Arie Altena
index

Paul Chan

Re: The Operation

Arie Altena

Wat is het effect van de oorlog op de psyche van hen die de operatie leiden? Dus niet het 'voetvolk', de militairen en huurlingen die op het slagveld de vuile klussen opknappen, maar de verantwoordelijken in de regering, de managers van de oorlog? Paul Chan stelt in deze video leden van de regering van George Bush Jr. voor, terwijl ze letterlijk midden in de oorlog -- het zal wel Irak zijn of de oorlog tegen het terrorisme. Ze schrijven brieven van het front of uit het hospitaal. We zien steeds een desktopicoon dat een lid van de regering afbeeldt, gewond geraakt in de oorlog, dan begint zijn of haar relaas. Als eerste zien we Condoleeza Rice, gevolgd door vage beelden van een berggebied, geluid van straaljagers, schrijnende vioolmuziek. 'Do you believe there is intimacy in war' vraagt Rice, die analyseert wat de oorlog met mensen doet en zich afvraagt hoe Madeline, haar voorgangster het eraf bracht, zij was lelijker, had, niets te stellen met een tegenstelling tussen lichaam en geest. Anders dan zijzelf. Van Norman Mineta (van het ministerie van transport) krijgen we een to do list, 'chocolates for Condi', 'moisturizer' en 'body bags'. We zien Christine Whiteman (van het ministerie van milieu) met een blinddoek, van haar, bij uitzondering, geen woorden maar enkel beelden die elkaar snel opvolgen, van natuur en steden, herinneringen blijkbaar.

Deze video wordt gedragen door de voice-over, het beeld bestaat meestal uit stills, vrijwel altijd foto's die een seconde of vier in beeld blijven. Zij ondersteunen en benadrukken de tekst. Het zijn beelden van de omgeving van degene die spreekt, waar hij zich bevindt, beelden die de gemoedstoestand weergeven, van het thuis waarnaar verlangt wordt, van het werk in de oorlog, van lege ruimtes, van natuur, of, in het geval van Ron Paige (de zwarte minister van onderwijs) een zwart scherm dat langzaam wit wordt. De brieven geven inzicht in de gevoelens van de schrijvers inzicht in hun overwegingen, neuroses, verlangens, obsessies en zelfs in de wijze waarop de oorlog hen verandert. Donald Rumsfeld stuurt een gesproken email aan Mandy die slecht doorkomt. 'Take risks and try new things'. 'We must learn to live with low density hope'. De oorlog zal voor eerst niet eindigen.

Wat opvalt is de nuance van de video. Rice, Powell en Cheney hebben geen twijfels, maar komen wel naar voren als personages met gevoelens en intellectuele gedachten. Dick Cheney krijgt filosofische overdenkingen in zijn mond gelegd, woorden die hij vindt op een stukje papier, overblijfsel van een vernietigde bibliotheek. Collateral damage, speelt hem deze overwegingen in handen: 'It is as if the debris was speaking to me'. Hij heeft het over zijn 'proximity to death' -- een gevolg van zijn hartaanvallen en zijn pacemaker. Die nabijheid heeft hem het meest geleerd. 'Whithout death there is no hope in justice.' Bush haalt Cheney aan die Robespierre citeert 'saying: virtue without terror is impotent'. Maar, voegt Bush eraan toe, werd Robespierre niet zelf terrorist? Het is Colin Powell die zich de diepste denker toont, zijn brief, die de video afsluit, is een fragment uit Friendship van Maurice Blanchot.

Hier nu eens geen parodie die je doet hoofdschudden of nogmaals kwaad maakt vanwege de domheid van de regering Bush, maar een veel ambiguer portret. We weten hoe moeilijk het is om geen parodie van Bush te maken. Zijn portret hangt dan ook het dichtst tegen parodie aan. Hij schrijft aan Laura. 'I miss you and the dogs'. Hij zegt 'Maybe the end will never come'. Hij mist de schone wind van thuis, waar hij is, brengt de wind alleen zand en 'the smell of people starving'. 'I can't separate the rightness of our work from the wrongness of theirs'. We zien pixellated beelden uit een pornofilm. Bush zegt: 'I feel evil from the work and dirty from the passivity that duty demands.'

Dit is een anti-Bush en anti-oorlogsvideo, maar het is er een die de wapens van de poëzie gebruikt, niet die van de slogan, de parodie en de propaganda, en dat blijkt uiterst effectief. De nuances vergoeielijken niets. Dat Chan tot het anti-Bush kamp behoort, daarover hoeft geen twijfel te bestaan, 'Pouvoir, Corruption, Perversion ...! Chan 2002' zegt de graffiti die na de aftiteling in beeld verschijnt. Eerdere projecten van Chan waren Baghdad in no particular Order, een video bestaande uit alledaagse beelden uit Bagdad, begeleid door een vergelijkbaar websiteproject, en Now let us Praise American Leftist. Overigens hangt het natuurlijk ook van je eigen cynisme af hoe je deze video opvat, want je zou ook kunnen bulderen van het lachen om Colin Powell die de gedachten van Blanchot in zijn mond gelegd krijgt 'We should not pretend, by means of artifice, to carry on a dialogue ... Without memory, without thought, it already struggles in the invisible where everything sinks back into indifference. This is thoughts profound grief.' Maar dat is ook waar.

Gepubliceerd in de catalogus van het World Wide Video Festival 2004.
some rights reserved
Arie Altena
index