Arie Altena
index

Aanraking en vertrouwen

Interview met Karen Lancel en Hermen Maat over Tele_Trust

 

This interview from 2009 was published on the website of V2_: v2.nl/archive/articles/aanraking-en-vertrouwen.

Op 24 november 2009 interview ik Karen Lancel en Hermen Maat op hun woonboot die dienst doet als atelier. Ik spreek met hen over het werk TELE_TRUST, waarvoor het V2_Lab de technologie ontwikkelde – in samenwerking met de kunstenaars. TELE_TRUST is een interactief werk dat bestaat uit een 'datasluier' die je als deelnemer kunt dragen, en een scherm waarop informatie wordt geprojecteerd. Het is een gelaagd werk dat niet heel gemakkelijk valt uit te leggen. TELE_TRUST gaat over vertrouwen op afstand, over de rol van oogcontact en aanraking, over de relatie tussen onszelf en het online sociaal netwerk; het speelt zich af in de openbare ruimte en refereert aan het westerse taboe op sluiers, op het zich verbergen in de openbaarheid. Maar wie de datasluier aantrekt, en deze activeert door deze via het eigen lichaam af te tasten, ervaart het werk vanzelf.

Arie Altena: Kunnen jullie uitleggen wat de verschillende elementen van TELE_TRUST zijn?

Karen Lancel: Interactieve projecten zoals wij ze maken zijn altijd zowel een beeld als een situatie: een beeld waar het publiek naar kijkt en een situatie waarin ze verkeren. Vervolgens is er een interactieve ervaring die zich alleen persoonlijk omschrijven laat, maar waar je als kunstenaar wel op aanstuurt, en waarover je regie voert. Het beeld is de buitenste schil. Je ziet in een ruimte waarin ook mensen zijn een paar elementen die met elkaar te maken hebben. Het is nooit een installatie zonder mensen. Je ziet een projectiescherm en een sluier. Het scherm is liefst een 'urban screen' in de publieke ruimte. Ook als je nog niet weet wat voor sluier het is, zie je dat de sluier en het scherm een connectie hebben. Op het scherm zie je een gezicht dat naar de sluier kijkt, en je ziet dat de sluier gericht staat naar het scherm. De ogen in de sluier zijn niet zichtbaar, terwijl op het scherm de blik wel zichtbaar is, maar de ogen niet kunnen zien. Ze houden elkaar gevangen in een gescheiden zintuiglijke ervaring. Het kijken wordt gedeconstrueerd, uit elkaar getrokken. Daardoor worden alle gedachtes en aannames die je hebt over kijken en wat een blik doet, en hoe je elkaar kunt vertrouwen door elkaars blik te zien, op losse schroeven gezet. Als je dichterbij komt, kun je twee dingen doen: je kunt er naar blijven kijken of  je kunt de sluier in. Tussen de mensen die toekijken loopt iemand die korte interviews afneemt, en de vraag stelt: "Moet je elkaar in de ogen kijken, om elkaar te vertrouwen?" Het zijn interviews van 1 minuut, of van 15 seconden, het gaat om de directe reactie. Het is vooral de manier waarop mensen reageren die interessant is, soms vanuit het intellect, maar vaak ook heel erg vanuit een onderbuikgevoel. Mensen blijven zoeken naar antwoorden op vragen waar eigenlijk geen antwoord op is.

Hermen Maat: Als je besluit deel te nemen, dus in de sluier te gaan, wordt er een portretfoto van je gemaakt, pas daarna gaat de kap van de sluier over je hoofd. Als je jezelf aanraakt onder de sluier dan hoor je andere uitspraken en zie je portretten van andere mensen.

KL: Het werk gaat over vertrouwen, vertrouwen wanneer je elkaar niet kunt zien of aanraken, zoals met contact via de mobiele telefoon of in een chat. Als je een grote zakendeal wil sluiten met iemand in China, en je hebt alleen contact via telecommunicatie, hoe vertrouw je elkaar dan? Heb je het nodig om elkaar in de ogen te kunnen kijken of toch even aan te kunnen raken? Dat blijkt wel het geval te zijn. Het is tenminste de uitkomst van allerlei wetenschappelijk studies. Wij doen in TELE_TRUST eigenlijk een heel raar voorstel: kun je een ander gaan vertrouwen door, in plaats van de ander aan te raken, je eigen lichaam aan te raken? Dat is het rare voorstel. Als je jezelf dan aanraakt in TELE_TRUST, dan hoor je de stem van de ander. De stemmen zijn allemaal aanwezig door de aanraking. De feedback op de aanraking van jezelf, van het voelen van de warmte en vertrouwdheid van je eigen lichaam, is dat je de ander ziet en hoort.

AA: Hoop  je dat mensen zich bewust worden van de betekenis van de aanraking voor het vertrouwen?

KL: Niet per se. TELE_TRUST is een instrument om te bespelen, om mee te onderzoeken, te reflecteren, uit te wisselen, en, goed, ook wel om de deelnemer bewust te maken. Daar zeg ik dan meteen bij: op een manier die alleen in de kunst mogelijk is. Het werk van de Braziliaanse kunstenares Lygia Clark is voor ons heel belangrijk als inspiratiebron. Zij was tamelijk succesvol in de jaren zestig, maar in de jaren zeventig ging haar werk steeds meer over wederkerigheid en toen is ze wat in de vergetelheid geraakt. Men vond haar werk te therapeutisch worden. Juist dat oeuvre staat nu erg in de belangstelling. Ons werk gaat ook over het verband tussen wederkerigheid en vertrouwen; of je iemand kunt vertrouwen, dat kun je voelen. Op het moment dat je iemand aanraakt, voel je of je dat kon doen of niet, en op dat moment weet je ook of je iemand gaat vertrouwen of niet. Dat is een menselijke kwaliteit. Wat is dan wederkerigheid via het Internet, en wat als je je eigen lichaam inzet als anker voor die wederkerigheid?

HM: Het ervaren van het online netwerk blijft altijd een vreemdsoortige abstractie. Wij stellen de vraag wat er gebeurt op het moment dat je het ervaren van een immaterieel netwerk fysiek herleidt tot het aanraken van je eigen lichaam. Maak je dan een koppeling? Kun je het netwerk ervaren en voelen? Het moeilijke van het begrijpen of ervaren van het netwerk is dat het een abstractie is. Terwijl je je wel geamputeerd voelt als je mobiele telefoon ineens afgesloten is. Hoe kan het dat je je wel geamputeerd voelt, terwijl het ervaren van het netwerk iets heel abstracts blijft? Dat is een deel van ons onderzoek.

AA: Daarvoor hebben jullie de elektronica die in de sluier zit, ontwikkelt?

HM: Ja, om het netwerk fysiek ervaarbaar te maken.

KL: Je voelt de sensoren die in de stof zijn verwerkt niet. Je voelt wel dat er ergens iets op de sluier is geborduurd, maar dat zit op veel meer plekken dan alleen waar de sensoren zitten. Het  uitgangspunt was dat er niet iets voelbaar technologisch zou zitten tussen jou en het werk. We hebben al eerder een serie wearables gemaakt, daarbij vonden we het steeds een beperking dat je niet direct je lichaam kon aanraken, er zat altijd iets technologisch tussenin. De technologie mag best zichtbaar zijn, maar je handen mogen het niet voelen. De handen moeten gewoon de huid en de weerstand van het lichaam voelen. Dan kun je het lichaam introduceren als plek waar zich verhalen afspelen. Als je jezelf aanraakt krijg je het verhaal van iemand anders te horen. Het lichaam draagt herinneringen met zich mee. TELE_TRUST maakt een koppeling met dat bewustzijn van het lichaam. Het lichaam heeft voortdurend verwachtingen, schrikreacties, heeft een geheugen, littekens. We kennen ons eigen lichaam als een plek waar zich iets afspeelt, ook al kunnen we het niet altijd benoemen. Dat buiten we uit.

AA: Hoe zit het technisch in elkaar, wat voor sensoren zitten er in de sluier?

HM: We hebben met conductive thread gewerkt, daarmee hebben we aanraakvlakken geborduurd, het zijn zones die je met je hand kan verbinden. De zones zijn aangesloten op een klein moederboardje met wifi en een UMTS-poortje, een gumstix, dat achter op de sluier zit.

AA: Je verbindt een circuit met je handen – het vocht op je handen geleid de elektriciteit – en als het circuit wordt verbonden gaan er data naar de gumstix die weer verstuurd kunnen worden naar de server?

HM: Op de server worden de portretten en teksten met elkaar gekoppeld.

AA: Elke keer als je een circuit sluit wordt er een andere koppeling gemaakt?

KL: Precies. En net zoals in het digitale netwerk weet je ook hier niet zeker met wie je praat, en wat er volgt.

HM:  Tijdens de performance zie je op het scherm een familie van portretten die gekoppeld zijn aan de uitspraken over vertrouwen. Er is dus wel zichtbaar van wie je een andere quote hoort. Er komt wel steeds een nieuwe naam in beeld.

KL: Het is een intieme interface. Het is geen interface met een overzichtelijk knoppenschema, waarbij je steeds weet wat je kunt verwachten als je op een knop drukt. Hier gaat het over zoeken, en ontmoeten. We zijn al jarenlang op zoek naar de juiste fijngevoelige afstemming van interactie. Mensen moeten wel blijven zoeken, en zich voldoende getriggerd voelen door de feedback om door te gaan.

HM: Heel belangrijk daarbij is dat je een hoofdtelefoon op hebt en audiofeedback krijgt. Dat geeft een intiem gevoel. Je ziet de tekst in beeld, maar je hoort hem ook.

KL: We herschrijven alle tekst van de korte interviews zodat ze beginnen met woorden als "dus", "waarom" en "want", zodat het lijkt dat alle quotes samen één verhaal vertellen dat met elkaar is verbonden. Samen vormen ze één grote, samenhangende logica over vertrouwen.

AA: Zijn al die quotes verzameld tijdens publieke performances?

KL: We hebben wel eerst andere dingen geprobeerd, maar uiteindelijk hebben we de publieke ruimte opgezocht. We zijn middenin de drukke Kalverstraat in Amsterdam mensen vragen gaan stellen over vertrouwen. De stemmen van die mensen zitten in het werk. Daarmee pakken we ook meteen het geluid van de sociale ruimte mee, je krijgt stemmen die zeggen "ja, ik vertrouw jou helemaal niet want..." Als je al die quotes oproept door je eigen lichaam aan te raken in TELE_TRUST, wordt je eigen lichaam ineens een publiek lichaam. Binnen en buiten lopen helemaal door elkaar. Het gaat ons om dat effect. In de datasluier hoor je al die uitspraken, maar je hoort ook het geluid van de openbare ruimte – er wordt in het geluid een brug gemaakt tussen beide.

AA: Dat is de ervaring van degene in de sluier. De rest van het publiek kijkt er naar?

HM: Ja, die zien alleen dat er iets op het scherm verandert, doordat de persoon in de sluier zichzelf aanraakt.

KL: Je ziet iets wat je normaal gesproken nooit ziet: iemand verschuilt zich eerst publiekelijk door zich in een sluier te hullen – iets wat mensen blijkt te fascineren – en vervolgens zien ze die persoon zichzelf aanraken. Minutenlang vaak, in een trance. Daar blijf je naar kijken.

AA: Je wordt dus in de sluier heel erg 'gestaged'?

HM: Zeker.

KL: Omdat de deelnemer in de sluier zit is hij of zij zich daar niet heel erg van bewust. Als wij elkaar aankijken, ga ik mezelf niet staan strelen. Daar heb je onzichtbaarheid voor nodig. Onder de sluier valt de gêne weg.

AA: Veel van de thema's waar TELE_TRUST aan raakt hebben direct te maken met de huidige discussie over privé en publiek. Ik denk aan de eis van transparantie, aan hoe verbonden technologische en maatschappelijke ontwikkelingen afdwingen dat we gegevens over onszelf beschikbaar maken, of evengoed hoe gemakkelijk mensen zaken die vroeger als privé golden vrijwillig online publiceren. Is jullie werk een reactie op die discussie?

KL: Het is onderdeel van een aantal ontwikkelingen die nu plaatsvinden. Zoals het feit dat je onderdeel bent van een digitaal sociaal netwerk en dat het netwerk weer onderdeel is van jou. Het feit dat je leven steeds meer verwoven is geraakt met het netwerk.

AA: Denk je dat dat echt anders is als vroeger?

KL: Dat denk ik zeker. Het is eigenlijk heel vervreemdend dat ik heel veel mensen over de hele wereld 'ken' die ik nog nooit ontmoet heb, of maar één keer, waarmee ik misschien een paar keer heb ge-emaild. Als ik door de stad loop, of als ik aan het werk ben, dan zijn die mensen wel op één of andere manier aanwezig. Het is heel anders dan wanneer ik weet dat mijn vrienden een paar honderd meter verderop wonen, dat ik naar ze toe kan gaan en daar aanwezig kan zijn. Het idee van de voortdurende online beschikbaarheid van mensen met wie ik verbonden ben in het digitale netwerk, dat kenden we vroeger niet.

AA: Maar sinds we brieven schrijven, hebben mensen toch intensieve relaties op afstand gehad. Alle schrijvers en filosofen die contact met elkaar hielden per brief hadden ook het gevoel dat ze heel dicht bij iemand stonden. Wat is er dan nu anders?

KL:  In bijvoorbeeld de achttiende eeuw waren dat speciale verhoudingen, nu heb je zo'n contact op afstand met misschien wel meer dan de helft van de mensen die belangrijk voor je zijn. Het lichaam is steeds minder van belang geworden in de communicatie. Leven met spoken, dat is echt iets wat mensen blijken te kunnen, contacten op afstand onderhouden, leven met mensen die je niet ziet; het gevoel dat je met mensen aan tafel zit die er niet fysiek zijn, maar die toch echt aanwezig zijn voor je. Het lichaamsloos bestaan is voor ons zeker een aanleiding geweest voor dit werk – hoe ervaar je je lichaam ineen tijd waarin contact veelal op afstand plaatsvindt? De kern van de sociale situatie waarin we ons bevinden is mooi verwoord door Paul Virilio: wij zijn geobsedeerd door de voortdurende verwachting van het onverwachte, de voortdurende mogelijkheid dat er iemand is. Daarin zitten we vast. Het is heel gewoon geworden, die continue verwachting van het onverwachte. Wat mij dan fascineert is hoe je dat combineert met de behoefte aan vertrouwen. Niet omdat die verwachting fout zou zijn, maar omdat het de vraag is hoe we nu met vertrouwen omgaan. We hebben met dit werk geprobeerd om een vorm te vinden om dat te onderzoeken. Je zit in de sluier met de voortdurende verwachting: wie komt er nu weer in beeld en wat gaat die nu weer zeggen. Daarmee ben je verbonden, je kunt er niet zomaar uitstappen omdat het verbonden is met je eigen vertrouwde lichaam. 

HM: Voor mij gaat het wel degelijk ook om het feit dat de grens tussen wie je zelf bent en de data die er over je is opgeslagen in het netwerk heel vloeibaar is geworden. Heel veel sporen die je online hebt achtergelaten, heb je achtergelaten omdat het nou eenmaal even zo uitkwam. Het was gewoon makkelijk om het zo te doen. Wij verleiden de mensen ook om de datasluier in te gaan, we maken dan een foto van ze en die blijft er voor altijd in zitten. Dat is een vergelijkbare manipulatie. Het is moeilijk om de confrontatie met dit soort kwesties aan te gaan. Het gebeurt namelijk allemaal zo vanzelfsprekend. 

KL: Het is een verleiding zoals die de hele tijd plaatsvindt in een surveillance-maatschappij. De verleiding is bijvoorbeeld om met heel veel mensen de hele tijd contact te hebben. Veel mensen vinden dat heel fijn – denk aan Facebook. In ruil daarvoor laat je allerlei gegevens over jezelf achter. 

HM: Tegelijk haken we in op het cultureel taboe op sluiers in de westerse samenleving. Maar er is ook een taboe op überhaupt ontraceerbaar zijn. Met TELE_TRUST maken wij ons eigen autonome, traceerbare controlenetwerk. We registreren, slaan op, maar we tonen het wel meteen.

AA: De deelnemers hebben zelf agency?

KL: Ja, maar alleen door onzichtbaar te worden onder de sluier. Wij vinden het leuk dat het werk zo compleet paradoxaal is. Het verwijst natuurlijk naar burka's, maar evengoed naar de monnikspij, en het is heel prettige stof, 98% wol en 2% elastaan – het is heel iets elastisch. Het is fijne stof om aan te raken. Daarom wil je het ook aanraken.

HM: Het is dezelfde stof die voor de krijtstreeppakken van een zakenman wordt gemaakt – ook een uniform dat de individualiteit verbergt. De kap verwijst trouwens evengoed naar Darth Vader.

AA: Ik was nog geïnteresseerd naar de technologische ontwikkeling van TELE_TRUST. Jullie zijn er al lang mee bezig.

HM: We hoopten eerst dat we sensoren zouden kunnen ontwikkelen die met een magnetisch veld werken, waardoor je iets kunt triggeren als je het magnetisch veld verstoord. Het idee was om dat met Metallic Organza te maken. Dan kun je echt werken met handen die de huid aftasten. 

KL: We zijn daar vrij lang mee bezig geweest, maar het was veel te gevoelig. We zouden een enorme sluier moeten maken om een magnetische veld te creëren dat je goed zou kunnen gebruiken. De sluier werd dan meer een tent, en dan kun je ineens niet meer op de huid werken. Dat wilden we niet. Daarom zijn we uitgekomen bij de conductive thread, en eigenlijk zijn we daar heel blij mee. Het blijkt eigenlijk veel beter te passen bij wat we doen. De sluier is wel heel gevoelig voor vocht – het is immers het vocht in je handen dat de stroom geleid. Tijdens een van de tests in de buitenlucht was het nogal klam, vochtig weer, toen sloeg de hele sluier op tilt. Het duurde even voor we door hadden dat de sluier niet kapot was, maar dat er een mistfilm over de wol was komen te liggen; het weer alle circuits had geactiveerd. Sindsdien zorgen we er wel altijd voor dat er bij de performances een heater is, en we hebben nu ook een soort hooikist met een elektrische deken om de sluier in op te bergen. We willen heel graag verder met de ontwikkeling van intieme interfaces, omdat ze een heel eigen en specifieke vorm bieden voor de toekomstige omgang met telecommunicatie, met eigen kwaliteiten.

AA: Wat zijn tot nu toe de reactie van mensen die in datasluier zijn geweest?

KL: We hebben nog niet zo heel veel performances gedaan. Tot nu toe zijn we vooral heel verbaasd dat mensen in de rij staan om de sluier aan te trekken. We waren bang dat mensen er niet in zouden willen. Tijdens presentaties in de Waag en bij de VU stonden ze in de rij.

HM: Er zijn wel mensen, vooral bij de performance in Amersfoort, die zeggen dat ze het eng vinden. Die gaan er ook niet in. 

KL: We maken er wel echt een ritueel van. Mensen worden begeleid, er wordt een sfeer omheen gecreëerd. Het wordt niet echt theater, maar er is wel regie en veel toewijding van de mensen die er bij zijn. Als mensen in de sluier gaan, maken ze echt iets mee. Ze dalen af in zichzelf. Ze worden ook niet meer afgeleid, ze zien niets om zich heen. Het is heel rustig onder de sluier, je krijgt eigenlijk heel weinig indrukken. Je hoeft niet de hele tijd te schakelen tussen de verschillende zintuigelijke prikkels. Er zijn mensen die eruit komen en zeggen dat ze het eigenlijk wel fijn vinden onder de sluier. Ze gaan zich heel erg concentreren. Soms komen mensen er heel ontroerd uit. Dat is heel mooi, dat je zo ontroering gestalte kunt geven.

HM: In een eerder stadium dachten we dat degene die onder de sluier zat ook de rol van interviewer zou moeten spelen. Maar die rollen hebben we gesplitst. Nu kun je je in de sluier helemaal concentreren op de ervaring die je daar meemaakt. Als je met de sluier de publieke ruimte in gaat, stuurt de sluier wel GPS data uit, zodat achteraf het spoor door de stad gevolgd kan worden, maar daar hoef je als deelnemer niets voor te doen. Tijdens de performances in Amersfoort merken we dat het netwerkscherm, waarop de portretten en de uitspraken worden geprojecteerd, ook onafhankelijk van de performance goed werkt. Mensen gaan er toch naar kijken, en lezen de teksten. De database met portretten en uitspraken is permanent op de website te bekijken. Ik ben wel blij dat het TELE_TRUST in de verschillende verschijningsvormen blijkt te werken. We hebben wel alles op de performance en het onderzoek van die ervaring gericht, maar we hebben dit keer ook nadrukkelijk aangestuurd op het spoor dat je achterlaat op de website. Je hoeft als bezoeker van de website niet per se alle informatie te hebben over hoe dat spoor exact tot stand is gekomen om te begrijpen waar de portretten en de uitspraken over gaan.

KL: We wilden dit werk ook zo maken dat we het op verschillende manieren zouden kunnen laten zien. Dat het niet één ding is, maar dat je het voor elke situatie weer anders kunt inzetten. Dat is enorm fijn. We kunnen met dit werk ook infiltreren in een situatie, een publieke ruimte.

some rights reserved
Arie Altena
index