Arie Altena
index

Dia-Exit

Interview met Steven Jouwersma

Arie Altena

 

Dit interview uit 2007 werd gepubliceerd op de website van V2_: v2.nl/archive/articles/interview-met-steven-jouwersma.

Ik spreek de in Groningen wonende kunstenaar Steven Jouwersma op donderdagmiddag 30 augustus 2007 als hij druk bezig is met het bouwen van zijn installatie Dia-Exit op de begane grond van het V2_-gebouw.

Arie Altena: Kun je uitleggen wat je precies aan het bouwen bent?

Steven Jouwersma: Eigenlijk bouw ik dezelfde installatie die ik eerder heb laten zien in het Tschumipaviljoen in Groningen. Het principe is gelijk, maar omdat de locatie een heel andere is, zijn er toch wel wat verschillen. Ik heb dia's verzameld door het ruilen van appeltaarten. Ik zette advertenties waarin ik vertelde op zoek te zijn naar oude dia's, in ruil voor een appeltaart. Zo heb ik in een jaar tijd ongeveer 40.000 dia's verzameld. Ik heb in de loop van de tijd allerlei ideeën bedacht om iets met die dia's te doen. Uiteindelijk heb ik besloten om ze te vernietigen omdat ook ik geen tijd heb om ze allemaal te bekijken en geen plek om ze op te slaan. Ik heb er wel een paar uitgehaald die ik echt niet kwijt wil, maar de rest gaat weg. Ze worden vernietigd door de bezoeker van Dia-Exit die een voor een door de dia's heenklikt en ze daardoor vernietigd.

Voor de versie in het Tschumipaviljoen, een glazen kubus op een kruispunt in Groningen, heb ik een systeem van elektronische timers gebouwd, met een diaprojector en een soort glijbaan vol dia's. Buiten stond een grote rode knop, als je daar op drukte kreeg je de volgende dia te zien en werd de vorige vernietigd. Dat apparaat werkte wel, alleen liep het nogal eens vast. Dat heb je nou eenmaal met dia-projectoren. Een opzuigsysteem leidde de dia's naar hun vernietiging. Ik had een professionele shredder van het leger kunnen overkopen, zo een waarmee ze archiefmateriaal vernietigen, en daar belandde de dia in. Aan het einde lag er in het Tschumipaviljoen een hele berg dia-gruis. Er zijn daar in totaal ongeveer 7.000 dia's vernietigd.

Wat ik in V2_ bouw volgt hetzelfde principe, maar ik gebruik geen dia-projectoren meer. Wel jammer, maar het levert gewoon te veel problemen op. Ik heb gekozen voor een viewer, een soort bakje waarin van boven een stapel dia's wordt gelegd. Er gaat er steeds maar een in en als die in de viewer schuift, drukt deze de vorige eruit. Het wordt van boven gefilmd met een camera en dat beeld wordt groot op de muur geprojecteerd. De dia wordt daarna opgezogen, dat is nu niet echt meer nodig, maar ik vind het wel mooi om te zien hoe zo'n dia door een transparante buis naar boven fladdert. Even wordt alle aandacht er op gevestigd. Dat is ook een bevestiging voor de bezoeker dat het echt gebeurt. Je ziet een kartonnetje voorbijfladderen, op weg naar vernietiging, en daarop staat het plaatje dat je juist nog zag en dat niemand ooit nog zal zien.

Het diagruis was in het Tschumipaviljoen niet goed zichtbaar. Jammer want het is erg mooi, er zitten namelijk allemaal van die kleine stukjes film in. Daarom bouw ik nu een grote lichttafel van twee bij drie meter waar de hele installatie op staat en waar de bezoeker op moet stappen als hij een volgende dia wil zien. Het fungeert een beetje als een schavot. Het staat midden in de ruimte, je wordt uitgelicht als je erop staat. De kapotte dia's belanden op de lichtbak. Als je met je hand door dat gruis heen gaat dan zie je allemaal kleurtjes liggen. De informatie van al die losse dia's wordt samengevat in dat gruis. Je weet dat alle informatie van de dia's plaatjes in het gruis aanwezig is, maar het is een geheel geworden. Dat vind ik veel rustgevender om naar te kijken. Je hoeft niet te kiezen naar welke dia je wilt kijken. Alle informatie is er in principe nog, maar omdat het zoveel kleuren bij elkaar zijn wordt het grijs. Net zoals wanneer je alle geluidsfrequenties mixt ook ruis krijgt.

AA: Is dat jouw idee over al die dia's die je thuis hebt liggen? Dat het in feite een bak ruis is?

SJ: Als je 40.000 dia's heb, dan heb je misschien niet alles van de wereld, maar wel heel veel. Als je alles in een dia zou plakken, of als je alle dia's over elkaar heen zou projecteren, dan kom je waarschijnlijk op een soort grijze massa uit, met een licht oranje tintje omdat de dia's allemaal oud zijn. Het gruis dat op de grond ligt doet ook denken aan televisieruis, omdat de diaraampjes wit, grijs of zwart zijn. Ik vind het prettig om op zo'n manier over de dia's te denken, dat is een stuk rustgevender dan dia's ingedeeld in categorieën, van jaartallen en labels voorzien, waar je dan doorheen moet zoeken om dat ene plaatje te vinden. Ik ben alweer bezig om plannen te maken voor het gruis, bijvoorbeeld om het in een plexiglas kubus te gieten. Dat is vrij duur. Ik ben een prototype aan het maken om te zien hoe dat werkt: een blok gruis.

AA: Wat me opvalt aan Dia-Exit is dat het een heel theatrale installatie is. Je licht het uit, het is een schavot. En je werkt ook met geluid. Hoe zit dat?

SJ: Er zitten heel kleine condensator-microfoontjes in de shredder. Ik gebruik software om alles aan te sturen -- in plaats van elektronische timers zoals in het Tschumipaviljoen. Het is wat ge-upgraded. Omdat ik een camera en een beamer gebruik kan ik ook beeld gaan mixen. Het kan zijn dat het beeld even verdwijnt als de dia wordt weggedrukt door de volgende. Maar dat is allemaal finetunen, dat moet ik nog uitproberen. Ik ben ook van plan om een knop te maken die, als je hem ingedrukt houdt, bovenin het beeld statistieken toont, hoeveel dia's er in totaal vernietigd zijn bijvoorbeeld. Omdat er dus software tussenzit, kan ik ook het geluid bewerken. Misschien voeg ik wat delay toe, zodat het allemaal net even wat meer knettert. Het geluid van de shredder zelf heb ik eigenlijk helemaal niet nodig, ik wil juist het hoogfrequentie-geluid van de dia's laten horen. Maar goed, dat zijn allemaal dingen om het nog net iets toffer te maken.

AA: Je zou natuurlijk ook een programmaatje kunnen schrijven die op het moment dat de camera de te vernietigen dia filmt, deze captured en archiveert. Ik weet zeker dat je zoiets in je is opgekomen, en dat je meteen dacht: "dat is helemaal fout".

SJ: Ja, dat mag natuurlijk absoluut niet. De basis van de installatie is dat een dia negatief en origineel tegelijk is. Een foto verscheuren is heel theatraal, maar het is een cliche dat op mij niet zo'n impact heeft -- het negatief is er immers nog. Als je een dia vernietigt ben je het beeld echt kwijt, onmiddellijk. Maar nee, ik ga ze niet digitaliseren. Ik wil er ook vanaf.

AA: Ik ben benieuwd wat je precies doet met de software die er tussenin zit. Dat gaat dan om timing-mechanismes?

SJ: Inderdaad. Je schuift de dia door, de vorige dia valt door een lichtsluisje, die triggert de blowers die de dia's door buis omhoog jagen. Er gaat een spot aan, het geluid moet op dat moment uitversterkt worden, en eventueel kan ik op dat moment in het beeld een bericht laten oppoppen. Dan is er ook nog de shredder die aangaat. Het mooiste is als dat het een vloeiende lijn wordt. Dat is timing, en die kun je makkelijker controleren met een computer, dan kun je ook alles vanaf een plek instellen. Bij de vorige versie had ik een hele plank met elektronische timers en dan moest ik met een schroevendraaier al die potmetertjes bijstellen. Dat werkte ook wel goed, maar met software gaat dat beter. In de vorige installatie had ik overigens een vertraging ingebouwd waardoor je niet ongelimiteerd door kon gaan met het vernietigen van dia's. Die is er nu niet meer, je kunt gewoon de ene na de andere in de viewer schuiven. Het wordt een soort zappen. Ik heb nu zoveel dia's, dat durf ik wel aan. Maar eigenlijk doe ik weinig met software. Het is gewoon makkelijk.

AA: Jij maakt heel fysieke installaties, maar je kunt zien dat ze stuk kunnen, ze zijn duidelijk 'zelfgebouwd'. Is dat met opzet, of komt het voort uit je werkwijze? Je zou ze ook een heel slicke diavernietiger kunnen bouwen.

SJ: Meestal zijn mijn installaties net af voor de opening. Er is meestal geen tijd om het netter af te werken of slicker te maken. Ik heb van tevoren natuurlijk een voorstelling van hoe het er uit moet zien, en als ik eerlijk ben moet ik toegeven dat het soms toch iets rommeliger wordt dan voorzien. Maar ik vind dat niet erg. Wat ik bouw is nou eenmaal wel eens schots en scheef. Het komt ook voort uit het materiaal, dat zich leent om te prutsen. Ik probeer van alles uit terwijl ik bouw. Dat is mijn werkwijze. Ik kan er niet van wakker liggen als het daardoor net iets meer van stukjes aan elkaar hangt. Ik hoor ook vaak dat mensen dat juist waarderen. De leesbaarheid die in analoge media zit, zit ook in de manier waarop ik een installatie neerzet. Dat wil ik graag zo houden. Ik probeer het zo helder mogelijk te maken. Ik wil niet dat mensen 'niet snappen' wat er gebeurt omdat er technologie gebruikt wordt.

AA: Je kunt aan jouw installaties aflezen dat technologie iets is om zelf mee te knutselen. Bij oude elektronica is dat heel zichtbaar, in de digitale media zit dat vaak wat meer opgesloten in een kastje, of verborgen achter een interface.

SJ: Ja, een bal die naar beneden rolt, dat snapt iedereen, maar kennis over hoe software functioneert is minder wijd verbreid. Ik begin het prutsen met software echt te waarderen. Wat ik in MAX/MSP bouw is een zootje, maar het werkt wel. Je kan heel strakke patches maken met mooie knopjes in de interface, bij mij is het altijd een dicht spinnenweb waarvan ik blij ben dat het werkt. Software is om mee te rommelen.

AA: Eerder deze zomer heb je een installatie met elektronische orgels gebouwd, Borgeltron. Kun je daar nog wat over vertellen?

SJ: Dat is een installatie met elektronische orgels, die ook weer zijn verzameld door ze te ruilen tegen een appeltaart. Voor Borgeltron heb ik ook het ophaalproces gefilmd. Toen ik de dia's verzamelde besefte ik nog niet zo hoe belangrijk het sociale aspect van de uitwisseling was. Ik heb een documentaire van 40 minuten gemaakt waarin je ziet dat ik bij mensen thuiskom, en dat ik een elektronisch orgel krijg in ruil voor een appeltaart. Met de verzamelde negen orgels heb ik een installatie gemaakt, ik heb ze in een cirkel gezet. Ik wilde dat ze weer gingen spelen, op een soort generatieve manier, nadat ze vaak jaren ongebruikt in een hoek of op zolder hebben gestaan. Dat doen ze door een bal naar elkaar over te spelen. Voor elk orgel zit een sensor en een plank, die met een ruitenwissermotor aan het orgel vastzit. Als de bal voor het orgel terechtkomt, en de sensor triggert, geeft het orgel met die plank de bal een schop en begint meteen te spelen. De orgels spelen elkaar de bal over en blijven dus geluid maken. De sensor wordt ook uitgelezen door een MAX/MSP-patch, die een signaal naar het orgel stuurt om een bepaalde tijd te spelen. Soms viel de bal stil, op dat moment stuurde de computer een signaal naar de orgels om random te gaan spelen. Er is nog veel meer mogelijk met die opzet. Ik wil dat wel verder uit gaan breiden en dan moet ik verder in de software duiken. Het mooie van software is bijvoorbeeld dat je allerlei statistiekjes kunt gaan bijhouden, over het traject van de bal bijvoorbeeld. Je kunt dan composities genereren op basis van die statistiekjes. En dan kun je weer gaan analyseren voor welke volgorde, tonen of compositie de installatie een voorkeur heeft. Dat kun je weer publiceren op de Borgeltron-site. Ik breng het misschien wat jolig, maar zo kun je wel composities verfijnen. Daar ben ik bij Borgeltron nog niet echt aan toegekomen.

AA: Waarom eigenlijk een appeltaart als ruil, want het zijn altijd appeltaarten?

SJ: Never change a winning team. De eerste keer dat ik een familie aan de telefoon had over het ophalen van oude dia's, kwam mijn tegenprestatie ter sprake. Ik opperde dat ik wel iets zou kunnen bakken, want ja, geld, dat is ook zoiets ... Geld wilden ze er ook niet voor, maar een appeltaart, dat vonden ze wel lekker. Ik woonde toen op De Fruitberg, een oude camping met een boomgaard vol zure appels. De appels had ik dus al. Ik woon er nu niet meer, maar een zelfgebakken appeltaart vind ik nog steeds het beste. Een mooi zelfgebakken ding.

AA: Je bent begonnen met het verzamelen van 8mm-film, toen kwamen de dia's, en daarna realiseerde je je dat het ruilproces, de sociale uitwisseling een belangrijk aspect is. Nu zitten we bij de vernietiging van de dia's. Het lijkt wel alsof je een traject aflegt in je werk.

SJ: Als het een traject is, dan is de vernietiging eigenlijk een stapje terug in de tijd. Ik was oorspronkelijk van plan om in Rotterdam een documentaire te maken over de uitwisseling van dia's tegen appeltaart, maar de tijd wordt nu wel erg kort. Ik heb wel advertenties geplaatst, maar het loopt nog geen storm. De 40.000 dia's heb ik ook over langere tijd verzameld, zo nu en dan haal je dan via Marktplaats een dikke vis binnen. Ik heb al wel wat beeld voor zo'n documentaire, maar ik wil het niet ophangen aan twee personen, het moeten er wel meer dan vijf zijn. Bij de orgels was het trouwens echt noodzakelijk om de transactie te documenteren, alleen zo kon het ik persoonlijk maken. Dia's hebben al iets persoonlijks, het zijn meest gewoon vakantie- en familie-kiekjes, je ziet mensen vragend naar de camera kijken. Elektronische orgels hebben dat niet.

AA: Vind je eigenlijk dat we te veel bewaren?

SJ: Nee. Ik vind dat ik zelf te veel bewaar. De stap om iets weg te gooien is voor mij, net als voor veel anderen, heel groot. Je hebt wel mensen die in een zo goed als leeg, mooi ingericht huis wonen, maar ik denk dat de meeste mensen de neiging hebben meer te bewaren dan ze nodig hebben. Van dia's kan ik me goed voorstellen dat je ze wilt bewaren. Ik kan me ook voorstellen dat je ze weggooit. Het probleem is niet dat we te veel bewaren, we leggen te veel vast, zeker nu met de digitale camera's.

AA: Jouw installatie kun je heel goed opvatten als een commentaar op hoe wij met beeld omgaan. Vroeger maakten we dia's -- voor mij is dat een heel nostalgisch medium, op de zondagmiddag werden dia's vertoond, het huis werd donker gemaakt, dat was een 'evenement'. Nu maken we foto's en kijken we er soms nauwelijks naar. We bewaren ze omdat bewaren makkelijker is dan weggooien. Zoveel ruimte nemen ze niet in beslag, we vergeten dat ze ergens op een harde schijf of website staan. De individuele beelden gaan daardoor steeds minder betekenen voor ons, zo lijkt wel.

SJ: Misschien is het ook een leerproces. Ik bewaar alleen de digitale foto's die ik bij Flickr upload en dus publiceer. De rest gooi ik weg. De installatie vertelt ook iets over hoe we met beeld omgaan. Die dia's zijn namelijk gemaakt met de intentie om bewaard te worden -- net als dat met zorg samengestelde fotoboek van je grootouders. Ze zijn bedoeld om overgedragen te worden op de volgende generatie, en de volgende. Maar dat gebeurd dus gewoon helemaal niet. De eerste generatie amateurfotografen dacht misschien dat ze voor de eeuwigheid hun familie en omgeving vastlegden, en een echt archief aanlegden. Daarom catalogiseerden ze de dia's gecatalogiseerd en voorzagen ze van labels. Maar na een aantal jaar verzeilen ze ergens in een kast. Dia's zijn inmiddels een moeilijk medium geworden: de drempel om ze te bekijken is te groot geworden. En anderhalve generatie nadat de dia's gemaakt werden weten mensen soms al niet eens meer wat een dia is. Als je dan een dia laat zien staan ze versteld over de resolutie. Bij een dia kon je echt in een plaatje duiken -- daarom is het zo mooi. Ik kan er, net als de liefhebbers, in geuren en kleuren over vertellen.

Aan de andere kant, al die digitale foto's zijn misschien over twintig jaar nog te googlen, dan blijkt een verleden van jezelf publiek beschikbaar te zijn dat je zelf misschien bent vergeten.

De hoeveelheid herinneringen die je kunt meedragen is gewoon beperkt. Het overschot gaat hier in de shredder. Alleen nog een keer goed kijken.

some rights reserved
Arie Altena
index