneer gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om gedachten toe te voegen en met elkaar te verbinden. Het kan bijvoorbeeld een rol spelen bij brainstormsessies in het bedrijfsleven -- of elders -- of gebruikt worden bij filosofische discussies. Maar evengoed zou het gebruikt kunnen worden als een artistieke orakelmachine.
Zowel brainstormsessies als filosofische discussies worden gekenmerkt door een focus op het proces zelf, terwijl het eindresultaat open is. Tijdens de discussie worden ideeën geopperd, uitgewerkt, geprobeerd, tijdelijk verworpen of in een later stadium weer opgepikt, en steeds opnieuw overwogen. Het zijn denkprocessen met een open einde. Het Netwerk der gedachten inzetten bij zulke processen is een optimale manier om het netwerk te voeden met gedachten, en een manier om te reflecteren over gedachtevorming, of over de vraag hoe nieuwe ideeën tot stand komen, of hoe innovatief denken gestimuleerd kan worden.
In de beschrijving op de website noemt Koelink het Netwerk der gedachten behalve een "esthetische visualisatie en poëtische vertaling van gedachten" wel degelijk ook "een hulp bij het ordenen, aanscherpen, en oproepen van gedachten en ideeën".
Het Netwerk der gedachten is zowel een instrument -- software om te gebruiken -- als een kunstwerk. Het flirt met beide gebieden: bruikbare software en contemplatief kunstwerk, het schuurt tegen beide aan, en laat zich daardoor niet makkelijk vangen. Dat is een kwaliteit -- al is het daardoor niet eenduidig een kunstwerk, noch vijfsterren brainstormsoftware. Misschien blijf je juist daardoor als gebruiker en als toeschouwer, een heel klein beetje afstand houden. Je kijkt er n‡‡r en er doorhéén, dat scherpt de reflectie.
Het doel van het Netwerk der gedachten is niet om de gebruiker naar dat ene juiste idee te sturen dat al eerder is ingetikt door een andere gebruiker. Het is er niet op gericht om de gebruiker, dankzij de 'funky stuff' van automatische analyse en matching, bruikbare ideeën te laten vinden, ideeën waarop hij- of zijzelf anders niet zou zijn gekomen. Natuurlijk is het alleszins mogelijk dat een gebruiker van het Netwerk der gedachten op een idee stuit waar hij of zij, zonder het zelf te weten, naar op zoek was. Het is eveneens mogelijk dat een gebruiker als navigerend en browsend bruikbare ideeën oogst. Maar als het gebeurd is het een onbedoeld nevenproduct. Het netwerk der gedachten is geen doel- en resultaat gericht werk, geen plug-and-play tool. Het werk noch de software zijn daarop ingericht. Het is evenmin een prothese voor de hersenen, die het denk- of beslissingsproces versnelt of vergemakkelijkt. Het is niet een werk waaraan functies die de menselijke geest ook kan uitvoeren (maar misschien niet zo snel), zijn uitbesteedt. Het is geen machine die door onnavolgbare geautomatiseerde tovenarij nieuwe ideeën genereert en oogst.
Het Netwerk der gedachten beoogt in de eerste plaats een meditatieve denkruimte te vormen. De interactie tussen gebruiker en systeem, en de bewegingen op het scherm, zijn geprogrammeerd en vormgegeven om een denkruimte te openen. Idealiter ontstaat die denkruimte in het hoofd van de gebruiker (niet op het scherm), en is het een 'ruimte' waarin nieuwe gedachten vorm kunnen krijgen. Met andere woorden, het Netwerk der gedachten is een machine die de condities en een omgeving creëert waarin de menselijke geest in een staat wordt gesteld nieuwe gedachten te vormen.
Het navigeren door de aanwezige gedachten, het volgen van verbindingen ertussen, (of het toevoegen ervan), er mee spelen (inzoomen en uitzoomen, draaien, er doorheen 'vliegen'), en het zachtjes bewegen van het netwerk moet ervoor zorgen dat de gebruiker in een gemoedstoestand komt waarin hij of zij open komt te staan voor nieuwe ideeën, waardoor er plek vrij komt voor nieuwe ideeën.
In de eerste plaats draagt het zien en lezen, of half opnemen, van de al bestaande gedachten, en het volgen van associaties tussen de bestaande gedachtes in het netwerk, bij aan zo'n gemoedstoestand. Het netwerk is er voeding voor, het vormt een voedingsbodem voor nieuwe gedachten. In de tweede plaats speelt het Netwerk der gedachten met de idee dat het goed mogelijk is dat de meeste nieuwe ideeën ontstaan doordat bestaande kennis op een nieuwe manier wordt gecombineerd, dus doordat er nieuwe verbindingen ontstaan tussen wat al aanwezig was.
In die zin is het Netwerk der gedachten een reflectie over innovatie. Door het ontstaan van 'nieuwe gedachten' te stimuleren, vraagt het zich impliciet af hoe nieuwe gedachten ontstaan. Dat kan, omdat het uiteindelijk openlaat hoe een nieuwe gedachte tot stand komt. Een gedachte kan schijnbaar uit de lucht vallen -- al dan niet bewust geïnspireerd door de zichtbaarheid van andere ideeën -- alvorens toegevoegd te worden, hij kan ook opduiken door het volgen van verbanden tussen bestaande gedachten.
Een klassieke 'vindplaats' of referentie waarin een verband wordt gelegd tussen het vinden van nieuwe ideeën en het netwerk van bestaande ideeën is Vannevar Bush's artikel 'As We May Think' uit 1945. Daarin zet hij, zoals bekend, uiteen hoe de Memex, een nieuw soort elektronische connectiemachine en encyclopedie, zou kunnen werken. Hij loopt daarmee vooruit op hypertekst en World Wide Web. Zijn idee over de zin hiervan is volledig gebaseerd op de aanname dat nieuwe kennis 'ontstaat' doordat een onderzoeker, uitvinder of ingenieur nieuwe verbanden legt tussen beschikbare kennis -- verbanden die nog niet eerder werden gelegd. Vandaar het voorstel om een Memex te bouwen waarin de beschikbare kennis in microfilmformaat werd opgeslagen, inclusief een manier om daarin te navigeren en nieuwe verbindingen te maken. "wholly new forms of encyclopedias will appear, ready made with a mesh of associative trails running through them, ready to be dropped into the memex and there amplified".
Innovatie en gedachtevorming zijn dynamisch en floreren derhalve binnen een dynamische omgeving. Daarom streeft een netwerk als dit nooit naar een perfecte vorm, er wordt zelfs geen perfect ideaal in een onbereikbare toekomst geprojecteerd. Er bestaat geen perfecte, statische representatie van alle gedachten, noch is die ooit mogelijk. Het Netwerk der gedachten stelt dan ook dat het nooit een statische vorm mag aannemen om werkbaar te kunnen zijn.
Daarom wordt in het netwerk der gedachten niet gedaan aan selectie van ideeën. Alleen een individuele gebruiker met een eigen inlog kan een eigen netwerk opbouwen met zinnen die door hem zijn gekozen, en daarbij andere gedachten uitsluiten. Fouten, ruis, grapjes, schijnbare onzin: het blijft allemaal deel van het Netwerk. Dat gebeurd vanuit de overtuiging dat fouten en ruis voor onverwachte verbindingen kunnen zorgen, en voor de gebruiker mogelijk tot onverwachte perspectieven. Of er volgt kortsluiting, waardoor er juist een nieuw, misschien zelfs volledig ongerelateerd idee kan ontstaan. Ook moet het Netwerk, volgens Koelink, altijd plek laten voor twijfel -- twijfel is onderdeel van het proces van gedachtevorming en van op ideeën komen.
Het Netwerk der gedachten vormt een associatieve ruimte -- en daarmee een associatieruimte die het denken kan begeleiden. Het is belangrijk dat het esthetisch 'pleasing' is, visueel, maar ook in de fijne interactie en de bewegingen op het scherm. Als het esthetisch pleasing is, wordt het denkvermogen niet gestoord of afgeleid door een 'apparaat' dat tussen het denken komt te staan, waarmee de gebruiker een worsteling aan moet gaan. Als er frictie is -- en zonder frictie is er geen gedachtengang mogelijk -- dan wordt deze opgeworpen door de gedachten en zinnen in het netwerk. De esthetische kwaliteiten van het werk zorgen ervoor dat het associatieproces en het denken worden gestimuleerd, ze prikkelen de hersenen in positieve zin. Waar een 'verstoring' van de gedachtengang door een vreemde, rare, of onverwachte zin in het netwerk productief kan zijn voor het denken, is een verstoring van de gedachtengang omdat de interface niet goed of lekker werd alleen een hinderlijke verstoring die afleidt, en hoogstens op een meta-niveau productief kan worden -- bijvoorbeeld wanneer de gebruiker nadenkt over de werking van de techniek. Dat is echter typisch een accidentele 'eenmaligheid', verder zijn dergelijke ervaringen alleen in negatieve zin verstorend.
De fijnafstemming van interactie is cruciaal voor het Netwerk -- het tempo moet goed zitten. Navigeren mag geen schurende en irriterende ervaring zijn, maar het netwerk mag ook niet zomaar een aardige ruimte worden om wat doorheen te vliegen, in en uit te zoomen en het daar maar bij te laten. Het bereiken van zo'n fijnafstemming is een kwestie van testen, aanpassen en opnieuw testen, en dat door vele iteraties.
Of het op de goede manier werkt, hangt ook samen met het interactiegedrag waarmee gebruikers vertrouwd zijn. De aanraakschermpjes van Iphones, smartphones en tablet-computers hebben de laatste jaren veel veranderd in de fijne interactie van gebruikers. Nog geen drie jaar geleden zou niemand op het idee komen om de 'swipe'-beweging te maken die nu natuurlijk lijkt voor iedere iPhone-gebruiker, en stevig verankerd ligt in het motorisch geheugen.
Er zit met opzet geen hiërarchie in, zodat er ook geen spanningsboog is en er evenmin een einddoel of een resultaat is. Het Netwerk creëert een aanwezigheid. In autoplay-mode -- waarin je als gebruiker niets meer doet dan kijken -- zou je traag door het netwerk kunnen vliegen, er in opgaan, ontspannen en zo een openheid in het denken oproepen.
Een van de belangrijkste kwaliteiten is dat het Netwerk der gedachten de ideeën niet hiërarchisch ordent. Het presenteert geen lijstje, geen boomdiagram, maar een vrij netwerk dat aan alle kanten kan groeien en waar in principe elke node met elke andere node een verbinding kan aangaan -- mocht dat zo de analyse, of een gebruiker, dat suggereren. De (halve) derde dimensie is wat dat betreft een echte toevoeging, vergeleken bij de 2D informatievisualisaties zoals kaarten, grafieken of tagclouds.
In de visuele representatie van het netwerk staan er altijd gedachten naast elkaar, of deels over elkaar heen, ook al zijn ze niet direct met elkaar verbonden via een lijn. Contiguïteit speelt ook een rol in het samenbrengen van gedachten, naast de systematisch gegenereerde relaties. Dit zou ook beschouwd kunnen worden als een vorm van positieve ruis of van onverwachte effecten, die bijdragen aan de openheid van het werk. Doordat ze dicht bij elkaar staan gaan zinnen relaties aan -- het heeft op z'n minst effect op de gebruiker die al nadenkend, breinstormend of dromend door het netwerk navigeert.
In de manier waarop het Netwerk der gedachten zich aan de gebruiker presenteert, zijn duidelijke parallellen te ontdekken met eerder werk van Michiel Koelink. Zijn installatie 2.5 Dimensions -- dat een beeld samengesteld uit panoramafoto's van een stuk typische Nederlands bos projecteert -- gebruikt dezelfde vorm van net-geen-3D als het Netwerk der gedachten. De virtuele camera glijdt op een vergelijkbare wijze door het digitale panorama van overlappende foto's van een stuk bos, als in het netwerk der gedachten. In 2.5 Dimensions kan de toeschouwer niet interacteren met het beeld -- wel zijn er verschillenden 'moods' (stemmingen) van het werk geprogrammeerd -- verschillende tempi en bewegingen van de virtuele camera. De maker (of degene die toegang heeft tot de software) kan het werk laten switchen tussen die stemmingen. Ook 2.5 Dimensions beoogt de toeschouwer in een contemplatieve stemming te brengen, en het gevoel te geven in het bos te zijn, ermee samen te vallen, maar ook tegelijk die vervreemding te geven er net niet helemaal te zijn -- op de grens tussen rust en alertheid, opgaan-in en zelfreflectie, waarbij je zowel opgaat in het werk, maar toch alert blijft. Wie zo'n bewustzijnstoestand bereikt, staat open voor nieuwe gedachten, kan ze ontvangen én bewust verwerken (ze ontglippen je niet als in een droom).
Er zijn ook parallellen met Koelink's eerdere werk Spitzenkörper -- eveneens gerealiseerd in samenwerking met DSM. Spitzenkörper is een generatief werk. Op een 3D scherm groeit langzaam een netwerk dat geïnterpreteerd kan worden als een groeiende schimmel. Het algoritme voor Spitzenkörper is gebaseerd op de meest recente inzichten over schimmelgroei, maar het is geen zuiver wetenschappelijke visualisatie van schimmelgroei. Het werk is permanent geëxposeerd in een brainstorm en retraite-ruimte in DSM te Urmond. De steeds opnieuw startende animatie van de langzaam groeiende 'schimmel' is eerder esthetisch, bedoeld voor zintuigelijke waarneming, en draagt bij aan de sfeer, en daarmee aan de functie van de ruimte. Ook Spitzenkörper is in die zin een meditatief werk. Het streven naar een volledig juiste wetenschappelijk visualisering is daarom ondergeschikt aan de esthetische vorm -- al behoud het werk wel een duidelijke relatie met de wetenschappelijke kennis over schimmelgroei. Het is een schilderij met autonoom gedrag -- net als het Netwerk der gedachten zolang het functioneert als puur beeld zonder interactie.
Vannevar Bush gebruikte in zijn artikel 'As We May Think' al de analogie tussen een encyclopedie als een netwerk van brokjes kennis plus verbindingen, en de hersenen als een netwerk van neuronen verbonden door synapsen. Het Netwerk der gedachten speelt ook met de idee dat de gedachten kunnen worden voorgesteld als neuronen die verbonden door synapsen een groot netwerk vormen. De synapsen proberen daarbij betekenis te geven aan de nodes van het netwerk. Dat is conform de idee dat de relaties tussen nodes de betekenis bepalen -- of, meer nog, dat betekenis een emergent verschijnsel is, een resultante van de verbindingen.
Het Netwerk der gedachten kan, zoals gezegd, gezien worden als symbool van een neuraal netwerk van alle gedachten. De vraag is echter of de dynamische driedimensionale representatie van een neuraal netwerk inderdaad een manier is om het denken af te beelden. Soms klink het te logisch: het denken speelt zich af in de hersenen. De hersenen stellen wij ons, bij de huidige stand van de wetenschap, voor als een dynamisch netwerk van neuronen en synapsen. Het Netwerk der gedachten is niet werkelijk een representatie van genetwerkte kennis, noch een representatie van het dynamische denken. Eerder laat het zich in structuur, vorm en verschijning inspireren door het idee van een neuraal netwerk. Het laat zich inspireren door de wetenschap over hoe synapsen neuronen verbinden, door de kennis dat synapsen verschillende vertakkingen kunnen maken, en dat de verbindingen tussen neuronen niet een kwestie zijn van aan of uit, 0 of 1, maar verschillende vormen kunnen aannemen. (In de huidige vorm implementeert het Netwerk der gedachten deze idee nog rudimentair.)
In wetenschappelijke zin klopt de analogie tussen gedachte en neuron uiteraard niet. In de hersenen representeert een neuron niet een gedachte. Veel waarschijnlijker is dat gedachten zelf netwerken zijn en bestaan uit verbindingen tussen neuronen. Ze zijn dynamisch, liggen niet op een specifieke plek in de hersenen opgeslagen. Precies dat is wel weer de idee waarop het Netwerk der gedachten anticipeert wanneer het de suggestie wekt dat niet niet iedere zin representeert een gedachte of idee representeert. Het is pas dankzij de verbindingen tussen uitspraken dat een gedachte wordt gevormd. Het netwerk toont dan de structuur van gedachten. Het 'Loading thoughts' van het beginscherm verwijst dan niet naar de afzonderlijke zinnen, maar naar de emergente gedachten die de resultante zijn van de uitspraken en verbindingen.
Relevanter is de simpele constatering dat het Netwerk der gedachten geënt is op de pogingen van de neurofysiologie, hersenonderzoek en 'medical imaging' om hersenactiviteit en neuronale netwerken te visualiseren, en zo inzicht te bieden dat anders wellicht verborgen blijft. Een intrigerend voorbeeld -- en inspiratiebron voor het Netwerk der gedachten -- is het werk van het Humanconnectome project. De connectome is een de kaart van alle connecties in de hersenen en daarmee, zo is de suggestie, de representatie van de 'zelf' van een persoon). De projectomschrijving formuleert het als volgt: "A connectome is a synapse-resolution mapping of connections between all neurons in a model organism's brain. In other words, a synapse-resolution circuit diagram of the brain." Zoals al geïmpliceerd ligt de uitdaging van dat project niet alleen in het 'mappen' van alle connecties, maar ook in de visualisering daarvan, het navigeerbaar maken van de connecties, en daarmee, via een diagram, inzicht geven in het netwerk. Immers: het aantal connecties is zo enorm dat elke visualisering ervan een overzicht -- en daarmee inzicht -- onmogelijk lijkt te maken. De data is er -- maar hoe deze te visualiseren en daarmee inzichtelijk maken?
Het Netwerk der gedachten lijkt op een brainstormtool. Het oogt als software waarmee je flowcharts kunt maken, of een mindmap van ideeën en invallen. Het lijkt als twee druppels water op de netwerkrepresentaties van thesauri en catalogi, zoals de Visual Thesaurus van Thinkmap of de AquaBrowser. Het Netwerk der gedachten maakt wat dat betreft gebruik van een inmiddels bijna klassieke beeldtaal van digitale informatie- en netwerkvisualisatie.
Het verschil tussen dit werk en de wereld van de informatievisualisatie (kort: infoviz), flowchartsoftware en interfaces voor catalogi en ontsluiting van databases ligt in het doel. Mindmap- flowchart en brainstormtools volgen een resultaatgerichte logica. De aquabrowserinterface voor catalogi heeft als doel om een gebruiker als het niet direct is, dan intuïtief naar het ene juiste brokje informatie te leiden. Netwerkvisualisaties worden in de regel gemaakt in de hoop dat een specifieke visuele representatie inzicht in data zal opleveren -- liefst in één oogopslag -- die bij andere representaties van die data (lijsten bijvoorbeeld) verborgen blijven, of moeilijk lees- en afleidbaar zijn.
In de wereld van informatie- en interfaceontwerp is een zelfstandig gebied ontstaan van informatie- en netwerkvisualisaties die in praktijk functioneren als autonoom design, en soms zelfs aanschurken tegen autonome kunst. De 'taal' van netwerkvisualisatie wordt door die bloeiende praktijken steeds subtieler en verder verfijnd. Vaak maken ontwerpers die zich op dit gebied begeven zowel vrij werk als werk in opdracht, ze maken infoviz voor tijdschriften, maar oefenen ook invloed uit op wetenschappelijke visualisaties en schrijven over interactie-ontwerp en informatievisualisatie. De grens tussen kunst, design en wetenschappelijke visualisatie is fluïde.
Het gebied van de infoviz heeft een enorme boost gekregen door de uitdaging om massive data-sets te visualiseren (om inzicht te krijgen), door de overtuiging dat je door een algoritmische visualisatie van een zo groot mogelijke dataset inzichten kunt verkrijgen in bijvoorbeeld verkeersstromen en menselijk gedrag, en door het inmiddels populaire idee dat alle fenomenen een netwerkstructuur 'bezitten'.
De populariteit van het netwerk-idee is groot. Het idee valt terug te vinden in de complexity theory -- inclusief de vulgaire varianten ervan -- in de ideeën over crowdsourcing, maar ook, mij betreft interessanter en productiever, in ideeën die vanuit de sociologie en filosofie komen, zoals actor-network theory. Het gaat te ver om daar in het bestek van deze tekst op in te gaan, buiten de constatering dat een visualisering van een netwerk inmiddels de status lijkt te hebben gekregen van de best mogelijke representatie van een werkelijkheid. Dat geloof wordt helemaal sterk wanneer er de mogelijkheid bestaat tot massive data-mining (om een aspect van de werkelijkheid te vatten).
Wat de theorievorming over netwerken betreft zijn de afgelopen jaren de ideeën van wiskundige Albert-L‡szló Barab‡si doorslaggevend geweest. Uit zijn onderzoek kwam naar voren dat 'scale free netwerken', zoals het World Wide Web, zich altijd volgens dezelfde mathematische principes organiseren. In het kort komt het neer op het inzicht dat er in een netwerk altijd sprake is van een emergent patroon. Op basis van zulke principes verwacht Barab‡si dat we op grond van netwerkanalyses niet alleen gedrag kunnen beschrijven, maar ook voorspellen. Dat kan -- en wordt nu al in praktijk gebracht -- voor een fenomeen als verkeersstromen. Barab‡si meent dat het ook op een niet triviale manier mogelijk zal zijn voor sociaal en ander menselijk gedrag. In een artikel uit 2009 vat hij het nog eens bondig samen: "For decades, we tacitly assumed that the components of such complex systems as the cell, the society, or the Internet are randomly wired together. In the past decade, an avalanche of research has shown that many real networks, independent of their age, function, and scope, converge to similar architectures, a universality that allowed researchers from different disciplines to embrace network theory as a common paradigm. The decade-old discovery of scale-free networks was one of those events that had helped catalyze the emergence of network science, a new research field with its distinct set of challenges and accomplishments. disciplines to embrace network theory as a common paradigm." (in Albert-L‡szló Barab‡si, Scale-Free Networks: A Decade and Beyond).
Op dergelijke inzichten (en verwachtingen) valt wel een en ander af te dingen --Êook al functioneren ze inderdaad in praktijk voor vrij triviale zaken als het voorspellen van verkeersstromen -- belangrijk is wel de flinke populariteit van deze ideeën, zeker onder internet-intellectuelen, en dataminers. Met de aanname dat alle netwerken zich volgens eenzelfde logica organiseren, krijgt ook de idee dat alle fenomenen in de wereld te beschrijven zijn volgens een netwerkmodel, en daarmee allemaal zijn terug te voeren tot eenzelfde model, voet aan de grond. Dan is netwerktheorie helemaal ons 'common paradigm'. Een deel van de bloei van infoviz moet zeker tegen deze achtergrond van zulk netwerk-denken gezien worden, en het vormt daarmee een belangrijke culturele (eerder dan wetenschappelijke wat mij betreft!) context en achtergrond voor het Netwerk der gedachten.
'Netviz nirvana' is het ultieme doel van netwerkvisualisaties: een visualisatie die in één oogopslag een complex probleem of een complexe situatie overzichtelijk en begrijpbaar maakt. Het is een term van de invloedrijke informatieontwerper Ben Shneiderman, die er de capaciteit mee bedoelt om een in visualisatie van een complex netwerk elke verbinding en elke node te zien. Informatievisualisatie van grote datasets is, zoals gezegd niet alleen werk voor wetenschappers, statistici en infoviz-ontwerpers voor kranten, maar heeft ook een grote aantrekkingskracht op designers en kunstenaars, die niet zelden de ook het denken over infoviz bepalen. Ben Fry, informatie-ontwerper, kunstenaar en samen met Casey Reas (eerste) ontwikkelaar van Processing, onderscheidt in een artikel voor het boek Visualizing Data, zeven stadia in het proces van informatievisualisatie gebaseerd op een set data: acquire, parse, filter, mine, represent, refine en interact. De visualisaties, diagrammen en al dan niet interactieve kaarten van de huidige generatie informatieontwerpers -- een mixed crowd van kunstenaars, grafisch designers en programmeurs -- blinken meestal uit in esthetische helderheid en zijn vaak behoorlijk tot zeer subtiel. Voorbeelden zijn het werk van ontwerpers en kunstenaars die met Processing werken zoals de juist genoemde Ben Fry en Casey Reas, het werk van Martin Wattenberg en Fernando Viégas of de Nederlandse ontwerpers van Lust. In hun praktijk lopen interactieontwerp en infoviz naadloos in elkaar over. In vergelijking daarmee zijn wetenschappelijke visualisaties misschien wel correcter, en bezitten ze wellicht qua analyse een fijnere granulariteit of precisie, ze schieten op het esthetische gebied vaak tekort. Ze doen 'the job' goed, maar prikkelen de zintuigen niet en missen daardoor een dimensie die wel bijdraagt aan begrip en inzicht. Aan de andere kant is er ook de nodige infoviz dat uiteindelijk niet meer is dan eye-candy, of een zeer fraaie interface naar triviale inzichten. Vooral online zijn hiervan veel voorbeelden te vinden. Het is immers inmiddels triviaal om een geijkte analyse los te laten op een dataset en er dan een visualisatie-algoritme overheen te laten lopen. Dat op zich -- zo hebben kunstenaars inmiddels ook begrepen -- is niet interessant. Ook Googlelabs biedt de nodige snufjes om bijvoorbeeld grafieken te genereren van woordfrequentie uit de complete database van Googlebooks (de N-gram viewer). Aantrekkelijk snoep om mee te spelen, maar zonder vraagstelling en kritische insteek volstrekt oninteressant.
De populariteit van netwerkvisualiseringen, van cartografie, diagrammen en grafieken strekt zich ook uit naar gebieden die zich er in eerste instantie niet zo voor lijken te lenen, en leiden daar soms tot intrigerende nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen. Een voorbeeld is de literatuurwetenschap. Vooral geïnspireerd op het werk van de Italiaanse literatuurwetenschapper Franco Moretti is er een bloeiend literatuurwetenschappelijk onderzoek dat gebruik maakt van statistische data en netwerkvisualisaties om nieuw licht te werpen op de literatuurgeschiedenis. Zo spelen informatieontwerpers Viégas en Wattenberg met het idee dat er netwerken schuilen in romans, en dat het in beeld brengen van deze verborgen netwerken, inzicht oplevert. Hun paper voor de Netsci 2010 conferentie -- stelt: "Every text contains multiple networks. Novels hold social networks, historical documents contain complex power relations, and legal testimony is a complex web of truth and lies."
Binnen de wetenschap wordt een noodzaak gevoeld om ook de kennis van de kunst en de 'humanities' aan te boren -- niet alleen vanwege de data die daar beschikbaar zijn, maar ook om te leren van de verschillende manieren om netwerken te visualiseren. Zo stelde de zojuist aangehaalde NetSci-conferentie van 2010 het gebruik van netwerkvisualisaties in de arts & humanities centraal: "The study of networks and network visualizations complement each other, as studying the represented always presupposes the study of representation. Network science can help to explore complex structures and dynamics in areas ranging from literature, art and archaeology to music, film and image science." Vanzelfsprekend. Belangrijker is de aanname die daarop volgt: "At the same time, specialists from the arts and humanities can help to develop visualizations and other perceptualizations, using expertise that draws on a corpus of works ranging from medieval manuscripts to the latest results of modern art practice and scholarship." De wetenschap zoekt op de Netsci-conferentie uitwisseling met de kennis van visualisatie uit de kunst en cultuur. Voorbeelden die verder genoemd worden zijn: "multimodal networks of features and meta-data in art, film and literature; implicit citation and the transmission of motifs (including Aby Warburg's Mnemosyne); as well as networks of cultural exchange and trade, from the Neolithic to modern supply chains." Wat kunst en cultuur bij kunnen dragen aan de wetenschappelijke visualisaties blijkt vooral te liggen op het terrein van esthetica, van zintuigelijke waarneming en van verschillende modaliteiten van visualisering. Ook speelt de gedachte dat kunst en cultuur, juist omdat ze andere fenomenen onderzoekt dan de neurofysiologie of moleculaire biologie, en andere doelen heeft, ook andere vormen van netwerkvisualisatie gebruikt -- de manier van informatieverdeling over een pagina van een middeleeuws manuscript is daarvan een voorbeeld, net als de poging van kunstcriticus Aby Warburg om de netwerken van symbolen cross-cultureel en door de tijd heen in beeld te brengen. Tegelijk worden ook, verrassend, Processing en Cytoscape in één zin genoemd, waar Cytoscape een visualisatietool uit de celbiologie is, en Processing een programmeeromgeving is die in de computerkunst is ontwikkeld.
Het Netwerk der gedachten is wel degelijk ook geïnspireerd door de bestaande ideeën over brainstorms en bijvoorbeeld het gebruik van mindmaps en mindmapping software voor een effectief verloop daarvan. Per slot van rekening speelt binnen het project ook de wens om het werk te kunnen gebruiken voor brainstormsessies, en als hulpmiddel voor innovatief denken.
Vergeleken met de huidige infoviz valt meteen op hoe visueel beperkt de meeste mindmapping software is. De meeste mind-mapping software die de ideeën van mind-map 'uitvinder' Tony Buzan implementeert, begint met een startpunt in het centrum, en trekt van daaruit lijnen naar volgende ideeën die vervolgens vertakken. In feite is het een hiërarchische boomstructuur. De functie van mind-mappen is dan ook om het denkproces van een groep focus te geven, en Buzan definieerde een mindmap als "a central word or concept, around the central word you draw the 5 to 10 main ideas that relate to that word. You then take each of those child words and again draw the 5 to 10 main ideas that relate to each of those words." De visualisatie van het Netwerk der gedachten is vergeleken met die van mind-mapping software minder hiërarchisch, de verbindingen komen niet uit een centrum, en de structuur is dynamischer.
Wat complexer dan mind-maps zijn concept-maps -- een term van Joseph Novak, die zich baseerde op theorieën van David Ausubel over cognitie. Concept mapping is een techniek om kennis als een 'graph' af te beelden. Een concept map is een netwerk dat bestaat uit nodes (concepten) en verbindingen daartussen. De links kunnen non-, uni - en bidirectioneel zijn, en kunnen evengoed associatief zijn, als gelabeld of gespecificeerd (een verbinding kan gelabled zijn als 'tegenstelling', of 'ondersteunt' of 'mogelijk', enzovoorts). Concept-mapping worft gebruikt voor brainstorms, en is hulpmiddel voor het ontwerp van complexe structuren. Concept mapping is een manier om complexe ideeën te modelleren en communiceren, en zijn een eerste stap in de richting naar het modelleren van een ontologie. UML -- unified modelling language -- is de 'taal' die wordt gebruikt om, net als flow charts, concept maps te ontwerpen. Het idee van concept maps werd ontwikkeld in de context van leerprocessen in wetenschap. Concept maps zijn vrijer qua vorm dan mind maps, en het Netwerk der gedachten is dan ook eerder een concept map dan een mind-map.
In brainstorms zijn twee technieken spelbepalend: out of the box denken en focussen. 'Out of the box; denken is een management-uitdrukking voor creatief denken. Het is de vaardigheid om een ander perspectief in te nemen, het bekende te zien als als iets nieuws, de vaardigheid om een draai te geven aan het bestaande, het te verdraaien, omdraaien, binnenstebuitenkeren. Het zijn allemaal manieren om tot nieuwe ideeën te komen, en het zijn technieken die kunstenaars bewust of onbewust regelmatig toepassen.
Lateraal denken -- of denken van de zijkant, schuin denken - is precies zo'n manier van 'out of the box' denken. De term is van de managementfilosoof Edward de Bono, die hem in 1967 gebruikte om een indirecte en creatieve benadering van probleemoplossing te karakteriseren. Bij lateraal denken is de lijn van argumentatie niet meteen duidelijk, en de aanname is dat het zo mogelijk is om tot ideeën te komen die nooit bereikt zouden worden door lineair stap-voor-stap logisch denken. Het gaat eerder over bewegelijkheid van ideeën, en het doorbreken van vaste patronen is een belangrijke factor, net als het steeds breder trekken (in plaats van vernauwen) van de gedachtengang. Het Netwerk der gedachten probeert dergelijk 'denken van opzij' op een niet-triviale manier te benaderen en te stimuleren.
Omdat Het netwerk der gedachten een stuk oningevulder en vrijer is dan bestaande mindmapsoftware -- kan het ook een uitstekende tool zijn voor filosofie-onderwijs. Het is één van de redenen waarom de Internationale School voor Wijsbegeerte bij de ontwikkeling is betrokken. Het Netwerk der gedachten streeft immers geen versnelling van een beslissingsproces na, en is niet resultaatgericht. Het werkt eerder vertragend en verdiepend. Dat past bij een filosofie die de strategie van de vertraging van het denken gebruikt. De gedachten die in een netwerk verschijnen, worden niet hiërarchisch geordend, en hoeven niet door de gebruiker geordend te worden. Vanwege die kwaliteiten is het Netwerk bij uitstek geschikt om in te zetten als begeleiding van een vrije discussie -- kwesties kunnen letterlijk van verschillende kanten benaderd worden.
Het belangrijkst voor het Netwerk der gedachten zijn de systematische verbindingen. Zij immers vormen het netwerk, zij zijn de structuur. Deze verbindingen tussen gedachten worden door de software aangemaakt op basis van verschillende semantische analyses. In de loop van de ontwikkeling van het Netwerk der gedachten is deze analyse steeds complexer geworden. In de programmering zijn steeds meer aspecten van semantische analyse toegevoegd, worden steeds meer modules die door wetenschappelijke instituten zijn ontwikkeld, verwerkt.
Er zijn verschillende manieren waarop gedachten in het Netwerk der gedachten gekoppeld kunnen worden. Elke methode van koppeling kan ook een modus zijn om een visualisatie van het netwerk te genereren. De verschillende modi kun je dan aan of uit zetten, met als gevolg verschillende netwerken.
De eerste vorm van koppeling is een random koppeling. Dat is misschien niet de interessantste koppeling, eerder een modus die 'aan' gezet kan worden voor specifieke doeleinden. Het kan bijvoorbeeld nuttig zijn tijdens een brainstorm, wanneer het doel is om een vast denkpatroon te doorbreken.
Interessanter zijn koppelingen op basis van semantische analyse. Een eenvoudig voorbeeld daarvan is dat het systeem zoekt naar overeenkomstige woorden, en zinnen verbindt die gelijke woorden gebruikt. Wanneer dat alleen op een enkelvoudige wijze gebeurd -- waarbij de analyse alleen kijkt naar identieke woorden -- dan zal het resultaat triviaal zijn. (Nog afgezien van het feit dat het dan ook homoniemen altijd herkent als semantisch identiek, bank = bank). Daarom implementeert het Netwerk verschillende thesauri en taalanalyse modellen waardoor woorden en zinsdelen die (naar hoge waarschijnlijkheid) semantisch verwant zijn, worden herkend, en gekoppeld. Het onderzoek naar dergelijke vormen van taalanalyse is ver gevorderd, en er bestaan verschillende woordenboeken, thesauri en modules die in software geïncorporeerd kunnen worden -- precies met als doel om gelijkende of gerelateerde data te verbinden. Het principe is inmiddels gemeengoed. Iedereen kent het van de websites die automatisch 'related information' serveren.
Een derde manier om gedachten te koppelen is de implementatie van een zelflerende softwaremodule. In dat geval leert de software van eerder gemaakte verbindingen. Wanneer de software wordt gebruikt in een modus waarin de gebruiker zelf gedachten toevoegt en deze zelf aan andere kan verbinden, dan kan de software leren van de keuzes die de gebruiker uiteindelijk maakt. Zo wordt ook het automatisch genereren van verbindingen op den duur, dus naarmate het netwerk groeit, steeds 'beter'. Het implementeert dan niet alleen verbindingen op basis van een taalanalyse, maar op basis van een analyse die heeft geleerd van menselijke intelligentie en menselijk gedrag. Ook deze vorm van koppelen is gemeengoed, ruwe vormen ervan worden gebruikt in de matching engines van online winkels zoals Amazon, die enorme hoeveelheden sporen die zijn achtergelaten door klanten (en internetgebruikers) analyseert, vergelijkt en waardeert en je op basis daarvan producten aanbiedt die je waarschijnlijk interessant vindt ("Customers who bought this item also bought"). Veel fijnzinniger en fijngemaasder zijn wetenschappelijke methodes van matching, zoals die bijvoorbeeld worden toegepast in DNA-onderzoek,
Een speciale vorm van semantische analyse,die is toegepast in het Netwerk der gedachten, is er één die ordent op basis van grammaticale modaliteit: indicatief, conjunctief, of imperatief (oftewel: aantonende, aanvoegende en gebiedende wijs). Het Netwerk vertrekt vanuit de idee dat alle gedachten zijn te ordenen in één van deze drie grammaticale modaliteiten. Zinnen in de aantonende wijs beschrijven een stand van zaken (zo is het); zinnen in aanvoegende wijs beschrijven mogelijkheden (zo kan het zijn); zinnen in gebiedende wijs omschrijven noodzakelijkheden (zo moet het zijn). Er wordt geprobeerd om de semantische analyse van de gedachten zo te programmeren dat de modaliteit ervan herkend kan worden. (Als het niet lukt om een gedachte in één van deze categorieën in te delen dan wordt ze tot categorie 'onbekend' gerekend). Iedere modaliteit heeft een positieve en een negatieve staat (het is zo, het is niet zo), wat uiteindelijk resulteert in 7 mogelijke indelingen (2 x 3 modaliteiten en 1 x onbekend).
Deze modules zijn in continue ontwikkeling. Bovendien neemt de nuance ervan toe met het gebruik en de groei van het Netwerk, meer gedachten in het netwerk betekent een mogelijke verfijning en nuancering van de analyse en daarmee van de structuur van verbindingen.
Het netwerk der gedachten is een samenwerking tussen Koelink en DSM, en is -- dankzij de manier van opstelling van zowel DSM als Koelink -- een co-creatie. Vanaf het begin is er nauw samengewerkt, en in het Netwerk der gedachten komen verschillende lijnen samen: reflectie over hoe innovatie tot stand komt; de impuls om een instrument te ontwikkelen dat ingezet kan worden bij brainstormsessies. Het is een ontmoeting tussen de werelden van innovatiemanagement, productinnovatie, brainstormen, wetenschappelijke informatievisualisatie, grafisch- en interactieontwerp n (digitale) kunst, waarbij elk gebied op eigen waarde wordt geschat en steeds oprecht geïnteresseerd is in de andere gebieden. Minder abstract gezegd: zoals Arthur Simonetti van DSM oprecht geïnteresseerd is in kunst, de kunstpraktijk en het proces van concept- en idee-ontwikkeling in de kunst -- en de innovatie die daar soms uit voortvloeit; zo is Koelink oprecht geïnteresseerd in de manier waarop in het bedrijfsleven gedacht wordt over innovatie, hoe innovatietrajecten verlopen, vorm krijgen en worden gestimuleerd. Het Netwerk der gedachten verhoudt zich tot materiaal uit de kunst -- bijvoorbeeld interactieve en generatieve algoritmische kunst -- de wetenschap, inclusief filosofie -- meest verwerkt in de semantische analyse die door de software wordt uitgevoerd -- en het verwerkt inhoud uit de managementtheorie, de ideeën over mindmaps van Tony Buzan, of het lateraal denken, gepropageerd door Edward De Bono.
Sommige kunstenaars en kunstcritici vinden een serieuze uiteenzetting met managementdenken door een kunstenaar verdacht -- zolang het geen regelrecht en ondubbelzinnig kritisce uiteenzetting betreft. Het Netwerk der gedachten wil een manier zijn om te reflecteren op innovatieprocessen zoals ze in de realiteit plaatsvinden. Wil je dat doen, zoals Koelink doet, dan is het je serieus interesseren en verdiepen in concrete, reële innovatieprocessen en in hoe innovatiemanagement daarover nadenkt, hoe het in praktijk in het bedrijfsleven gestimuleerd wordt, een reëel en zinnig uitgangspunt. Wat je mogelijk mist aan zuiver artistieke afstand, win je in realisme, nabijheid, concrete toepassing en -- ik gebruik het woord voorzichtig -- engagement. Geen oppositioneel engagement, maar engagement met het bedrijfsleven vanuit een overtuiging dat daar wellicht dingen ten goede te veranderen zijn.
Ook heeft de kunst een deel van haar eigen innovaties te danken aan een nauwe samenwerking met het bedrijfsleven. Er was een tijd toen kunstenaars als Lilian Schwartz, Erkki Kurenniemi en Dick Raaijmakers, dankzij hun werk in de bedrijflabs van BELL, Nokia en Philips innovatieve artistieke ideeën konden realiseren en technologie om hun nieuwe muziek, film en beeldende kunst te maken. Bedrijven zullen niet verdwijnen, en engagement met het bedrijfsleven betekent geenszins een inkapseling door het bedrijfsleven (dat zou te paranoia zijn). Het heeft niets te maken met de gangbare kunst & bedrijfsleven koppeling, waarin kunstenaars het uiterlijk van het bedrijf mogen verfraaien. De vorm van engagement die Koelink kiest, is er een met het proces; hij is daarbij niet uit op het produceren van een kunstwerk, dat aan het einde van de samenwerking 'af' moet zijn. Het product van de samenwerking is een co-creatie -- evengoed management-instrument en software als kunstwerk.
Een fundamentele observatie over innovatieprocessen is dat het delen van kennis meer oplevert dan kennis geheim of voor jezelf houden. Innovatieprocessen gedijen beter wanneer kennis vrij gedeeld wordt. In de wetenschap is dit een gangbare gedachte -- ook al functioneren universiteiten tegenwoordig niet langer per se dankzij kennisuitwisseling, een gevolge van keiharde concurrentie tussen afdelingen en universiteiten. Het bedrijfsleven functioneert niet zelden juist op basis van geheimhouding (klassiek voorbeeld: het recept van Coca Cola), of op basis van het bezit van een patent. Het Netwerk der gedachten hoop te laten zien dat het delen van gedachten meer oplevert dan ze te beschermen.
Een verhaal apart is nog de vraag naar het eigendom van een werk als het Netwerk der gedachten. Het is een kunstwerk van de kunstenaar Michiel Koelink, een co-creatie van DSM en Michiel Koelink, met software waaraan is gewerkt door David Jonas en Xavier Asensio. De software is in principe gratis voor niet-commercieel en individueel gebruik. Voor commercieel gebruik is een licentie vereist, die afhangt van de hoeveelheid gebruikers. DSM krijgt, voor de samenwerking, een bedrijfsbrede licentie.
Het Netwerk der gedachte is een project van Michiel Koelink (concept en idee), in samenwerking met DSM (Arthur Simonetti, Stevin Treurniet). Medewerkers, partners en/of mede-ontwikkelaars zijn David Jonas Castanheira (programmering), de Internationale school voor wijsbegeerte (Rene Gudde), V2_ Instituut voor de instabiele media, (Jan Misker, Arie Altena), Javier Asensio (neurale netwerken), Piet Molenaar (Humangenetics AMC, bio-informatica) en Mike ... (advies interactie-ontwerp). Deze tekst is tot standgekomen dankzij een innovatievoucher en V2_ Instituut voor de instabiele media.
Met opzet is in dit artikel gekozen om niet veel te citeren of direct te refereren naar relevante literatuur. Hieronder volgt een overzicht van gebruikte literatuur en inspiratiebronnen. Wie zich verder wil verdiepen in deelaspecten waaraan in de tekst wordt gerefereerd, kan hier terecht. Voor het onderzoek is, naast onderstaande literatuur, een groot scala aan online bronnen geraadpleegd, van Wikipedia-artikelen en Google books tot universiteitssites, TEDx-video's, powerpointpresentaties en uiteraard een groot aantal infoviz-projecten. Ook is meerdere keren uitgebreid gesproken met Michiel Koelink en andere medewerkers aan het project.
Altena, Arie, and Lucas . Velden. The Anthology of Computer Art: Sonic Acts Xi. Amsterdam: Sonic Acts Press, 2006.
Altena, Arie. Sonic Acts Xiii - the Poetics of Space. Sonic Acts Press, 2010.
Aquabrowser. http://www.serialssolutions.com/aquabrowser/, http://zoeken.oba.nl/
Barab‡si, Albert-L‡szló. Linked: The New Science of Networks. Cambridge, Mass: Perseus Pub, 2002.
Barab‡si, Albert-L‡szló. Bursts: The Hidden Pattern Behind Everything We Do. New York, N.Y: Dutton, 2010.
Barabasi, Albert-Laszlo. "Scale-free Networks: a Decade and Beyond." Science. (2009): 412.
Also: http://www.barabasilab.com/
Bush, Vannevar. "As We May Think." 1945, http://www.theatlantic.com/magazine/archive/1969/12/as-we-may-think/3881/
Buzan, Tony. http://www.thinkbuzan.com/uk/home
Debackere, Boris. The Cinematic Experience: [21 - 24 February 2008, Amsterdam]. Amsterdam: Sonic Acts Press, 2008.
Collins, H M, and T J. Pinch. The Golem at Large: What You Should Know About Technology. Cambridge, UK: Cambridge University Press, 1998.
Connectomics. http://www.connectome.ch/about/start
Cytoscape. http://www.cytoscape.org/
DeBono, Edward: http://www.edwarddebono.com/Default.php
Edge, Serpentine, Maps for the 21st Century, http://www.edge.org/documents/Edge-Serpentine-MapsGallery/
Fry, Ben. Visualizing Data. Sebastopol, CA: O'Reilly Media, Inc, 2008.
Google's N-gram-viewer. http://ngrams.googlelabs.com
Human Connectome Project. http://www.humanconnectomeproject.org/
Johnson, Steven. Interface Culture: How New Technology Transforms the Way We Create and Communicate. San Francisco: HarperEdge, 1997.
Johnson, Steven. Emergence: The Connected Lives of Ants, Brains, Cities, and Software. New York: Scribner, 2001.
Johnson, Steven. Where Good Ideas Come from: The Natural History of Innovation. New York: Riverhead Books, 2010.
Johnson, Steven. The Ghost Map: The Story of London's Most Terrifying Epidemic-and How It Changed Science, Cities, and the Modern World. New York: Riverhead Books, 2006.
Latour, Bruno. Aramis, Or, the Love of Technology. Cambridge, Mass: Harvard University Press, 1996.
Latour, Bruno, Rokus Hofstede, and Dick Pels. De Berlijnse Sleutel En Andere Lessen Van Een Liefhebber Van Wetenschap En Techniek. Kennis, openbare mening, politiek. Amsterdam: Van Gennep, 1997.
Latour, Bruno. Pandora's Hope: Essays on the Reality of Science Studies. Cambridge, Mass: Harvard University Press, 1999.
Latour, Bruno. Reassembling the Social: An Introduction to Actor-Network-Theory. Oxford: Oxford University Press, 2005.
Moretti, Franco. Atlas of the European Novel, 1800-1900. London: Verso, 1998.
Moretti, Franco. Graphs, Maps, Trees: Abstract Models for a Literary History. London: Verso, 2005.
Maeda, John. Design by Numbers. Cambridge, Mass: MIT Press, 1999.
Maeda, John. Creative Code. New York, N.Y: Thames & Hudson, 2004.
Nelson, Ted. Computer Lib: Dream Machines. Redmond, Wash: Tempus Books of Microsoft Press, 1987.
Netsci-conference: http://artshumanities.netsci2010.net/ en http://www.netsci2010.net/. Inclusief video's en papers*.
Perer, Adam. 'Finding Beautiful Insights in the Chaos of Social Network Visualizations' p. 157 - 172 in Julie Steele, Noah Iliinsky, Looking at Data through the Eyes of Experts, 2010.
Pinch, T J, and Frank Trocco. Analog Days: The Invention and Impact of the Moog Synthesizer. Cambridge, MA: Harvard University Press, 2002.
Processing: http://www.processing.org/
Reas, Casey, Chandler McWilliams, and Jeroen Barendse. Form+code in Design, Art, and Architecture. New York: Princeton Architectural Press, 2010.
Reas, Casey: http://reas.com
Shirky, Clay. Here Comes Everybody: The Power of Organizing Without Organizations. New York: Penguin Press, 2008.
John F. Sowa, Knowledge Representation: Logical, Philosophical, and Computational Foundations, Brooks Cole Publishing Co., Pacific Grove, CA, 1999, http://www.jfsowa.com/krbook/index.htm
Shirky, Clay. Cognitive Surplus: Creativity and Generosity in a Connected Age. New York: Penguin Press, 2010.
Tufte, Edward R. The Visual Display of Quantitative Information. Cheshire, Conn. (Box 430, Cheshire 06410: Graphics Press, 1983.
Tufte, Edward R. Envisioning Information. Cheshire, Conn. (P.O. Box 430, Cheshire 06410: Graphics Press, 1990.
Tufte, Edward R. Visual Explanations: Images and Quantities, Evidence and Narrative. Cheshire, Conn: Graphics Press, 1997.
Visual Thesaurus. http://www.visualthesaurus.com/
Wattenberg, Martin: http://www.flowingmedia.com/
* Geraadpleegde papers van Netsci 2010
- Fernanda Viégas and Martin Wattenberg, Charting Hidden Networks of Words.
- Alexander Mehler, Barbara Job, Philippe Blanchard, Ulli Waltinger, Nils Diewald, Dietmar Esch, Olga Pustylnikov, and Thomas Küchelmann: Evolution of Romance Language in Written Communication: Network Analysis of Late Latin and Early Romance Corpora.
- Amadeo Cappelli, Michele Coscia, Fosca Gianotti, Dino Pedreschi, and Salvatore Rinzivillo: The Social Network of Dante's Inferno.
- Barbara Mirel: Building networks to facilitate task-switching and metacognition in complex analysis.
- Michele Graffieti, Luca Masud, Mario Porpora, Donato Ricci, and Gaia Scagnetti: Tell them anything but the truth: they will find their own. How we visualize the map of the future with respect to the audience of our story.
- Ward Shelley: Mapping the Travails of Autonomous Art
- David Crandall and Noah Snavely: Networks of Photos, Landmarks, and People
- Sara Angel: The "Mnemosyne Atlas" and the Meaning of Plate 79 in Aby Warburg's Oeuvre as a Distributed Object.
- Astrit Schmidt-Burkhardt: Net-Working with Maciunas.
- Martin Warnke and Carmen Wedemeyer: Documenting artistic networks: Anna Oppermann's Ensembles are scale free networks!
- John Bell and Jon Ippolito: The Topology of Creativity -- User Ratings As Limiting Factors in the The Pool's Social Network.
- Jane Prophet: Model Ideas: from stem cell simulation to large-scale floating art installation.
- Anna Dumitriu and Blay Whitby: Cybernetic Bacteria 2.0
Onderzoekstekst geschreven voor V2_lab en Michiel Koelink, ihkv een innovatievoucher, 2010/2011, ongeredigeerde versie.
some rights reserved
Arie Altena
index